Inleiding
Johann Gottlieb Crabbendam gaf officieel van 12 november 1940 tot 2 april 1941 leiding aan de infiltratie in de illegale CPN door de Haagse Politie Inlichtingendienst. Het was een voortzetting die al op 1 januari 1923 begonnen was en in op 15 mei 1940 in opdracht van burgemeester De Monchy werd voortgezet ten behoeve van de Sicherheitsdienst, die zich op dat moment nog niet eens in Den Haag gevestigd had. Daarbij werd dezelfde infiltrant gebruikt, die al vertrouwen had gewekt. Door de infiltratie werden 392 mensen gearresteerd en naar het Oranjehotel overgebracht waar ze veelal enige maanden verbleven. Velen werden naar de Nederlandse kampen overgebracht, soms gevolgd door een verblijf in een Duits tuchthuis. Verder zijn er 71 invalide en zwaar getraumatiseerd uit een Duits concentratiekamp teruggekeerd, terwijl er 127 om het leven gekomen. Van deze slachtoffers zijn 105 doden aan Crabbendam toe te schrijven en 49 van de overlevenden uit de Duitse concentratiekampen hadden hun gevangenschap aan Crabbendam te danken.
Na de oorlog werd Crabbendam hoofd van bureau B van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, waar hij de jacht op communisten voortzette, waarbij hij speciaal aandacht besteedde aan hen die zo brutaal waren geweest zijn moordpoging van tijdens de oorlog te overleven.
Lou de Jong wijdt in zijn geschiedschrijving geen letter aan deze oorlogsmisdadiger en massamoordenaar. In de geschiedschrijving over de Binnenlandse Veiligheidsdienst door Dick Engelen wordt de naam Crabbendam terloops genoemd, maar met foutieve informatie dat hij voor de oorlog voor een Inlichtingendienst werkte, terwijl zijn moordpraktijken tijdens de oorlog verzwegen worden. Dit bewust liegen en verzwijgen van essentiële informatie is een doodzonde voor een geschiedschrijver en is zelfs als misdadig te kwalificeren als het om een academisch proefschrift gaat, zoals in dit geval.
Daarom zal ik hier de ware levensbeschrijving van Crabbendam geven.
Opleiding en begin bij politie
Hij werd op 16 augustus 1898 in Gorinchem geboren. Hij was Rooms Katholiek. Hij woonde daar in de Westwagenstraat D 482 en kreeg eind juli 1917 zijn HBS-B diploma uitgereikt. De HBS was een vijfjarige opleiding, zodat het er alle schijn van heeft dat hij twee keer is blijven zitten. Hij woonde van 16 oktober 1919 tot 10 februari 1920 in een huurkamer bij een Duitse kamerverhuurster op de Leidschegracht 33 in Amsterdam.
Hij kwam in op 15 mei 1920 in tijdelijke dienst van de Haagse Gemeentepolitie. Hij behaalde op 19 maart 1921 tegelijk met Laurentius Livinus van Laere, tijdens en na de oorlog zijn ondergeschikte was, het adspirant-inspecteursdiploma, waarna hij als inspecteur derde klasse in vaste dienst van de Gemeentepolitie kwam. Vervolgens behaalde hij het inspecteursdiploma en werd daarom op 1 maart 1922 bevorderd tot inspecteur tweede klasse bij de verkeerspolitie. Hij kwam tevens bij de bereden politie, dat wil zeggen de politie te paard. Hij nam zelfs deel aan een concours hippique voor politiepersoneel.

Viering 10-jarig bestaan van de bereden politie. Bij nummer 3 staat Crabbendam.
Op 10 november 1924 plaatste Het Vaderland een ingezonden brief van hem, waarin hij onder meer pleitte voor het verplicht rechts in straten lopen door voetgangers (in navolging van een politieverordening in Amsterdam) en dat strikt handhaven. Als je dat strikt wilt handhaven dan moet een voetganger die iets interessants in een winkeletalage ziet, maar de winkeldeur al voorbij is, eerst oversteken, een paar meter teruglopen, en weer oversteken om de winkel te kunnen betreden. Hij had er dus goed over nagedacht.
In 1927 solliciteerde hij naar de functie van commissaris van politie in Paramaribo, maar werd klaarblijkelijk niet aangesteld. Begin 1929 was Crabbendam tijdelijk als Inspecteur-brandmeester aangesteld bij de brandweer. Hij was betrokken bij het blussen van de brand in het historische stadhuis van Leiden, de Haagse brandweer assisteerde daarbij; de taak van de Haagse brandweer was het nat houden van de percelen aan de overkant van de straat.

Inspecteur-brandmeester Crabbendam
Bij François van ’t Sant.
Per 1 november 1929 nam hij ontslag en ging hij bij de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij (KPM) werken bij de bevoorrading van de schepen. Hij maakte vervolgens met de KPM een reis als passagier naar Nederlands-Indië, maar was desondanks toch in dienst van de KPM. Hij vertrok op 20 mei 1930 met het schip Johan de Witt. Na een paar dagen in Batavia keerde hij alweer terug naar Nederland en kwam op 22 oktober vanuit Batavia in Genua aan met het schip Johan van Oldenbarnevelt. Het is onduidelijk of hij van daar per trein of per schip naar Nederland terugkeerde; de trein arriveerde de volgende dag op Staatsspoor en het schip was op 29 oktober weer terug in Amsterdam. Op 1 november 1930 kwam hij weer in dienst van de Haagse politie op het secretariaat (afdeling Generale Controle) van hoofdcommissaris Van ’t Sant.
De reis was een zeer vreemde gang van zaken: 1. Je geeft een goede baan niet zomaar op voor een baantje bij een scheepvaartbedrijf in een functie waarvoor je niet bent opgeleid. 2. Als je nog maar net bij een scheepvaartbedrijf werkt maak je geen reis als passagier die een half jaar duurt. 3. Als je in die tijd een maandenlange boottocht naar de andere kant van de aarde maakt, keer je niet met het eerste schip weer terug naar Nederland. 4. Als je opnieuw bij de politie solliciteert duurt het maanden voordat je een aanstelling krijgt en wordt je niet binnen een paar dagen in een nieuwe functie aangesteld.
Omdat hij na terugkeer onmiddellijk bij Van ’t Sant werd aangesteld lijkt het er sterk op dat hij een speciaal klusje voor hoofdcommissaris Van ’t Sant heeft verricht. Er is zelfs geen sollicitatiebrief in zijn personeelsdossier, zodat het allemaal bekokstoofd lijkt. In die functie verrichtte hij allerlei klusjes voor Van ’t Sant: hij gaf voorlichting en hield voordrachten voor scholieren. Daarnaast had hij een vertrouwensfunctie bij Van ’t Sant.
Op 29 april 1931 trouwde hij met de bijna negen jaar oudere Maria Antoinette Pex; bij deze gelegenheid liet hij zijn godsdienst in het bevolkingsregister wijzigen in ‘geen’. Het paar ging in 1935 wonen in de Juliana van Stolberglaan 391 schuin tegenover het adres waar zijn echtgenote tot 1931 woonde met haar toenmalige partner, die inmiddels verhuisd was.
Hij werd bestuurslid bij het Theosophisch Genootschap.; het is onduidelijk of dit voor heel Nederland was of alleen de Haagse loge. Wel gaf hij in andere plaatsen zoals bijv. Groningen lezingen over de theosofie.
Op 1 maart 1932 werd hij vanwege het behalen van het inspecteurs-verlicht-diploma B bevorderd tot inspecteur eerste klasse. In 1933 vertegenwoordigde hij de hoofdcommissaris in een comité ter propagering van het gebruik van blindengeleidehonden. De goede verstandhouding met Van ‘t Sant moet goed voor zijn carrière zijn geweest, want hij kreeg altijd uitstekende beoordelingen.
Bij recherche en mobilisatie
In 1935, een half jaar nadat Van ‘t Sant afgetreden was, solliciteerde hij naar de functie van commissaris van politie in Schiedam, maar die positie kreeg hij niet.
De verstandhouding met de nieuwe hoofdcommissaris Nicolaas Gerardus van der Meij verslechterde snel. Dat betekende het einde van zijn carrière. Hij solliciteerde op 21 januari 1935 naar de positie van commissaris in Schiedam, maar werd niet aangenomen. Hij werd regelmatig van de ene dienst naar de andere overgeplaatst; kennelijk was hij nergens bruikbaar. In 1936 kwam hij bij Justitieelen Dienst A, vervolgens per 2 januari 1939 bij de Algemeenen Dienst afdeling Generale Controle en in de loop van 1939 bij de Justitieelen Dienst B. Nota bene: de AIVD-staatsgeschiedvervalser Dick Engelen claimt in zijn frauduleus proefschrift ten onrechte dat Crabbendam voor de oorlog bij de Inlichtingendienst gewerkt heeft (het is allemaal heel eenvoudig uit te zoeken). Het doel van de onjuiste claim is te rechtvaardigen dat het op basis van vooroorlogse ervaring een logische keuze was dat hij als hoofd Bureau B van de Binnenlandse Veiligheidsdienst benoemd werd. Over het conflict met Van der Meij staat niets in het personeelsdossier van Crabbendam bij de Haagse politie, maar er zijn sporen in dat dossier achtergelaten dat er met het dossier gerommeld is; de sporen zijn zodanig dat eigenlijk alleen de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) over de mogelijkheden beschikte die sporen achtergelaten kan hebben (er bevind zich een conduitestaat van een legerofficier met dezelfde achternaam en voornamen in het personeelsdossier en alleen de BVD beschikt over de macht om toegang te krijgen tot de personeelsdossiers van zowel een gemeentelijke als een landelijk overheidslichaam).

Personeelskaart van legerofficier Crabbendam (1909) in het personeelsdossier van de politieman Crabbendam (geboren 1898)in het Haags politiearchief.
In september 1939 werd hij gemobiliseerd en keerde pas na de capitulatie op 21 mei 1940 terug bij de Haagse politie en werd ingedeeld bij de Justitieelen Dienst C. Over het algemeen waren politieofficieren vrijgesteld van mobilisatie vanwege onmisbaarheid in hun functie. Dit gold in sterke mate voor het regeringscentrum Den Haag voor bescherming van de regering en de koningin, waar veel ambassades waren gevestigd die bewaking of extra toezicht vereisten en de aantrekkingskracht voor spionnen van asmogendheden en hun tegenstanders als de Sowjet Unie. De mobilisatie tekent dus duidelijk de onbruikbaarheid en ongewenstheid van Crabbendam in het politiekorps.
Hij kreeg naast zijn huwelijk een relatie met de zeven jaar oudere vrouw Cornelia Plesman die in de Javastraat 128 woonde en rijkstelefoniste van beroep was. Ze was een zuster van de luchtvaartpionier en stichter van de KLM Albert Plesman. Kennelijk viel Crabbendam op vrouwen die hem konden bemoederen. Zijn maîtresse overleed in augustus 1943.
Documentatiedienst
Na de oorlog werd Abraham van Dijk van de vooroorlogse Inlichtingendienst en tijdens de oorlog van de beruchte Documentatiedienst ingelijfd bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Maar hij was al in augustus 1940 als een van de eerste Nederlanders lid geworden van de NSB en de NSB-organisatie Rechtsfront en wat later van de SS. Verder was hij tussen 1941 en 1943 medewerker van de Duitse topspion Traugott Protze geweest, in welke functie hij enorm veel schade aan het verzet en de Nederlandse belangen had aangericht; hij werd na de oorlog door de chef van de Duitse contraspionage Joseph Schreieder zelfs genoemd in een lijst van V-Männer voor de Duitse contraspionage. Hij had daarvoor na de oorlog strafrechtelijk vervolgd moeten worden en uit politiedienst ontslagen. Maar hij zei dat hij na overleg met Crabbendam van de SS lid was geworden; er werd geen verdere reden vermeld. Dit werd zonder enig verder onderzoek geaccepteerd en Van Dijk werd niet bestraft maar beloond door aanstelling als adjudant van koningin Wilhelmina. Kennelijk moet de koningin bespioneerd worden. Crabbendam bekleedde na de oorlog een machtspositie en het noemen van zijn naam was genoeg om iedere smet weg te wassen, vooral als dat noemen van zijn naam een verkapte dreiging van onthullen van wanpraktijken door Crabbendam kon betekenen.
Crabbendam had de laatste 15 jaar voor de oorlog acht functies gehad als de reis naar Batavia en de mobilisatie ook als functie worden geteld, terwijl Van Dijk slechts een functie heeft gehad. Vier van functies van Crabbendam vergden weinig of geen politievaardigheden, terwijl de vier andere geen bijzondere politievaardigheden vergden. De functie van Van Dijk bij de Inlichtingendienst had binnen het politie veel meer aanzien: het inlichtingendienstpersoneel werd beschouwd als de elite van het politiekorps. Verder had Crabbendam ruzie met hoofdcommissaris Van der Meij, zodat die door andere politiefunctionarissen die nog carrière wilden maken, zoveel mogelijk gemeden moest worden. We kunnen dus concluderen dat Crabbendam binnen de politie weinig aanzien had. Van Dijk en Crabbendam hadden nooit met elkaar samengewerkt en kenden elkaar nauwelijks voor Crabbendam’s benoeming tot chef van de Inlichtingendienst in november 1940. Er is geen enkele reden waarom Van Dijk aan Crabbendam advies zou vragen om bij de SS te gaan. De enige conclusie kan slechts zijn dat na de oorlog een smoes gevonden moest worden om Van Dijk bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst in te lijven omdat hij nuttig was bij een naoorlogse voortzetting van de samenwerking met de Duitse spion Protze.
De Haagse hoofdcommissaris van politie Van der Meij werd begin september 1940 door de Duitsers afgezet vanwege het feit dat de provocerende WA-man Peter Ton bij relletjes door een politiekogel dodelijk verwond was geraakt. Vervolgens werd Petrus Hamer tot hoofdcommissaris benoemd. Hamer was voor de oorlog een hoge legerofficier die regelmatig in het restaurant Chateau Bleu van Hendrik Alsem ontmoetingen met Duitse spionnen had, waarbij Traugott Protze en Bonn. Bonn vertrok in 1943 als Duits spion naar Engeland, waarbij gebruik werd gemaakt van een pilotenlijn. Die pilotenlijn was onder leiding van Protze met steun van Abraham van Dijk gepenetreerd door Haagse politiemannen van de Documentatiedienst. Bij de ontmoetingen tussen Hamer en Alsem enerzijds met Duitse spionnen anderzijds werden regelmatig drinkgelagen aangericht, waarbij Hamer stomdronken geraakte. Ook tijdens de oorlog hield Hamer zuippartijen met prominente leden van de Sicherheitsdienst, waarbij hij vaak stomdronken geraakte. In 1943 werd hij afgezet omdat hij te vaak dronken was.
De nieuwe hoofdcommissaris Hamer, lid van de NSB, benoemde Crabbendam in oktober 1940 als chef van het Secretariaat van het Hoofdcommissariaat, wat duidelijk op een pro-NSB houding van Crabbendam wijst. In een verklaring uit 1948 van Crabbendam op vragen van de Hoge Raad waarom wel medewerkers van Crabbendam vervolgd werden, maar Crabbendam zelf niet, staat: ‘Hij [Hamer] zeide mij, dat hem bekend was, dat ik vroeger een belangrijke post aan het Hoofdcommissariaat ingenomen had, waarvan ik onder zijn voorganger was ontheven; dat ik een bekwaam politieambtenaar was, dat hij bekwame politieofficieren in zijn omgeving nodig had; dat hij er bovendien naar streefde om gedaan onrecht zoveel mogelijk te herstellen en dat hij daarom besloten had mij wederom aan het Hoofdcommissariaat te plaatsen en wel bij zijn Secretariaat.’ Deze verklaring kan niet in het strafdossier van Crabbendam voor de Bijzondere Rechtspleging gevonden worden omdat Crabbendam als leidinggevende bij het onderzoek voor de Bijzondere Rechtspleging dat dossier had laten vernietigen, maar er werd wel vergeten het uit het strafdossier van de beruchte Documentatiedienst-oorlogsmisdadiger Jan Nicolaas Viëtor te verwijderen.
Op 12 november 1940 werd Crabbendam benoemd tot leidinggevende van de Haagse Politie Inlichtingendienst. De Inlichtingendienst was voor de oorlog geen apart commissariaat maar viel rechtstreeks onder de hoofdcommissaris. Op 15 mei bracht burgemeester De Monchy de Inlichtingendienst onder bij de Zedenpolitie en op 21 mei alweer bij de Justitieelen Dienst A. In de Mededelingen van het Hoofdcommissariaat werd vermeld welke misdrijven, overtredingen en diensten bij de Justitieelen Dienst werden overgebracht.

De Inlichtingendienst wordt ondergebracht in het commissariaat van de Justitieelen Dienst A.
Het was in november de bedoeling dat de NSB’er Cornelis van Ravenswaaij tot chef zou worden benoemd met de rang van commissaris. Van Ravenswaaij aasde echter op de positie van burgemeester van Utrecht en bedankte pas voor de cheffunctie toen de burgemeestersbenoeming rond was. Vervolgens werden een zeker NSB’er Mr. Van den Berg en het voormalige Tweede Kamerlid voor het Verbond voor Nationaal Herstel (VNH) Willem Westerman als opvolger aangezocht, maar die bedankten ook voor de eer. Daardoor bleef Crabbendam een half jaar lang chef. Dit werd ook duidelijk in het politieboekje, waarin de achter ‘chef’ een stippellijntje stond met daaronder de naam Crabbendam. In februari 1941 werd deze situatie nog eens benadrukt doordat de rang van Crabbendam werd veranderd van ‘inspecteur eerste klasse’, in ‘inspecteur eerste klasse die een commissaris vervangt’. Een van Crabbendam’s ondergeschikten werd Van Laere die tegelijk met hem afgestuurd was voor een politieofficiersopleiding; de functie van Van Laere was wachtcommandant wat een ondercheffunctie was.
Op 25 november werd de nieuwe politiedienst Documentatiedienst opgericht met Crabbendam voor de ‘dagelijksche leiding’: dat hij geen chef genoemd wordt onderschrijft het tijdelijke karakter van zijn ‘dagelijksche leiding’. Er waren verschillende afdelingen, waarvan de Inlichtingendienst verreweg de grootste was. In de periode erna zouden meer afdelingen aan de Documentatiedienst worden toegevoegd, zoals Jodenzaken en een Economische dienst voor handhaving van de prijsbeschikkingen en bestrijding van de zwarte handel. De Documentatiedienst werd ondergebracht in het pand Laan Copes van Cattenburch 6 waar voor de oorlog Hamer als officier-commissaris en plaatsvervangend auditeur-militair bij de krijgsraad zijn kantoor had.
De reden voor de keuze voor Crabbendam als tijdelijk chef is onbekend. Er werd een breuk gemaakt met de eerdere gang van zaken waarbij Jan Hopman op 29 juli 1940 als opvolger van de vooroorlogse Inlichtingendienstchef Johannes Amiabel benoemd werd. Hopman werd nu opeens ondergeschikte van de buitenstaander Crabbendam, maar bleef wel de verbindingsman tussen Documentatiedienst en Sicherheitsdienst. Een speculatie mijnerzijds is dat het te maken heeft met het Englandspiel. Volgens een summiere mededeling in een document in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging begon het Englandspiel in de zomer van 1940 met een aan land komen van een Nederlandse geheime agent in Katwijk. Over die landing heb ik niets kunnen terugvinden, zodat ik me afvraag of het jaartal geen typefout is, omdat ‘soldaat van Oranje’ Hazelhoff Roelfzema een jaar later wel in Katwijk aan land kwam (hij werd toen in Leiden geobserveerd door Leonardus Poos). In kader van het Englandspiel werden Nederlandse geheime agenten vanuit Londen boven Nederland gedropt, door Nederlandse politiemannen gearresteerd en aan de Duitsers uitgeleverd, waarna omstreeks 70 van hen op gruwelijke wijze in Mauthausen vermoord werden. Opmerkelijk is dat drie Nederlandse Sicherheitsdienst-medewerkers (Leonardus Poos, Marten Slagter en Johannes Veefkind) de gedropte agenten opvingen, arresteerden en aan hun Duitse superieuren bij de Sicherheitsdienst uitleverden. Dit drietal werkte voor de oorlog en ook nog na de Nederlandse capitulatie voor de Haagse Politie Inlichtingendienst en kwam vervolgens bij de Documentatiedienst onder Crabbendam te werken. Twee van hen werkten al begin jaren dertig voor de Inlichtingendienst die toen rechtstreeks door Van ’t Sant werd aangestuurd. Dus er ontstond het merkwaardige beeld dat Van ’t Sant in Londen geheime agenten naar Nederland zond, die vervolgens werden gearresteerd door politiemannen die eerder door Van ’t Sant werden aangestuurd. Combineren we deze zaken dan lijkt het opeens logisch dat hoofdcommissaris Hamer in ket kader van het opzetten van het Englandspiel Van ’t Sant’s vertrouwenspersoon Crabbendam op een sleutelpost in Nederland zette. Van ’t Sant deed zich voor de oorlog publiekelijk voor als pro-Engels, maar wordt in Duitse documenten genoemd als een aanloopadres voor Duitse spionnen.

Mededeling aan het politiepersoneel en de pers over de oprichting van de Documentatiedienst. Beide geschiedvervalser Lou de Jong en Dick Engelen negeren in hun publicaties dit document dat in diverse dossiers en het Haags politiearchief voorkomt. Volgens Lou de Jong werd de Documentatiedienst op 1 januari 1941 opgericht met Friedrich Wilhelm Simon als chef. Dit opzettelijk verhullen van de landverradersrol van BVD-leider Crabbendam onderschrijft het vermoeden dat Lou de Jong een knecht van de Binnenlandse Veiligheidsdienst was. De grootste oorlogsmisdadigers en landverraders die in dit document genoemd zijn: Crabbendam (na oorlog leiding BVD), Luurssen (leider treincontrole), Pegels (een van de eerste spionnen van de vooroorlogse Duitse Abwehr met nummer 21, lange gevangenisstraf), Veefkind (lange gevangenisstraf), Van der Ploeg (na oorlog BVD), NSB’er Eckhardt (treincontrole, na oorlog BVD), NSB’er Goedbloed, Poos (lange gevangenisstraf), SS’er Van Dijk (Duitse contraspionage, na oorlog BVD), Slagter (lange gevangenisstraf), Van den Bos (begeleiding infiltrant in CPN) en SS’er Teunissen (Duitse contraspionage). Teseling werkte na de oorlog bij de opsporing van oorlogsmisdadigers nauw samen met Sicherheitsdienstman, bunkerbouwer, zwarthandelaar, handelaar in gestolen Joodse woningen, crimineel, miljonair en na de oorlog prominent KVP-lid en bekend zakenman Reinder Zwolsman.
Na de oprichting van de Documentatiedienst stuurde de Inlichtingendienst kopieën van alle illegale krantjes en pamfletten naar de Sicherheitsdienst. Daarbij waren uitgaven van de communisten en aanverwante groepen, sociaaldemocraten en Jehovah’s Getuigen.
De belangrijkste activiteiten van de Inlichtingendienst van de Documentatiedienst onder Crabbendam’s leiding waren de infiltratie in de CPN en het signaleren van communistische activiteiten. Verder werden steun aan het Oranjehuis, protesten tegen anti-Joodse maatregelen en uitingen van afkeer ban de NSB en de Duitse bezetting bestreden. Kortom, de activiteiten van Crabbendam kunnen worden gekwalificeerd als pro-Duits, pro-NSB, anti-Oranje, anti-Nederlands en antisemitisch.
Onder leiding van Crabbendam werden behalve de CPN ook andere verzetsorganisaties zoals De Geuzen bestreden. In december 1940 werden zes Geuzen gearresteerd, die vanaf april 1941 de gehele oorlog in een concentratiekamp hebben gezeten, eentje heeft zelfs vier maanden in het godsgruwelijk wrede kamp Groß Rosen overleefd. Op 7 januari 1941 werd de Geus George Elders door Crabbendam’s ondergeschikten Gerhard Hanken en Steven Pegels gearresteerd. Hij werd in opdracht van Crabbendam op 10 januari 1941 aan de Sicherheitsdienst uitgeleverd, maar vier ondergeschikten van Crabbendam moesten verder onderzoek naar de groep doen. Elders werd twee weken later vrijgelaten, maar was voordien bij de Sicherheitsdienst getoond aan ‘Nederlands grootste landverrader’ Anton van der Waals. Van der Waals was sinds 1937 informant geweest voor de Rotterdamse Politie Inlichtingendienst onder leiding van Louis Einthoven (verzwegen door Lou de Jong) en werd eind 1940 of begin 1941 naar de Sicherheitsdienst in Den Haag overgeheveld. Kennelijk hoopte de Sicherheitsdienst met medewerking van Elders of door het schaduwen van hem meer Geuzen te kunnen opsporen. Op 30 juli 1942 werd Elders in de Oranjelaan in Den Haag herkend door Anton van der Waals. Onder bedreiging van een pistool werd Elders naar de Sicherheitsdienst aan het Binnenhof gebracht. Bij het uitstappen trachtte Elders te vluchten en werd toen door Van der Waals van achter in het bekken geschoten waarbij de darmen doorboord werden; het letsel was dodelijk. Elders bleek twee pistolen op zak te hebben. Volgens Crabbendam na de oorlog werd er tijdens zijn bewind in Den Haag geen verzet gepleegd; is de Geuzenorganisatie dan geen verzetsorganisatie? En waarom werd Elders dan door Crabbendam aan de Sicherheitsdienst uitgeleverd?
Na de oorlog ontkende Crabbendam dat er onder zijn bewind bij de Documentatiedienst onderzoek naar communisten werd gedaan. Hij schreef letterlijk: ‘In deze periode was er in Nederland nog geen “verzet”, geen illegaliteit, geen arbeidsinzet, er waren geen onderduikers en de Jodenvervolgingen waren nog niet begonnen. Ernstige zaken kwamen dan ook niet voor’ (de eerste communisten doken al in mei 1940 onder). Maar er bestaan een aantal korte rapportjes waaruit blijkt dat communisten wel degelijk in de gaten werden gehouden en mogelijk zelfs geschaduwd. Bovendien meldde Veefkind na de oorlog dat zijn werk bij de Sicherheitsdienst identiek was aan dat bij de Documentatiedienst, namelijk het opsporen van communisten.


Twee van de rapportjes die door NSB-lid Eckhardt bij de Documentatiedienst onder leiding van Crabbendam werd opgesteld. Aartsleugenaar Crabbendam verklaarde na de oorlog dat er tijdens zijn bewind bij de Documentatiedienst geen verzet werd gepleegd en dat er geen onderzoek naar communisten werd gedaan. Waarom blijft dan de aandacht op Dolleman en Geluk gevestigd? Dolleman werd tijdens de oorlog gefusilleerd en Geluk kwam ten gevolge van het door Crabbendam geleide onderzoek in het Nacht-und-Nebel- concentratiekamp Natzweiler.
Onder Crabbendam werd de politie-infiltratie in de CPN voortgezet. Bij de infiltratie gaf een politie-informant, die al in 1923 voor de Inlichtingendienst de CPN binnengedrongen was, namen van leden van de illegale CPN door. Het leidde tot 149 arrestanten, waarvan er 56 om het leven zijn gekomen. Maar op 2 september 1941 werd een arrestant met medewerking van die al sinds 1926 de CPN bespionerende Johannes Hubertus Veefkind doodgemarteld, waarbij de naam van een Schiedamse communistische verzetsman uit het slachtoffer geperst werd. Daardoor konden nog eens 103 personen gearresteerd worden, waarvan er 49 om het leven zijn gekomen. Zodoende zijn 105 personen door activiteiten onder leiding van Crabbendam om het leven gekomen. De arrestaties begonnen kort nadat Crabbendam naar een andere functie was overgeplaatst. Bij vrijwel alle arrestaties waren een of meer leden van de Inlichtingendienst en een vooroorlogse infiltrant in de CPN betrokken; die infiltrant was een andere dan die tijdens de bezetting actief was.
Eind 1940 begon de infiltratie van de eind mei 1940 door de Duitsers verboden Vereeniging van Bijbelvorschers, nu bekend als Jehovah’s Getuigen. In de loop van 1941 kreeg de Inlichtingendienst van de Duitsers opdracht om lijsten op te stellen van te arresteren Jehovah’s Getuigen. Het werk werd uitgevoerd door de vooroorlogse Inlichtingendienst Anne van der Ploeg, die na de oorlog een sleuteltol binnen de Binnenlandse Veiligheidsdienst onder Crabbendam zou krijgen. Er zijn elf Jehovah’s Getuigen uit Den Haag vermoord. Twee daarvan zijn in de herfst van 1941 gearresteerd en moeten mogelijk aan de leiding van Crabbendam worden toegeschreven.
In februari 1941 werd de rang van Crabbendam veranderd in die van ‘inspecteur eerste klasse die een commissaris vervangt’. Het bevestigde de situatie dat de positie van chef een tijdelijke was. Hamer wilde Crabbendam bevorderen en liet een genealogisch onderzoek naar zijn afstamming doen. De bevordering ging niet door omdat de Duitsers toestemming weigerden; vermoedelijk omdat hij geen NSB-lid was.
In februari 1941 startte de onderchef (wachtcommandant) van de Inlichtingendienst Laurentius Livinus van Laere onder leiding van Crabbendam onderzoek naar de Stijkelgroep, waarbij speciale aandacht werd besteed aan de politieman Cornelis Drupsteen. Het is onduidelijk of het onderzoek leidde tot de infiltratie van de Stijkelgroep door Crabbendam’s ondergeschikten Leonardus Poos en Marten Slagter of dat het juist een gevolg daarvan was. De actie tegen de Stijkelgroep leidde onder meer tot de fusillering van 32 leden van de Stijkelgroep op 4 juni 1943 in Berlijn-Tegel en de dood van nog eens elf leden in concentratiekampen; slechts vier leden overleefden de concentratiekampen.
Onder Crabbendam werd de poging bestreden om ook in Den Haag de Februaristaking in Den Haag tot stand te brengen. Op 5 maart 1941 werd een pamflet met een oproep voor een tweede Februaristaking aangetroffen. Vermoedelijk ging het om het communistische pamflet gericht aan het ‘Haagsche werkende volk’ dat opriep tot staking op 6 maart. In Amsterdam werd opgeroepen tot een 24-uursstaking, indien er geen inwilliging was van de twee eisen:
‘Intrekking van alle anti-Joodsche maatregelen! Direct invrijheidstelling van alle gearresteerde Joden! Dus: oogenblikkelijke verwijdering van de gehate prikkeldraadversperring rond de oude binnenstad van Amsterdam! Volledige vrijheid voor het werkende volk om te vergaderen en intrekking van alle maatregelen, die vandaag tegen het werkend volk zijn genomen!’
Crabbendam zond het onmiddellijk aan de Sicherheitsdienst door, wat zijn antisemitisch karakter aantoont. Na de oorlog werd het volgend proces-verbaal tussen de papieren van de Sicherheitsdienst teruggevonden, zodat geconcludeerd kan worden dat Crabbendam dit heeft doorgestuurd:
‘Ik, ondergetekende, Fransiscus Hendrik Adriaan Schouman, oud 43 jaar, agent van politie der gemeente ‘s-Gravenhage, dienstdoende bij de afd. Stormbrigade, heb de eer U het volgende te rapporteeren:
Op Dinsdag den 4de Maart 1941, werd mij door een persoon die onbekend wenscht te blijven, medegedeeld dat in de bakkerij van J. Brouse, gevestigd Koningstraat N: 307, alhier, door een Israëliet zou zijn verteld dat er op Donderdag den 6de Maart in Amsterdam en ‘s-Gravenhage een algemeene staking zou uitbreken.
In verband met deze mededeeling heb ik onmiddellijk een onderzoek ingesteld en hoorde op Dinsdag 4 Maart 1941 omstreeks 16 uur 10 minuten in bedoelde bakkerij een persoon die mij desgevraagd opgaf te zijn genaamd: Jacob Brouse, oud 49 jaar, van beroep bakkerspatroon en wonende Koningstraat N: 307, alhier.
In verband met bovenstaande verklaarde hij mij dat op 3 Maart 1941 tusschen 15 + 16 uur inderdaad een Israeliet, die het beroep van reiziger uitoefent, in de bakkerij was geweest en dat deze man wel gesproken had over het spuiten met bijtende stof naar Duitsche politie en N.S.B. ers in Amsterdam. De naam van deze man wist hij niet maar wel dat hij reiziger was bij Klaas Schenk en Zonen te Koog a/d Zaan, Telefoon N: 4001.
Hij (Brouse) had het geheele gesprek niet kunnen volgen omdat hij werd weggeroepen doch zijn 2 knechts hadden het geheele gesprek gehoord.
Daarna hoorde ik een der knechts die mij desgevraagd opgaf te zijn genaamd M. Romijn oud 36 jaar, van beroep zijnde bakker en wonende Govert Flinckstraat N: 7 te ‘s-Gravenhage.
“Donderdag 6 Maart breekt er in Den Haag en (of) in Amsterdam een goed georganiseerde staking uit die al geheel in kannen en kruiken is.”
Ook de andere knecht genaamd K.L. Jordaans, oud 28 jaar, van beroep bakker, wonende Marktweg N: 355, verklaarde mij gehoord te hebben dat door meergenoemden reiziger, woorden van gelijke strekking, zou zijn gebezigd:
Ik heb hiervan naar waarheid opgemaakt, gesloten en geteekend dit rapport te ‘s-Gravenhage den 4de Maart 1941.
De agent van politie Schouman.
Gezien (ontvangen: 5-3-1941 te 12.45 u.)
De wnd. Commissaris van PolitieChef v/d Documentatiedienst Crabbendam’
In het voorjaar van 1941 had in Amsterdam een marechaussee, waarschijnlijk onder invloed van drank, gezegd dat hij verbindingen had met Engeland. Crabbendam gaf aan brigadier Pieter Ritsema, een NSB’er, opdracht om hem te arresteren. Ritsema vond na een gesprek geen reden om hiertoe over te gaan. Hierover was Crabbendam zeer verontwaardigd en meldde het aan NSB-hoofdcommissaris Hamer. Ritsema kreeg een berisping en moest vervolgens samen met inspecteur Gerhard Hanken opnieuw op pad om de marechaussee arresteren. Ze vonden toen bij een huiszoeking een illegaal pamflet in een koffer en arresteerden de marechaussee. In dit geval nam Crabbendam het initiatief tot een extra inspanning om een Nederlands militair en goed vaderlander te arresteren. Toen men na de oorlog Ritsema hiervoor wilde vervolgen, liet deze de namen van Crabbendam en Hanken vallen en vond men het maar beter de zaak te laten rusten.
Vanaf voorjaar werd het een vereiste dat er alleen nog maar NSB-leden bij de Documentatiedienst benoemd konden worden. Al aanwezige niet NSB-leden werden in korte tijd weggewerkt.
Op 2 april 1942 was Crabbendam ’s-avonds aanwezig op het hoofdbureau aan het Alexanderplein. Zijn normale werkplek was het kantoor van de Documentatiedienst aan de Laan Copes van Cattenburch, waar hij nagenoeg allen overdag aanwezig was. Hij was in gezelschap van hoofdcommissaris Hamer die normaal gesproken ook alleen maar overdag op het hoofdbureau was. De reden van hun aanwezigheid was een grote arrestatieactie door de Inlichtingendienst van leden van de Stijkelgroep. De Stijkelgroep was opgerold door de leden Leonardus Poos en Marten Slagter van de Inlichtingendienst die de groep binnen gedrongen waren. Van de arrestanten werden er 32 onder zingen van het Wilhelmus in de gevangenis in Berlijn gefusilleerd, terwijl er ook nog eens elf in een concentratiekamp om het leven kwamen. Aldus is Crabbendam medeplichtig aan deze 43 moorden. Dit brengt het aantal moorden waaraan hij medeplichtig was op 149.
Op die tweede april 1942 ’s-avonds kreeg Crabbendam van Hamer te horen dat hij overgeplaatst werd naar de Justitieelen Dienst. Daarvoor twee redenen. De eerste was dat de Duitsers opdracht hadden gegeven verenigingen als de Vrijmetselarij en het Theosophisch Genootschap op te heffen, wat tot de taken van de Inlichtingendienst behoorde: Crabbendam moest dus het Theosophisch, Genootschap waarvan hij bestuurslid was, opheffen. Ten tweede mochten alleen nog maar leden van de NSB of een mantelorganisatie daarvan binnen de Documentatiedienst actief zijn. Dus alle niet-NSB leden moesten overgeplaatst worden. Crabbendam mocht niet lid van de NSB worden, omdat dat voor leden van de Vrijmetselarij en het Theosophisch Genootschap verboden was. Wanneer de overplaatsing inging is mij niet bekend; Crabbendam verscheen nog enkele weken bij de Documentatiedienst, maar ondertekende na 2 april geen processen-verbaal meer. Maar op 25 april was er nog steeds een plaatsvervangend Commissaris en dat was waarschijnlijk Crabbendam. Per 1 mei was Crabbendam al actief voor de Justitieelen Dienst, maar op 12 mei schreef Van den Bos vanwege het niet kunnen bereiken van de chef nog een kattenbelletje op de achterkant van briefpapier van het Theosophisch Genootschap. Het ging over een opgesteld proces-verbaal over in aangetroffen wapenstokken met een loden kogel aan een staaldraad, Dit kattenbelletje lijkt er op te duiden dat Crabbendam nog steeds zo nu en dan zijn gezicht liet zien bij de Documentatiedienst. Op 16 mei schreef Inlichtingendienstman Veefkind een rapport voor de NSB dat de fungerende chef van Documentatiedienst Crabbendam anti-NSB zou zijn. Op dezelfde dag werd de nieuwe chef van de Documentatiedienst Simon benoemd. Veefkind was bij de Sicherheitsdienst gedetacheerd en kan daardoor mutaties pas met enige vertraging vernomen hebben. Het lijkt er dus op dat Crabbendam tot omstreeks 12 mei 1941 bleef functioneren als chef van de Documentatiedienst, ondanks dat hij al overgeplaatst was. Dit zou dan betekenen dat de eerste arrestaties van door Crabbendam opgespoorde communisten door de Sicherheitsdienst op 28 april nog plaats vonden toen Crabbendam nog deels betrokken was.
Op 16 mei 1941 werd Friedrich Wilhelm Simon tot nieuwe chef van de Documentatiedienst benoemd. Hij werd tegelijkertijd bevorderd tot commissaris. Hij was op 22 januari 1941 lid van de NSB geworden. Aan zijn voornamen kun je aflezen dat het pro-Duits zijn hem met de paplepel was ingegoten.
Na juni 1941 bleven nog enkele personen lid van de Documentatiedienst, terwijl na de oorlog werd aangegeven dat ze geen NSB-lid waren. Het lijkt echter aannemelijk dat ze wel degelijk NSB-lid waren, maar dat dat na de oorlog werd weggemoffeld (de tot op heden geheim gehouden ledenlijst van de NSB kan hier uitsluitsel over geven). Zo werd na de oorlog ook van Eckhardt gezegd dat hij geen NSB-lid was, maar in diverse strafdossiers van de Bijzondere Rechtspleging wordt gemeld dat hij tijdens de oorlog met een NSB-speldje op rondliep. Andere blijvers waren: Anne van der Ploeg, die tot Dolle Dinsdag bij de Documentatiedienst bleef en toen deserteerde, Van den Bos die de verbindingsman met de infiltrant in de CPN was en die zich aanmeldde als vrijwilliger om aan het Oostfront te vechten, de SS’er Abraham van Dijk die lid was van de NSB-organisatie Rechtsfront en als medewerker van de topspion buitengewoon schadelijk was geweest voor de belangen van een onafhankelijk Nederland en Krieno Luurssen die al in de eerste week van de bezetting op eigen verzoek bij de Sicherheitsdienst aan de Raamweg gedetacheerd werd. Eckhardt, Van der Ploeg en Van Dijk kwamen na de oorlog bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst weer onder Crabbendam te werken.
Justitieelendienst en Arrestantenadministratie
Bij de Justitieelen Dienst onder commissaris Gijsbert Bouwhof kwam Crabbendam bij de afdeling fraude. Bouwhof was lid van de NSB-organisatie Rechtsfont en zijn naam kwam voor op een Duitse lijst van eind 1939 van personen die na een Duitse inval zo gauw mogelijk benaderd moesten worden. Op 1 mei geraakte Crabbendam betrokken bij onderzoek naar fraude bij de verkoop van het zestiende-eeuws schilderij ‘De zondares voor Christus’ van Marco Marziali. Blijkbaar werd zijn onderzoek naar fraude door de commissaris niet bevredigend gevonden, want op 23 juni 1941 werd Crabbendam al weer overgeplaatst naar de Justitieelen Dienst afdeling diefstallen, maar wel met de toevoeging dat hij een commissaris verving. Crabbendam verving Bouwhof enkele keren vanwege ziekte en verlof. Dit was eigenlijk een soort promotie, want bij de Documentatiedienst verving hij een commissaris met veertig personen onder zich en bij de Justitieelen dienst met driehonderd personen onder zich. In 1943 werd Crabbendam alweer overgeplaatst naar de cheffunctie bij de arrestantenadministratie. Hier was hij meer op zijn plaats want er waren geen politiecapaciteiten voor nodig.
Op 1 maart 1943 werd vond een reorganisatie plaats van de gehele Nederlandse politie naar een staatsrecherche, waarbij ook het rangenstelsel werd herzien. Daarbij werden militaire rangen ingesteld. De rang van inspecteur 1e klasse werd afgeschaft: de NSB-leden kwamen in de rang van hoofdinspecteur terecht en de niet-NSB-leden werden inspecteur. Dit werd als een degradatie aangevoeld. Maar drie maanden later werden de voormalige inspecteurs eerste klasse die geen NSB-lid waren alsnog met terugwerkende kracht naar 1 maart in de rang van hoofdinspecteur geplaats, wat een bevordering ten aanzien van de voormalige rang inspecteur eerst klasse was. Na de oorlog beklaagde Crabbendam zich erover dat hij zo benadeeld was met de niet-bevordering op 1 maart, maar verzweeg dat hij drie maanden later alsnog bevorderd was.
Op 11 april 1944 werd het gebouw Kleykamp aan de Scheveningseweg 17, met het Centraal Bevolkingsregister, de Jodenregistratie en de duplicaatkaarten van alle in Nederland uitgegeven persoonsbewijzen, gebombardeerd. Van die gegevens waren alleen de duplicaatkaarten belangrijk, omdat van de Jodenregistratie een duplicaat bij de Joodse Raad bestond en het Centraal Bevolkingsregister alleen de registratie van personen zonder vaste verblijfplaats bevatte zoals zwervers, woonwagenbewoners en schippers bevatte. De duplicaatkaarten maakten de gegevens van alle Nederlanders makkelijk toegankelijk voor de Duitsers en maakten het ineffectief om vervalsingen binnen de gemeentelijke bevolkingsregisters aan te brengen. Het gebouw stond tegenover het Vredespaleis en in de onmiddellijke omgeving van het hoofdbureau van politie. Het lag enige tientallen meters van het gebouw van de Documentatiedienst. Bij het bombardement vielen zestig doden.
Bij het bombardement vloog een bom over het hele huizenblok achter Kleijkamp en legde een statig pand bij aan de Laan Copes van Cattenburch (nu Burgemeester Patijnlaan) vlakbij de Timorstraat in puin. Toen Crabbendam de schade opnam, ontplofte er om 16.30 uur voor de Alexanderkazerne op de Laan Copes van Cattenburch, tussen Alexanderplein en Timorstraat, een blindganger op twintig meter afstand. Crabbendam werd door een steen in de rug getroffen en daardoor op de grond geworpen. Hij liep kneuzingen en bloeduitstortingen in de weke delen van de rug op en moest een aantal dagen met ziekteverlof. Bij het bombardement raakte het gebouw van de Documentatiedienst ernstig beschadigd en dat was vermoedelijk de aanleiding voor de verhuizing naar de Nassaulaan. Het illegale blad Vrij Nederland meldde dat ook het gebouw van de Documentatiedienst een voltreffer had gekregen, maar dat is onjuist. Volgens een opgave van de brandweer werden in de Laan Copes van Cattenburch de nummers 12-22 en 23-29 ernstig beschadigd, evenals Timorstraat 7-13 en een deel van de Alexanderkazerne. Daar zat het gebouw van de Documentatiedienst op nummer 6 dus niet bij, maar desondanks raakt het gebouw van de Documentatiedienst zodanig beschadigd dat de dienst naar de Nassaulaan 23 werd overgeplaatst. Het resultaat van het bombardement was een gedeeltelijke vernietiging van het duplicaatbevolkingsregister. Toen de restanten van het bevolkingsregister na de oorlog naar het BNV werden overgeheveld, werd gemeld dat de delen met de beginletters A-C en S-Z compleet waren, maar dat de rest erg onvolledig was door verbranding. Uiteindelijk kwam de rest na de oorlog bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst onder Crabbendam terecht, die het na verloop vernietigde inclusief de foto’s van tienduizenden vermoorde Joden zodat hun visueel bestaan voor goed werd uitgewist.
Vanaf eind 1944 tot het eind van de bezetting executeerden de Duitsers bij wijze van represaille vanwege aanslagen op Duitse militairen vele tientallen personen. De Duitsers wezen zelf veel slachtoffers aan, voor een belangrijk deel communisten, die uit het Oranjehotel werden gehaald. In 1945 hadden de Duitsers onvoldoende Todeskanditaten en toen moest plaatsvervangend hoofdcommissaris Valken slachtoffers aanwijzen. Hij wees daarbij voornamelijk notoire criminelen aan voor zover ze wegens diefstallen, zwarte handel of plundering in het Huis van Bewaring aan het Lyceumplein in Den Haag waren opgesloten. Crabbendam moest dan de slachtoffers uit de cellen laten halen en aan de Duitsers uitleveren.
Bureau Nationale Veiligheid
Aan het einde van de oorlog maakte Crabbendam een lijstje van na de Duitse capitulatie te arresteren NSB’ers. Toen hij na de oorlog werd aangezocht als nieuwe leider van de afdeling communistenvervolging (Bureau B) van het Bureau Nationale Veiligheid gaf hij dit krabbelwerk op een vodje papier op als zijn verzetswerk tijdens de oorlog. Wat een held!
Hij zorgde er voor dat hij prominent in de naoorlogse arrestatieploegen kwam, net als zoveel andere Pro-NSB politiemannen en ander verkeerd volk dat zich opeens publiekelijk ‘moedig’ wilde betonen. Crabbendam zorgde ervoor dat hij vooraan op de foto kwam toen hij in een ploegje opgenomen was dat Mussert arresteerde.

De grote bestrijder van het verzet Sicherheitsdienstmedewerker Crabbendam na de oorlog vermomd als verzetsheld. Crabbendam staat op de foto rechts van Mussert met hoed op.
De Duitse halfjood Emil Frank woonde in dezelfde straat een portiek verder ongeveer 35 meter van Crabbendam vandaan. De twee hadden verschillende keren contact met elkaar en Frank gaf tijdens de hongerwinter ook voedsel aan Crabbendam, waarschijnlijk in de hoop dat Crabbendam hem te hulp zou komen wanneer hij vanwege zijn Joodse achtergrond in problemen zou komen. De Duitse Sicherheitsdienstman Friedrich Frank werkte onder Joseph Schreieder vor de Duitse Abwehr (contraspionage). Crabbendam kende deze Frank ook goed, want Frank kwam regelmatig bij hem langs om te fusilleren mensen op te halen. Verder had Frank zich schuldig gemaakt aan veel oorlogsmisdaden; hij organiseerde de Silbertannemoorden. Vlak voor de Duitse capitulatie vluchtte Friedrich Frank met een schip vanuit Den Helder naar Duitsland, maar dat was in Den Haag onbekend. Na de Duitse capitulatie moest met Friedrich Frank hoge prioriteit gearresteerd worden. In plaats daarvan liet Crabbendam zijn bijna-buurman Emil Frank op 9 mei 1945 arresteren en in het Oranjehotel opsluiten. Op de celdeur kwam een naambordje Frank te staan. Daardoor ontstond de indruk dat Friedrich Frank gearresteerd was en werd de jacht op hem gestaakt. Deze Frank werd zelfs triomfantelijk aan diverse personen getoond, dat ze Friedrich Frank te pakken hadden. Emil Frank schreef briefjes naar Crabbendam om het ‘misverstand’ op te helderen, maar Crabbendam deed alsof zijn neus bloedde. Pas op 2 april 1946 werd Emil zonder nadere verklaring vrijgelaten, maar de jacht op Friedrich bleef gestaakt. Friedrich was waarschijnlijk van belang voor nieuw op te zetten samenwerkingsverbanden tussen Nederlandse en Duitse geheime diensten. In een toen geschrebven brief omschreef E. Frank Crabbendam als ‘een figuur, die in een woud met alle wolven meehuilt, maar op zoo’n sluwe wijze, dat het niet in de gaten loopt, verantwoording en de hieruit voortvloeiende gevaren op een ander schuift’. In 1949 stelde Emil Frank een eis tot schadevergoeding in voor zijn onrechtmatige gevangenschap. Bij deze geschiedenis dient bedacht te worden dat deze Emil Frank mogelijk niet zo onschuldig was als hij voorgaf. In 1944 werd in enkele illegale blaadjes gewaarschuwd voor de ‘jood’ Emil Frank dat hij voor de Gestapo zou werken en er regelmatig bij over de vloer kwam. Maar er stond ook bij dat hij praatjes verspreidde dat hij toen al met een ander persoon verwisseld werd. Het is moeilijk te interpreteren, maar de Gestapo-contacten zouden wel eens op het frequente contact tussen Emil Frank en Crabbendam kunnen slaan. In dat geval maakte Crabbendam op buurtgenoten de indruk nauw bij de Gestapo te zijn betrokken. Emil Frank is na de oorlog niet vervolgd voor een of andere vorm van verraad.
Op 29 mei 1945 werd het Bureau voor Nationale Veiligheid (BNV) opgericht. Het kreeg als taken:
‘a. Documenteeren van alle nadeelige gegevens op politiek gebied, zoowel in de periode van voor 1940, als gedurende de bezettingsjaren
b. Verschaffen van inlichtingen aan officieele instanties
c. Verificatie en saneering der reeds voorkomende gegevens.’
De gegevens van voor de oorlog betrof voornamelijk de Lijst van linksextremisten van de Centralen Inlichtingendienst. Voor de paar voor de oorlog gesignaleerde NSB’ bestond alleen belangstelling als die als werknemer aangesteld konden worden of gebruikt konden worden als informant. De gegevens van tijdens de oorlog betroffen de gegevens over communisten en andere linkse groeperingen die door de diverse Inlichtingendiensten in verschillende steden aangelegd waren, de Rapportenboeken met de arrestaties door de Documentatiediensten, gegevens van de Sicherheitsdienst over linkse mensen die door die dienst gearresteerd waren, klikbrieven over communisten die bij de NSB waren binnen gekomen (die moesten nog wel geverifieerd worden) en gegevens afkomstig van de Ordedienst die in de Raad van Verzet met de communisten zogenaamd ‘samengewerkt’ hadden. Wat niet vermeld staat is dat vooral de nieuwe aanwas van leden van de CPN plus mantelorganisaties nauwkeurig in de gaten gehouden werden. Een van de belangrijkste bronnen van informatie werd de Stichting 1940-1945 waar veel communisten zich na wrede gevangenschappen aanmeldden.
In de rapportenboeken van de Inlichtingendiensten in de verschillende gemeentes van Nederland werd onder andere opgeschreven welke politieagenten welke arrestanten binnenbrachten. Daaruit konden veel namen van gearresteerde communistische verzetsmensen gehaald worden. Maar ook konden daar de namen van de politieagenten gehaald worden die hadden meegewerkt aan oorlogsmisdaden met over heel Nederland vele duizenden doden: politieagenten die niet alleen hadden meegewerkt aan het arresteren van linkse verzetsmensen, maar ook andere verzetsmensen, Joden, Jehovah’s Getuigen, ontduikers van de Arbeitseinsatz enz. En die politiemensen moesten beschermd worden. Daarom werden allen rapportenboeken uit Nederland opgehaald. In 1948 kwamen die bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst van Crabbendam terecht en daarna is er nooit meer iets over vernomen.
Als directeur werd Louis Einthoven aangesteld, die voor de oorlog door de Duitse Abwehr gesignaleerd werd al aanlooppunt voor Duitse spionnen. Einthoven moest personeel voor zijn dienst gaan aanwerven en schreef daarover op 14 juni 1945 een brief aan de procureur-generaal:

Aanbevelingsbrief voor Crabbendam door Directeur van het Bureau Nationale Veiligheid Louis Einthoven.
Het is een geraffineerde brief. Er wordt gesuggereerd dat Crabbendam voor de oorlog Inlichtingendienstwerk deed, maar het staat er niet letterlijk. Inderdaad had Crabbendam ervaring op dit gebied verworven door zijn werkzaamheden voor de Sicherheitsdienst tijdens de oorlog maar nooit ervoor. Einthoven moest ook iets over Crabbendam’s antecedenten schrijven, wat hij op een apart velletje papier deed:

Bijlage bij de aanbevelingsbrief.
Aan het begin van de brief staat een leugen: ‘Het grootste deel van zijn diensttijd heeft hij doorgebracht bij de Recherche’. Hij was 24 jaar in dienst van de politie. In de jaren twintig was hij bij de verkeerspolitie en brandweer, daarna manusje van alles voor de hoofdcommissaris. Van halfverwege 1935 tot eind 1938 heeft hij inderdaad bij de Recherche gewerkt. Misschien kun je zijn halve jaar bij de Inlichtingendienst als tijd bij een politieke Recherche beschouwen. Daarna kwam hij vanaf april / mei 1941 tot 1943 weer bij de Recherche. Bij elkaar was hij van de 24 jaar slechts 7 jaar bij de Recherche, wat aanmerkelijk minder dan de helft is en dus zeker niet het ‘grootste gedeelte’. Bovendien kan vanwege zijn vele overplaatsingen geconcludeerd worden dat hij onbekwaam werd bevonden. Als je dit zo leest denk je dat Crabbendam in 1932 of kort daarna werd aangesteld als vervanger van een commissaris. Maar Einthoven liet weg dat die benoeming als plaatsvervanger van een nog te benomen chef met de rang van commissaris pas plaats vond in november 1940 bij het toekennen van de tijdelijke dagelijkse leiding van de Documentatiedienst, die formeel als vervanger in februari 1941 werd vastgelegd. Aangezien Crabbendam voor de oorlog kennelijk wegens onbekwaamheid steeds maar opnieuw overgeplaatst werd, kwam hij bij terugkeer uit mobilisatie in het geheel niet in aanmerking voor de rang van hoofdinspecteur, daarvoor kwamen een aantal personen binnen de Inlichtingendienst veel eerder voor in aanmerking. Overigens werd niemand in 1940 door de Duitsers bevorderd, dus kan Crabbendam toen niet gepasseerd zijn vanwege zijn ‘nationale gevoelens’. Inderdaad werd bij de invoering van een nieuw rangenstelsel zijn rang van Inspecteur 1e Klasse op 1 maart 1943 gehandhaafd, omdat hij geen lid van de NSB was, maar Einthoven verzweeg dat drie maanden later de bevordering tot hoofdinspecteur met terugwerking tot 1 maart alsnog werd toegekend. Zijn voorbereiding van de arrestaties was niet meer dan een lijstje op een achternamiddag op een vodje papier schrijven. Verder kwam hij pas een paar dagen voor de Duitse capitulatie bij de Binnenlandse Strijdkrachten, omdat er toen voor de arrestaties politiepersoneel nodig was. Hij had totaal niet aan de strijd deelgenomen. De fascistenvriend Einthoven, zijn woning was voor de oorlog een aanloopadres voor Duitse spionnen en hij stond in 1940 op een Duitse lijst van personen waarmee direct na de bezetting contact moest worden opgenomen, was een Trump-achtige aartsleugenaar.

De personeelskaart van Crabbendam bij de Haagse politie.
Crabbendam had zoveel doden op zijn geweten, bijna allemaal verzetsmensen, dat hij net zoals Anton van der Waals de doodstraf verdiende. Hij had op de Waalsdorpervlakte naast Mussert of Van der Waals moeten staan. Maar in het corrupte Nederland werd hij beloond voor zijn massamoord met een mooie functie, waarin hij geacht werd zijn activiteiten van gedurende de oorlog te herhalen. En zo werd Crabbendam hoofd van Bureau B van het Bureau Nationale Veiligheid (BNV) en moest het communisme gaan bestrijden. Volgens de aanbevelingsbrief van Einthoven moest Crabbendam hetzelfde werk op dit gebied doen als hij eerder had gedaan en dat was tijdens de oorlog het de dood injagen van grote aantallen communisten. Je zou dus kunnen concluderen dat het de bedoeling van het BNV was een gigantische moordpartij onder communisten te gaan aanrichten. Het Bureau werd gevestigd in de Javastraat 68. Het Bureau werd ook wel de afdeling Documentatie genoemd, welke term sterk doet denken aan de Nazi-Documentatiedienst tijdens de bezetting waarvan Crabbendam de eerste Führer was. Maar hij had tevens grote invloed op de Politieke Recherche Afdeling (PRA) dat oorlogsmisdadigers moest opsporen. Volgens diverse getuigen, zoals advocaten, liet Crabbendam veel gearresteerde Sicherheitsdienstmannen vrij. Verder werden voor de vervolging van de communisten vooral politiemannen aangenomen die bij de Sicherheitsdienst hadden gewerkt (zie CABR-dossier Reinder Zwolsman).
Het eerste wat hij deed was zijn ondergeschikte Jacob Gros, die voor de oorlog de contactman tussen Inlichtingendienst en de politie-infiltrant Van Soolingen was, opdracht geven om Van Soolingen te benaderen om de CPN te infiltreren. Van Soolingen was een oude bekende van Crabbendam, want Van Soolingen infiltreerde de in 1940-41 de CPN onder leiding van Crabbendam. Van Soolingen had voor 127 doden onder de communisten veroorzaakt (105 onder leiding van Crabbendam) en was dus uiterst nuttig voor Bureau B. En het was zoals Einthoven in zijn aanbevelingsbrief aangaf letterlijk een voortzetting van Crabbendam’s eerdere acties tegen de communisten, waarbij Van Soolingen de CPN infiltreerde. Van Soolingen had voor 127 doden onder de communisten veroorzaakt (105 onder leiding van Crabbendam) en was dus uiterst nuttig voor Bureau B voor een eventuele nieuwe massamoord.
Het hoofd Crabbendam moest een militaire status krijgen en bovendien bevorderd worden, zodat hij minstens de gelijke in rang was van degenen met wie hij overleg moest voeren of aan wie hij opdrachten gaf. Daarom bevorderde de chef-staf van het Militair Gezag H. Kruls hem op 15 februari 1946 tot luitenant-kolonel. Maar daarmee trad Kruls buiten zijn bevoegdheden. De bevordering werd op 13 juni 1946 teruggedraaid en op 24 augustus legde minister-president Beel aan koningin Wilhelmina een stuk ter ondertekening voor betreffende de benoeming van Crabbendam bij het ‘reserve-personeel van de landmacht voor den tijd, dat hij een functie bij het Bureau voor Nationale Veiligheid vervult’, met terugwerkende kracht naar 12 juni 1946 en Crabbendam werd weer luitenant-kolonel.
Men stelde bij het BNV veel politiepersoneel aan dat voor de Sicherheitsdienst had gewerkt, zoals het hoofd Crabbendam, het plaatsvervangend hoofd Van Laere, Jacob Gros en Hanken. Gros had aan het eind van de oorlog intensief samengewerkt met Krom van het Sonderkommando Frank. Hanken kwam later bij de BVD te werken alvorens hij tot hoofdcommissaris van politie van Den Haag werd benoemd; zijn personeelsdossier is uit het politiearchief verdwenen. Maar men ging nog veel verder. Men ging er zelfs toe over om SD’ers en SS’ers bij de politieke recherche PRA aan te stellen, die gedeeltelijk als verlengstuk van het BNV fungeerde. Een van die aangestelde SS’ers was Abraham van Dijk. Hij werd na de oorlog eerst speciaal rechercheur bij de koningin, kreeg een koninklijke onderscheiding en kwam vervolgens zelfs nog bij de BVD te werken. Van Dijk had nota bene tot 1943 als ondergeschikte van de Duitse spion Protze gewerkt.
Vooral de aanstelling van de SS’er en NSB’er Van Dijk was brutaal. Voor de oorlog werden honderden linkse mensen het Nederlanderschap ontnomen omdat ze in Spanje tegen het fascisme gevochten hadden, daar gewonde en zieke mensen verzorgd hadden of gewoon alleen maar brieven hadden bezorgd. Het argument was dat ze dienst hadden genomen in het leger van een andere mogendheid, wat overigens lang niet altijd waar was omdat sommigen allen in een civiele functie terecht kwamen Maar Van Dijk had vrijwillig dienst genomen van een mogendheid waar Nederland mee in oorlog was en had ernstig landverraad gepleegd bij het penetreren van een pilotenlijn, het smokkelen van Duitse spionnen naar Engeland en het oprollen van een groot deel van Europa’s belangrijkste en voor de Duitsers meest schadelijke verzetsorganisatie de Rote Kapelle (groep Wollweber). Deze superstaatsgevaarlijke landverrader moest de staatsveiligheid gaan beschermen!
Vervolgens stuurde Crabbendam een brief naar alle burgemeesters te sturen om te vragen de namen te melden van de communisten die actief waren. In november 1945 kreeg hij uit onbekende bron een lijst met namen van communisten. Hij verifieerde wie nog in leven was en waar die woonde. Maar een flink aantal kon hij niet achterhalen en stuurde hij een lijst met die namen naar de burgemeesters met de vraag of ze iets over deze personen wisten. Hij schreef in de brief:
‘Volgens een bij mij ingekomen bericht zouden de volgende personen zich gedurende den bezettingstijd, doch vooral in de jaren 1940/41 hebben bezig gehouden met het verspreiden van het blad “De Waarheid”, terwijl zij tevens als illegale werkers voor de C.P.N. moeten worden beschouwd.’
Van de lijst is een klein deel bewaard, waarop 119 namen staan. Daarvan waren er 81 om het leven gekomen, vooral door toedoen van diverse gemeentelijke inlichtingendiensten. De lijst betrof personen die na verblijf in een Duits concentratiekamp niet meer in hun woongemeente waren teruggekeerd wegens niet aangegeven overlijden, vermissing of vestiging in een andere gemeente. Een flink aantal betrof personen die hij als chef van de Documentatiedienst in handen van de Sicherheitsdienst had gespeeld. Dat hij die lijst kon samenstellen toont aan dat hij over gegevens van de Sicherheitsdienst beschikte. De BVD zou die gegevens in de loop der tijd vernietigen, zodat veel bewijsmateriaal tegen oorlogsmisdadigers in dienst van de BVD zou verdwijnen.
Het bureau van Crabbendam moest ook onderzoek doen naar de Surinaamse vereniging. Op 2 juli 1946 werd door Bureau B een rapportje geschreven over het lid Alfred Cornelis Sunkar: ‘A.C. Sunker van Surinaamse vereniging, “qua origine Britsch-Indiër”, is belangrijk intelligenter dan doorsnee Surinamer.’ Hier blijkt duidelijk de racistische instelling van de groep onder Crabbendam, zoals het tijdens de oorlog antisemitisch was.
Op 16 april 1946 liet Crabbendam een nog vóór de oorlog aangevulde versie van de CID-lijst van 1939 onder de politiekorpsen circuleren met het verzoek om die te controleren of er zich nog links-extremisten in de respectieve gemeentes bevonden. Ook dat toont aan dat de bestanden van de Centrale Inlichtingendienst gewoon door de oorlog heen zijn blijven bestaan, inclusief de aanvullingen nadat de lijst in 1939 in wijdere kring verspreid was.
In 1947 werden toch enige vraagtekens bij de benoemingen van ondergeschikten van Crabbendam. Dit blijkt uit het feit dat hij het volgende rapport schreef”
‘Op mijn voorstel werden enige inspecteurs (o.a. L.L. van Laere en G. Hanken), die mij persoonlijk bekend waren in elk opzicht uitstekende vaderlanders en anti-N.S.B. gezind te zijn, mede ingedeeld bij de Inlichtingendienst als mijn naaste medewerkers. Gezamenlijk besloten wij te trachten zoveel mogelijk on-Nederlandse daden te voorkomen en het geheel “in de gaten” te houden. Er gebeurde in die tijd niet veel, want er was toen (eind 1940, begin 1941) van enig daadwerkelijk geheim verzet in Nederland nog geen sprake. In enkele gevallen konden personen, die om kleinere zgn. politieke vergrijpen gearresteerd zouden worden, onzerzijds worden gewaarschuwd.’
En weer staat er de leugen dat er geen verzet was, terwijl hij zelf actief was het verzet door de Geuzen, de Stijkelgroep en de CPN te breken en de leden de dood in te sturen. En geen enkele verzetspersoon werd gewaarschuwd, alleen werden enkele personen door hem vrij gelaten vanwege het relatief licht vergijp van een Oranje bloemetje, het dragen van een dubbeltje met het hoofd van koningin Wilhelmina of het neuriën van het Wilhelmus.
Sommige collega’s van Crabbendam van tijdens de oorlog werden tot zware gevangenisstraffen veroordeeld en die vonden het onrechtvaardig dat Crabbendam aan hun vervolging meewerkte en niet werd vervolgd, terwijl die leiding aan dat soort activiteiten had gepleegd. Jan Viëtor, Steven Pegels en Cornelis Leemhuis van de Haagse gemeentepolitie werden tot straffen van ongeveer tien jaar veroordeeld. Zij gingen in cassatie. En daar deden de advocaten een beroep op het principe van een gelijke behandeling in gelijke gevallen. In een arrest van de Bijzondere Raad van Cassatie kwam een vraag naar voren die nog uitgezocht en beantwoord moest worden:
‘In hoeverre heeft het optreden in politieke zaken van andere bij de Documentatiedienst werkzaam geweest zijnde politieambtenaren, zoals de tegenwoordige commissarissen Crabbendam en Teseling, verschild van de werkzaamheid van requiranten?’
Nu kreeg Crabbendam het heel warm. Stel dat de Bijzonder Raad van Cassatie besloot dat ook de chefs vervolgd dienden te worden, dan dreigde een heel lange gevangenisstraf. Crabbendam besloot een verklaring af te leggen gericht aan: ‘De Heer Procureur-Fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof te ‘s-Gravenhage, door tussenkomst van de Heer Hoofdcommissaris van politie.’ Hoe penibel de positie van Crabbendam was, bleek uit het feit dat hij de hoofdcommissaris van politie voor de geloofwaardigheid mee liet tekenen. Maar hij maakte het helemaal bont toen hij de schuld helemaal op zijn ondergeschikten afschoof:
‘Hier moge mij iets van het hart: Men spreekt zo vaak van de verantwoordelijkheid van de superieuren, die achter hun lessenaar zitten en de kleine man, die het “vuile werk” mocht doen. Inderdaad, de kleine man moet nu eenmaal de feiten nazoeken en tot klaarheid brengen en de dader brengen; dit is zijn rechercheurstaak. Maar niemand is ook beter in staat dan deze kleine man, om zonder enig risico voor zichzelf, een dader of te arresteren persoon niet te brengen. Om een simpel voorbeeld te stellen: als hij zich eenvoudig vergist in een huisnummer of voorgeeft dit niet of niet meer precies te weten en aanbelt bij een buurman, zich aldaar bekend maakt als zijnde van de Politie en vraagt naar X, van wie hij zeker weet, dat hij daar niet woont, dan was hij reeds klaar, althans in de bezettingstijd. Want tenzij hij zo dom zou zijn om precies bij een buurman-N.S.B.-er te bellen, hij kon er zeker van zijn, dat de buurman toch geen enkele aanwijzing zou geven en de betrokkene terstond zou waarschuwen. De rechercheur kon dan gerust korte tijd later aan het goede adres verschijnen in de zekerheid, dat de vogel toch was gevlogen. Dit is slechts een voorbeeld uit vele, want talloos waren de mogelijkheden om zonder risico voor de rechercheur, een man niet te brengen. De strengste opdracht van de hoogste superieur was niet in staat de man te voorschijn te brengen, als de rechercheur dit niet wenste. En, hij behoefde, niet eens bijzonder handig te zijn, om te zorgen, dat men hem niets maakte. Omgekeerd echter lag de zaak geheel anders: als de rechercheur de man wenste te brengen en hem opsnuffelde en tenslotte in het bureau bij zijn superieur bracht, dan was het practisch onmogelijk – tenzij met groot gevaar voor de superieur – om deze man weg te moffelen, vooral wanneer het personeel voor een deel uit N.S.B.-ers bestond! Het zwaartepunt lag dan ook niet in de “opdrachten”, maar in de innerlijke gesteldheid om iets te doen of beslist niet te doen. In het laatste geval kwam het natuurlijk ook wel eens voor, dat risico niet te vermijden was en dan werd het een kwestie, of en in hoever men de kracht of de lust had dit te lopen, een afweging van belangen of waarden. De N.S.B.-rechercheurs die zich thans allen op allerlei opdrachten trachten te beroepen – en het is begrijpelijk, dat zij dit doen en te gereeder doen naarmate dit succes zou hebben – hebben zich geen van allen ooit om een opdracht bekommerd. Zij hadden de innerlijke drang om zelf te brengen zoveel zij konden, om een goede beurt te slaan bij de nieuwe baas. Allen die ik gekend heb, waren vooral in het begin rotsvast overtuigd van de zege der Duitse wapenen; zij zagen nieuwe kansen op promoties, waarmee het nieuwe regime grif was en die zij nooit onder het oude zouden hebben kunnen maken. Dat was het doolmotief en niets anders; slechts een enkeling was misschien “idealist”. Dit maakte hen door en door serviel en plus royaliste que le roi en volkomen onbetrouwbaar voor de “goede”superieuren, die zij trachtten te terroriseren en vaak heimelijk dreigden met de “grote broer”. Eerst later, als de krijgskansen keren, de promoties zijn binnengehaald en de illegaliteit steeds meer “liquideert”, dan wil men wel weg naar een “neutrale dienst”en van die tijd dateren de verzoeken om overplaatsing, waarop men zich thans in de processen eveneens beroept, verzoeken die toen natuurlijk niet meer werden ingewilligd, omdat deze handlangers er te goed “in zaten”en de Duitsers geen risico’s met nieuwe krachten wilden lopen (verklaring Schreieder).’
Crabbendam deed hier een beroep op het omgekeerde Befehl-ist-Befehl-excuus. Degeen die de bevelen uitvoerde, was schuldig, maar degeen die de bevelen uitvaardigde was onschuldig. Je had moeten weten dat je de bevelen niet behoorde uit te voeren. Doorredenerend, Hitler en Eichmann’s chef Heinrich Müller waren onschuldig, alleen degenen die op hun bevel de trekker overhaalden of het gasblikje wierpen, die waren schuldig. En de Haagse hoofdcommissaris Valken, die tijdens de bezetting een opmerkelijke carrière maakte van hoofdinspecteur naar plaatsvervangend hoofdcommissaris, tekende op 3 december 1948 voor instemming met deze vuiligheid. Niet verbazingwekkend aangezien de Duitse bezetter Valken in 1943 in de directie van de nieuw gevormde Nederlandse Staatspolitie benoemde, dan moest hij wel heel erg betrouwbaar voor de Duitsers zijn geweest.
Maar Crabbendam liet de hoofdcommissaris ook voor duidelijke onjuistheden tekenen; een eerdere passage in de verklaring:
‘Met het “goede” personeel ging het anders. Wanneer aangiften of klachten toevalligerwijs in hun handen vielen – er waren immers niet altijd N.S.B.-rechercheurs in het bureau aanwezig – of zij zich, hetgeen ook wel gebeurde, hiervan, meester maakten, dan kwamen zij de gevallen, met hun Inspecteurs bespreken. Dàn, konden de verdachten van deze zgn. politieke vergrijpen, die krachtens de bevelen van de bezetter moesten worden gearresteerd, worden gewaarschuwd of wel de zaak werd op een dood spoor geleid of helemaal in de prullemand gedaan. Dàn waren er vele middelen, om een zaak te torpederen en deze zijn, waar dit maar kon, gedurende mijn periode van werkzaamheid aan de Dienst, voortdurend toegepast.’
Crabbendam stelde dat de ondergeschikten makkelijk zaken op dood spoor konden laten lopen. Maar het zojuist behandelde voorbeeld van het lid van de marechaussee, naar wie Crabbendam zijn ondergeschikte Hanken terugstuurde, getuigde ervan dat Crabbendam het helemaal niet accepteerde als men de boel op dood spoor liet lopen. Dan zorgde hij voor een ernstige reprimande door de NSB-hoofdcommissaris en stuurde de agent terug om alsnog tot arrestatie over te gaan.
Hoe dachten zijn ondergeschikten daar nu over? Deze Inlichtingendienstmannen waren natuurlijk ook grote smeerlappen, maar ik voel wel voor de redenering van Poos en Slagter:
‘Voor iedere ingewijde in de gang van zaken bij de Haagse Politie is het meer dan over bekend, dat geen enkele politieambtenaar ook maar iets doen mag, hoe en wat dan ook, zonder dat hij daarvoor van zijn Chef hetzij mondeling of schriftelijk daartoe opdracht heeft bekomen. Deze verstrekte opdracht zal ook uit ieder geschreven stuk van die politieambtenaar blijken. Welk procesverbaal of rapport men ook uit de archieven van de Haagse Politie moge lichten, daarin zal steeds stereotiep dezelfde uitdrukking voorkomen van “Na bekomen opdracht” of “heb ik in opdracht” of “heb ik op last” of “ verdachte is op last van … ingesloten geworden”. Niets is bij wat voor handeling ook, welke in de persoonlijke of natuurlijke rechten van een mens ingrijpen en welke door een eenvoudige politieambtenaar worden verricht, aan het initiatief van hemzelf overgelaten. Hij heeft de verplichting om bij al deze handelingen zijn superieuren te kennen en deze te laten beslissen. De betrokken ambtenaar kan hoogstens een adviserende stem uitbrengen, doch verder gaat zijn bevoegdheid ook niet. Bij alles wat dus een politieambtenaar doet, zal hij zich steeds afvragen: “Hoe zou mijn Chef daarover denken?” en “Wat zou mijn Chef daar van zeggen?”. Nu kunnen er zich uit de aard der zaak gevallen voordoen, dat het raadplegen van een Chef niet mogelijk is en moet dus de betrokken politieambtenaar zelf naar goeddunken en beste weten handelen. Is het goed gebleken, dan zal zijn Chef dergelijke handelingen natuurlijk en vanzelfsprekend sanctioneren. Blijken de genomen beslissingen niet goed geweest te zijn, dan komen zij in hun volle zwaarte op de betrokken politieambtenaar neer en neemt geen enkele Chef daarvoor enige verantwoording. Een politieambtenaar zal dus er wel terdege voor zorgen, dat al zijn handelingen steeds gedekt zijn door een last op een opdracht van zijn Chef. Bij een politieambtenaar leeft dus nog steeds het oud-militaire begrip “Dek je op je voorman”.’
Commissaris Simon werd na de wel oorlog vervolgd voor zijn activiteiten tegen de Stijkelgroep, maar de hele opsporing van en infiltratie in de Stijkelgroep vond plaats door Leonardus Poos en Marten Slagter onder verantwoording van hun chef bij de Documentatiedienst Crabbendam. De arrestaties van 2 april 1941, waarbij die van Han Stijkel zelf en de politieman Cornelis Drupsteen, vielen zeker nog onder Crabbendam, die officieel pas per 3 april verdween en in de praktijk vermoedelijk enige weken later. Simon kwam pas enkele weken later in functie bij de Documentatiedienst. Crabbendam werd niet vervolgd voor zijn aandeel in de actieve opsporing en arrestatie, Simon wel voor de afwikkeling van de affaire die hij van Crabbendam had geërfd en die hij vanwege de inmiddels ingeroepen bemoeienis van de SD eigenlijk nog maar weinig kon beïnvloeden.
Crabbendam stelde zijn collega Laurentius Livinus van Laere aan in een functie voor de jacht op communisten en tevens als plaatsvervanger. Daarbij richtte Van Laere zich speciaal op voormalige linkse verzetsmensen die lid waren geworden van Verenigd Verzet 1940-1945 die door communisten werd gedomineerd. In deze functie zette hij zijn werkzaamheden uit 1940-1941 bij de Documentatiedienst voort, waarvoor hij ook al jacht op communisten had gemaakt en had bijgedragen aan de moord op tientallen van hen. (De vrouw van Van Laere was telexiste bij de Sicherheitsdienst, wat een vertrouwenspositie was omdat ze veel strikt geheime zaken onder ogen kreeg). Daarnaast had Van Laere onderzoek gedaan naar de Stijkelgroep en daarbij speciaal naar de politieagent Drupsteen die als gevolg daarvan vermoord werd. (Zie bijvoorbeeld de rapporten van de Binnenlandse Veiligheidsdienst die door de Stichting Argus via internet publiek zijn gemaakt.)
Binnenlandse Veiligheidsdienst
De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) werd in augustus 1948 opgericht. Het was een voortzetting van de Centrale Veiligheidsdienst die niet voldeed en die was weer een voortzetting van het Bureau Nationale Veiligheid, waarvan Bureau B de uitvoerende dienst was. Crabbendam was de leidende figuur van de uitvoerende dienst, terwijl Louis Einthoven als directeur het gezicht naar buiten was.
De namen van de leden van de BVD werden strikt geheim gehouden en zijn het nu nog steeds. Maar in de jaren veertig was men bij de Bijzondere Rechtspleging minder zorgvuldig en kun je in sommige dossiers een naam van een BVD-functionaris terugvinden. Meesstal vind je dat in een dossier van een ander persoon en werd het over het hoofd gezien bij het wegpoetsen van de namen van BVD-leden. Zodoende kon ik buiten die van Crabbendam de namen van enkele BVD-leden ontdekken. Omdat ik alleen onderzoek heb gedaan naar gebeurtenissen in Den Haag heb ik tijdens mijn onderzoek alleen de namen van BVD-leden opgeschreven die tijdens de oorlog bij de Haagse Documentatiedienst (DD) werkzaam waren. Vrijwel zeker zijn er ook BVD-leden geweest die tijdens de oorlog bij de overeenkomstige diensten in andere steden actief zijn geweest.
De Haagse Documentatiedienstleden bij de BVD waren Johannes Gottlieb Crabbendam (chef DD, gaf leiding aan opsporing communisten wat tot 105 moorden leidde), Laurentius Livinus van Laere (wachtcommandant bij DD), Abraham van Dijk (gedetacheerd bij Duitse topspion Traugott Protze, NSB’er en sinds eind 1940 lid van SS en sinds november 1940 van NSB-organisatie Rechtsfront), Anne van der Ploeg (tot Dolle Dinsdag bij DD en zodoende in augustus 1944 geïncorporeerd bij Sicherheitsdienst, hij nam in de herfst van 1942 deel aan razzia’s op ondergedoken joden, verrichtte activiteiten voor Duitse topspion Protze, hij bereidde de massamoord op de Haagse Jehovah’s Getuigen voor), Johannes Eckhardt (tot mei 1943 bij DD, daarna tot september 1944 jodenjager bij de Bahnfahndung = ‘treincontrole’, hij nam in de herfst van 1942 deel aan razzia’s op ondergedoken joden), Jacob Gros (kwam ondanks dat hij gepensioneerd was bij BVD om bezocht jarenlang politiespion Van Soolingen in de gevangenis om hem tot zwijgen te bewegen), Gerhard Hanken (korte tijd bij de BVD tot hij commissaris van politie in Den Haag werd, zijn personeelsdossier is uit het politiearchief verdwenen waarschijnlijk om zijn oorlogsverleden te verhullen).
Verder kwamen Willem Bos, de zogenaamde ‘secretaris’ van de criminele Haagse burgemeester Visser, bij de BVD tot hij vanwege medeplichtigheid aan dezelfde criminele activiteiten voor SOAN in de gevangenis kwam, en stay-behind Pierre Sweerts (Belgische SS’er, lid van Skorzeny-Kommando, Weerwolf en SOAN, in België ter dood veroordeeld wegens massamoorden).
De opname van Abraham van Dijk die tijdens de oorlog als V-Mann van de Duise topspion Traugott Protze een belangrijke rol speelde bij het oprollen van de Rote Kapelle zal er wel voor gezorgd hebben dat de leden van de al lang niet meer bestaande organisatie Rote Kapelle speciale aandacht van de BVD kregen. De Rote Kapelle was gedurende de oorlog verreweg het belangrijkste doelwit van de Gestapo in Europa en dus werd dat ook een belangrijk doelwit voor de BVD. Het gebruik van de Duitstalige term Rote Kapelle wijst al op de Gestapo-invloed via Van Dijk. Anne van der Ploeg was voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst van groot belang: hij had een fenomenaal geheugen en kon zich veel namen van communisten herinneren. Daarom was hij tijdens de oorlog van groot belang voor de Sicherheitsdienst. Bovendien had hij veel Joden gearresteerd, ook toen (vanaf december 1942) het bij de Inlichtingendienst bekend was dat de Joden in Auschwitz vermoord werden en had hij de massamoord op de Haagse Jehovah’s Getuigen voorbereid en dat laatste betekende dat de Jehovah’s Getuigen ook door de BVD geregistreerd werden. Verder is de massamoordenaar Pierre Sweerts de enige persoon die in het register van het BVD-archief met ‘heer’ wordt aangeduid, wat de waardering van Crabbendam’s organisatie voor de moordprakrijken van de Gestapo benadrukt.
Daarnaast was ook Willem Bos, de zogenaamde secretaris van de criminele en corrupte Haagse burgemeester Visser, lid van de BVD. Bos was zwaar medeplichtig aan de roof van grote kapitalen uit het bij het Nederlandse Beheers Instituut gestalde vermogen van de NSB’er Bonté, dat als vijandelijk vermogen aan de Nederlandse staat toe kwam (Bonté had zich het vermogen toegeëigend uit het bezit van zijn Duitse werkgever Klöckner). Bos en Visser hadden veel van het geroofde geld, dat voor SOAN bestemd was, in eigen zak gestoken. Toen er een rechtszaak van kwam, weigerde Crabbendam te getuigen, omdat hij geheimhoudingsplicht had. Daarmee is duidelijk dat de BVD zich willens en wetens met criminele activiteiten bezig hield, want voor criminele activiteiten bestaat geen geheimhoudingsplicht. Dat de rechter deze geheimhoudingsplicht accepteerde wijst op diens corrupte instelling, wat ook in belachelijk lage straffen voor Bos en Visser tot uiting komt.
De Haagse Documentatiedienstleden bij de BVD waren Johannes Gottlieb Crabbendam (chef DD, gaf leiding aan opsporing communisten wat tot 105 moorden leidde), Laurentius Livinus van Laere (wachtcommandant bij DD), Abraham van Dijk (lid van DD, gedetacheerd bij Duitse topspion Traugott Protze, NSB’er en sinds augustus 1940 lid van SS en sinds november 1940 van NSB-organisatie Rechtsfront), Anne van der Ploeg (tot Dolle Dinsdag bij DD en zodoende in augustus 1944 geïncorporeerd bij Sicherheitsdienst, verrichtte activiteiten voor Protze), Johannes Eckhardt (tot mei 1943 bij DD, daarna tot september 1944 bij Bahnfahndung (treincontrole), Jacob Gros (DD, kwam ondanks dat hij gepensioneerd was bij BVD om bezocht jarenlang politiespion Van Soolingen in de gevangenis om hem tot zwijgen te bewegen), Gerhard Hanken (wachtcommandant bij DD, korte tijd bij BVD tot hij hoofdcommissaris van Den Haag werd, zijn personeelsdossier is uit het politiearchief verdwenen waarschijnlijk om oorlogsverleden te verhullen). Verder kwamen Willem Bos, de zogenaaamde ‘secretaris’ van de criminele Haagse burgemeester Visser, bij de BVD tot hij vanwege medeplichtigheid aan dezelfde criminele activiteiten voor SOAN in de gevangenis kwam, en stay-behind Pierre Sweerts (Belgische SS’er, Skorzeny-Kommando, Weerwolf, SOAN, in België ter dood veroordeeld wegens massamoorden). Anne van der Ploeg was voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst van groot belang: hij had een fenomenaal geheugen en kon zich veel namen van communisten herinneren. Daarom was hij tijdens de oorlog van groot belang voor Sicherheitsdienst; bovendien had hij veel Joden gearresteerd, ook toen (vanaf december 1942) het bij de Inlichtingendienst bekend was dat de Joden in Auschwitz vermoord werden.
De rapportenboeken van de Inlichtingendiensten tijdens de oorlog kwamen bij de Binnenlandse veiligheidsdienst terecht; in 1948 werd er nog aan gerefereerd dat ze bij de BVD lagen. De namen van de communisten had men er ondertussen al uit overgenomen. Maar in de rapportenboeken stonden ook welke politiemannen, nu soms in diens van de BVD, elke arrestanten hadden binnengebracht. En daardoor was het informatie over welk BVD-personeel aan oorlogsmisdaden had meegewerkt en er moest ten koste van alles voorkomen dat dat in de buitenwereld terecht kwam. Daarom werden alle rapportenboeken door de BVD vernietigd. Heden ten dage kun je in veel gemeentes nog rapportenboeken vinden, maar het rapporten boek van de Inlichtingendienst ontbreekt overal.
In 1948 werd begonnen met het aanleggen van arrestatielijsten van linkse mensen, vooral communisten. Het werd uiteindelijk een lijst van iets meer dan 8.000 personen. Ze zouden gearresteerd moeten worden bij bedreigende omstandigheden, zoals een aanval door de Sowjet Unie, alhoewel er nooit enige indicatie is geweest dat die dat van plan was (er zijn onder Eisenhower wel Amerikaanse plannen geweest om nagenoeg de heel bevolking van de Sowjet Unie uit te roeien door een massaal bombardement met atoombommen). Het lijkt er daarom meer op dat de lijst wrd aangelegd om bij een goede gelegenheid toe te kunnen slaan. Officieel zouden de arrestanten per schip naar het buitenland gedeporteerd moeten worden, maar diverse diensten gaven aan dat in geval van een ernstige buitenlandse dreiging er geen mogelijkheid was om 8.000 gevangenen via de havens weg te voeren. Bovendien was er geen enkel land bekend waarnaar de gevangenen naar toe konden worden vervoerd. Het lijkt er daarom meer op dat het de bedoeling was om de gevangene onder barbaarse omstandigheden in concentratiekampen op te sluiten onder bewaking van SS’ers die men uit de gevangenissen kon rekruteren.
Het geheel werd gedoopt operatie Diepvries later omgedoopt in operatie Porselein). De personen die gearresteerd moesten worden werden gedefinieerd door de volgende lijst:
– alle leden van het partijbestuur van de C.P.N.;
– alle politiek leidinggevende personen aan de verschillende bureaus van de C.P.N.;
– alle volksvertegenwoordigers van de C.P.N.;
– alle leden van de districts- en afdelingsbesturen van de C.P.N.;
– alle leden van de landelijke – en districts-controlecommissies;
– alle leden van de Raad van Bestuur, de directie en de redactie van de Waarheid;
– alle leidinggevende leden van de redactie van de C.P.N.-partijbladen;
– alle leidinggevende personen van de uitgeverijen Pegasus en Republiek der Letteren;
– alle bestuursleden van het Anton Struik Scholingsfonds;
– alle bestuursleden van het Marx-Instituut;
– alle leiders, docenten, leerlingen en oud-leerlingen van de C.P.N.-Kaderschool te Laren;
– alle leiders en docenten van de districts- en afdelingsscholingscursussen;
– alle partij-instructeurs en partij-propagandisten;
– alle landelijk en gewestelijke bestuursleden van Radio Werkend Nederland;
– alle leden van de Culturele Raad van Radio Werkend Nederland;
– alle leidinggevende personen aan het orgaan van Radio Werkend Nederland;
– alle hoofd- en districtsbestuursleden van het Algemeen Nederlands Jeugd Verbond;
– alle leden van het hoofdbestuur van het Verbond van Werkersjeugd;
– alle directie- en bestuursleden van Stichting Kamperoord;
– alle leden van het Psychologisch Adviesbureau;
– alle leidinggevende personen van de redacties van de ANJV-tijdschriften;
– alle landelijke en plaatselijke bestuursleden van de Nederlandse Volksbeweging voor Welvaart en Onafhankelijkheid;
– alle hoofdbestuursleden van de Nederlandse Vrouwen Beweging;
– alle leidinggevende personen van de redactie van Vrede en Opbouw;
– alle hoofdbestuurs- en districtsbestuursleden van de Eenheids Vak Centrale of de aangesloten bonden en bureaus;
– alle leden van de landelijke Advies Raad van de E.V.C.;
– alle leden van de Raden van de landelijke bedrijfsgroepen of aangesloten bonden van de E.V.C.;
– alle personeelsleden van de aan het landelijke E.V.C.-bestuur verbonden bureaus;
– alle landelijke propagandisten van de E.V.C.;
– alle leden van de dagelijkse besturen van de plaatselijke afdelingen;
– alle redactieleden van de E.V.C.-tijdschriften;
– alle hoofdbestuursleden en districtsvertegenwoordigers van de Bond van Socialistische Zang- en Muziekverenigingen;
– alle communistische georiënteerde leden in het hoofdbestuur, de plaatselijke besturen en alle leidinggevende personen in de redactie van het tijdschrift van de Vereniging Nederland-USSR;
– idem voor de Vereniging Nederland-Polen;
– idem voor de Vereniging Vrij Spanje;
– alle hoofdbestuursleden en uitgesproken militante leden van de Vereniging van Oud-Spanje-strijders;
– alle communistische georiënteerde leden van de directie en redactie van het maandblad Vrije Katheder;
– alle communistische georiënteerde leden in het hoofdbestuur en de afdelingsbesturen van de Vereniging Nederland-Indonesië;
– alle communistische georiënteerde leden in het hoofdbestuur en de afdelingsbesturen van de Vereniging Perhimpoenan Indonesia
– alle redactieleden en medewerkers administratie van het tijdschrift Warta Indonesia (van Perhimpoenan Indonesia);
– alle militante partij-, organisatie- of verenigingsleden, ook al bekleden zij geen functie, te wier aanzien hun plaatsing op de lijst nodig wordt geoordeeld, bijvoorbeeld op grond van gebleken activiteit (bijvoorbeeld sprekers, Waarheid-inspecteurs, journalisten e.d.);
– alle personen die noch militant zijn, noch in partij- of verenigingsverband op de voorgrond treden, doch van wie bekend is of redelijkerwijs kan worden aangenomen (bv. Op grond van ondergrondse activiteit) dat hun plaatsing op de lijst nodig is (bijv. saboteurs). (nota Hoofd CVD, 2 augustus 1948).
En in 1965 kwam er een gereduceerde lijst:
– alle afgevaardigden in Eerste en Tweede Kamer.
– de belangrijkste afgevaardigden in Provinciale Staten en de gemeenteraden van de gemeenten boven 100.000 inwoners met inbegrip van enkele kleinere gemeenten met een virulente communistische kern.
– belangrijkste leden van het partijbestuur.
– belangrijke functionarissen werkzaam bij het centrale partij-, propaganda- en publiciteitsapparaat.
– belangrijke leden van de districtsbesturen.
– belangrijke functionarissen van het Centrum voor Eenheid en Klassenstrijd in de Vakbeweging en aanverwante organisaties.
Voor de hulporganisaties
de belangrijkste leden c.q. functionarissen van:
– A.N.J.V. (Algemeen Nederlands Jeugd Verbond).
– O.P.S.J. (Organisatie Progressieve Studerende Jeugd).
– N.V.B. (Nederlandse Vrouwen Beweging).
– Nederlandse Vredesraad.
– Verenigd Verzet 1940-1945.
– Nederland-U.S.S.R.
– Vereniging van vooruitstrevende studenten Perikles.
Algemeen
– Personen t.a.v. wie over recente gegevens wordt beschikt op grond waarvan de gemotiveerde verwachting bestaat, dat zij onder moeilijke omstandigheden in bovengenoemde organisaties sleutelposities zullen innemen.
– Personen, niet vallende in de categorieën 1 tot en met 14, ten aanzien van wie, op grond van hun antecedenten, het vermoeden bestaat, dat zij in tijden van binnenlandse moeilijkheden, oorlog of oorlogsgevaar, de openbare orde, rust en veiligheid in gevaar zullen brengen.
Deze lijst is zodanig dat die in de situatie van 1948 voor het grootste deel uit verzetsmensen bestond, waarbij veel zeer belangrijke verzetsmensen. Dat er in de jaren vijftig nog alle leden (dus niet alleen leidende figuren zoals bij alle andere hierboven genoemde organisaties) van de Rote Kapelle aan toegevoegd werden, kwalificeert de BVD als een typische Nazi-organisatie. Immers, de leden van de Rote Kapelle waren gedurende de oorlog grotendeels gearresteerd door de Documentatiedienst; de meesten waren vermoord en veel anderen kwamen zwaar invalide en getraumatiseerd uit de concentratiekampen terug. De Rote Kapelle is na de oorlog nooit meer opgericht, zodat het alleen maar op vooroorlogse leden in die van tijdens de oorlog kan slaan. Het kan dan ook niets anders zijn dan een wraakneming op deze mensen die de Nazi’s zulke zware slagen hebben toegebracht. Hetzelfde geldt in belangrijke mate ook voor de oud-Spanje-strijders. De conclusie is dat de BVD een organisatie was met SS’ers, NSB’ers, Sicherheitsdienstmedewerkers en andere staatsgevaarlijke landverraders die de belangrijkste verzetsmensen van Nederland belaagde. De BVD was een staatsgevaarlijke organisatie die verdedigers van onafhankelijkheid en democratie moest bestrijden.
Volgens officiële papieren moesten de 8000 mensen op de Diepvries-lijst in geval van een Sowjet-aanval op Nederland per schip naar het buitenland gedeporteerd worden. Afgezien van het feit dat er nooit sprake is geweest van een Sowjet-dreiging op West-Europa, het was een koude-oorlog leugen, zou er in geval van zo een oorlog geen enkel land gevonden kunnen worden waar de arrestanten naartoe vervoerd konden worden. Verder waren er in zo een situatie geen schepen voor zo een transport beschikbaar en waren de havens volledig nodig voor militaire activiteiten. Daarnaast was er in zo een situatie geen personeel beschikbaar om 8000 personen te arresteren en vervolgens te bewaken en waren er geen transportmiddelen voor. Kortom, het officiële doel was totaal onhaalbaar en dat werd al in 1948 in sommige documenten genoemd. Er zijn ook documenten waarin men het heeft over kampen waarin de arrestanten moesten opgesloten. Vanwege de voor iedereen duidelijke onmogelijkheid van het officiële doel het daarom aangenomen worden dat het de bedoeling was om de 8000 op een zeker moment in concentratiekampen op te sluiten en door NSB-kampbewaarders te laten bewaken die al eerder ervaring op dit gebied hadden. Dat zou het enige haalbare doel kunnen zijn.
In 1952 werd de geheime dienst, stay-behind organisatie, Operatiën en Inlichtingen opgericht als voortzetting van de SOAN; deze dienst werkte nauw samen met de BVD. De leden moesten bereid zijn om moorden te plegen. Dit lijkt erop te duiden dat de Diepvries-lijst als basis moest dienen om mensen te selecteren die vermoord moesten worden.
Opmerkelijk is dat in 1965 de ‘belangrijkste leden’ van de vereniging Verenigd Verzet 1940-1945 werden toegevoegd. Het was oorspronkelijk een algemene vereniging maar door gewroet uit extreemrechtse hoek liepen de meeste niet-linkse aangeslotenen weg, waardoor een vereniging van hoofdzakelijk linkse mensen overbleef. Hun belangrijkste activiteit was het organiseren van vakantiekampen voor de kinderen van voormalige concentratiekampgevangenen. En ze beijverden zich voor de strafvervolging van oorlogsmisdadigers. Dat was natuurlijk voor de BVD onaanvaardbaar met zoveel oorlogsmisdadigers in hun midden. Deze toevoeging lijkt een wraakneming voor dat een flink aantal mensen zo brutaal was geweest om de moordaanslagen tijdens de bezetting door de Inlichtingendiensten te overleven.
SOAN
De Stichting Opleiding Arbeidskrachten Nederland (SOAN) was een organisatie die door liberaal Stikker in 1946 werd opgericht. Stikker was directeur van de Heineken Brouwerijen, werd in 1948 medeoprichter van de VVD en werd ook in 1948 minister van Buitenlandse Zaken. Omstreeks 1941 was hij erelid van de NSB-organisatie Winterhulp. SOAN was een zogenoemde anticommunistisch particuliere inlichtingendienst. In de dienst werden delen van rechtse organisaties met een twijfelachtig verzetsverleden, de extreemrechtse Landsknechten en de stay-behind organisatie Weerwolf opgenomen. De SOAN verzette zich heftig tegen de onafhankelijkheid van Indonesië en was daarom fel gebeten op de communisten die daar juist voorstander van waren. De SOAN was betrokken bij twee pogingen tot een staatsgreep in 1946 en 1947. Louis Einthoven kreeg in 1948 van de minister opdracht om met de SOAN samen te werken en daarmee moest Crabbendam met de SOAN samenwerken Opmerkelijk is dat de nauw met de SOAN verbonden organisatie Bouwkas in het buurpand van de BVD, Javastraat 70, gevestigd werd. Het leidde er toe dat regelmatig post voor de BVD bij de Bouwkas afgeleverd werden en daar nauwkeurig bestudeerd werd..
Tussen en 1946 en 1950 was de SOAN betrokken bij allerlei criminele activiteiten, zoals heling van diamanten en aandelen die gestolen waren uit de nalatenschappen van vermoorde Joodse diamantairs, heling van effecten die gestolen waren uit door oorlogshandelingen beschadigde bankkluizen, heling van effecten die van schatrijk geworden zwarthandelaars gestolen waren, smokkel van diamanten en effecten naar Noord-Amerika, smokkelhandel met Frankrijk, smokkelhandel per schip waarvoor het twee Liberty-schepen in de vaart had, opknappen van voor de sloop bestemde oorlogsvliegtuigen die vervolgens aan het KNIL in Nederlandsch Indië werden verkocht enz. Verder werden diverse moorden binnen eigen gelederen, op leden van concurrerende organisaties of wraaknemingen wegens gebeurtenissen tijdens de oorlog. De omzet van de SOAN werd geschat op 500 miljoen gulden vergelijkbaar met vijf miljard Euro nu. Door de verplichte samenwerking geraakte de BVD medeplichtig aan dit soort misdrijven.
De Haagse burgemeester Visser was lid van de SOAN, vermoedelijk werd hij vanwege dat lidmaatschap benoemd als burgermeester, want meer voor de hand liggende kandidaten met meer capaciteiten werden gepasseerd. Tijdens de oorlog legde hij als burgemeester van Zeist een opmerkelijke voorkeur aan de dag voor het bezoeken van recepties van NSB-burgemeesters uit naburige gemeentes ter gelegenheid van hun installaties of andere feestelijk gebeurtenissen. Hij benoemde een NSB’er tot wethouder. Verder was hij directeur van lokale afdeling van de NSB-organisatie Winterhulp erg actief. Ook spande hij zich in voor de gedwongen uitzending van burgers uit zijn gemeente naar Duitsland als een soort slaven in het kader van de Arbeitseinsatz. Verder was hij sinds 1933 geabonneerd op de antisemitische NSB-krant Volk en Vaderland. Vanuit zijn vorige standplaats Zeist nam hij zijn secretaris Bos mee en bezorgde hem in Den Haag een speciaal gecreëerde baan. Visser en Bos woonden in 1943 enige tijd in het kantoor van de Duitse zwarthandelaar Fritz Mucke die multimiljonair werd bij de inkoop van goederen voor Reichsministerium Ost dat Duitse, Nederlandse en Vlaamse boeren vestigde in etnisch gezuiverde delen van de Oekraïne. Visser en Bos hielpen mee met de zwarte handel en hielpen na de oorlog Mucke om diens vermogen als vijandelijk vermogen tegen in beslagname door de Nederlandse regering te beschermen.
Visser en Bos werden in Den Haag benoemd tot beheerders van het voorlopig in beslag genomen van vermogen van de NSB-collaborateur Bonté. De oorlogswinstmaker Bonté had ter bescherming een deel van zijn vermogen in Zwitserland gestald. Vanwege Zwitserse bankbepalingen kon de Nederlandse overheid niet bij het gestalde vermogen komen om het in beslag te nemen. Bonté had vanwege een vermoedelijke strafvervolging een uitreisverbod gekregen en kon niet bij zowel zijn in beslag genomen als in Zwitserland gestalde vermogen komen en zat daardoor op zwart zaad. Hij sloot een deal met Visser en Bos dat die geld uit Zwitserland gingen halen tegen een forse provisie. Visser maakte drie reizen en ook Bos maakte minstens een reis. Toen Bos in 1948 op Schiphol terugkeerde werd die door de door een Zwitserse journalist getipte douane aangehouden. Bos had 50.000 gulden in een enveloppe gericht aan minister-president Beel bij zich en werd gearresteerd wegens deviezensmokkel. In eerste instantie werd Visser erbuiten gehouden, maar toen de journalist dreigde met de zaak naar buiten te komen werden stappen gezet. Beel werd onmiddellijk ingelicht en er volgde een spoedbijeenkomst van Beel, minister van Justitie Van Maarseveen, minister van Sociale Zaken Drees en Visser bij Drees thuis. Visser werd tot aftreden gedwongen en er werd afgesproken dat hij alleen voor de smokkel en niet voor de diefstal en fraude zou worden vervolgd. Visser moest gearresteerd worden maar dook onder op het bekende onderduikadres voor oorlogsmisdadigers in het psychiatrische ziekenhuis Ursulakliniek in Wassenaar. Uiteindelijk moest hij zich toch overgeven. Er kwam naar buiten dat Visser ook een keer 50.000 gulden gehaald en daarvan 5.000 gulden in eigen zak had gestoken. Visser verklaarde dat het geld, vanwege de in beslagname van het vermogen staatsbezit, bestemd was voor de SOAN en dat hij daarover overleg had gevoerd met Van Maarseveen. Bonté voelde zich bedrogen en deed aangifte wegens oplichting en diefstal tegen Visser.
Er werd bedisseld dat de zaak voor de economische rechter zou worden gebracht die alleen economische delicten mocht behandelen en geen criminele als diefstal en fraude. Bij de rechtszaak werden Van Maarseveen, Crabbendam en twee BVD-medewerkers als getuigen opgeroepen. Crabbendam weigerde te getuigen, waarbij hij zich beriep op zijn ambtsgeheim. Van Maarseveen vroeg of het getuigen verhoor achter gesloten deuren kon plaats vinden en dat gebeurde ook. Visser werd tot drie maanden gevangenisstraf veroordeeld.
Deze hele gang van zaken toont aan dat de criminele activiteiten van de SOAN door de corrupte regering georganiseerd werden. En het toont aan dat Crabbendam bij de criminele activiteiten betrokken was, want anders had hij getuigd dat hij er niets mee te maken had. (Jaren geleden heeft een mij bekend persoon gepoogd dit in Wikipedia in het lemma over burgemeester Visser te vermelden, maar het werd door trollen van de AIVD verwijderd; veel later bleek mij dat ik in Wikipedia publiekelijk uitgemaakt werd voor ‘onbetrouwbaar’, maar helaas was het delict door moderatoren van het leugenplatform Wikipedia toen al verjaard).
De onrechtmatige vrijlating van politiespion Van Soolingen
Johannes Hubertus van Soolingen werd per 1 januari 1923 ingezet om de CPN te infiltreren, te bespioneren en de gegevens aan de Haagse Politie Inlichtingendienst door te geven. Kort na de Nederlandse capitulatie werd in opdracht van burgemeester De Monchy opnieuw benaderd om de CPN te infiltreren en de gegevens door te geven aan de Inlichtingendienst, die van burgemeester De Monchy moest blijven doorwerken en inmiddels bij het commissariaat Justitieelen Dienst A was ondergebracht.
De CPN werd niet meteen verboden, maar dat zou op 20 juni gebeuren. De CPN had al voor de oorlog besloten om in geval van een Duitse inval ondergronds door te gaan en om verzet te gaan plegen. Op 17 mei 1940 vond bij Teunis van der Kroft thuis een vergadering plaats waar beslissingen over de illegale voortzetting werden genomen en die vergadering kan als startdatum van het Haags communistisch verzet worden beschouwd. Vanaf die datum werden de bruikbare zaken als geld, banktegoeden, typemachines, stencilmachines, papiervoorraden veilig gesteld en werd de ledenadministratie vernietigd (dat gebeurde al grotendeels op 10 mei) en het archief werd bij vertrouwde personen verborgen (het is later alsnog vernietigd). Verder werd begonnen met het werven van leden voor het communistisch verzet, dat in eerste grotendeels uit propagandavoering zou bestaan maar er werd ook al meteen met een kleine bewapende groep gestart die bovendien sabotage ging plegen.
Van Soolingen ging vanaf medio juni 1940 pogingen doen om weer in de CPN actief te worden en werd uiteindelijk opgenomen in een groepje (cel) van vijf man, waarover Christiaan van Spronsen de leiding had. We weten dit omdat Van Spronsen bij het aanvragen van een verzetspensioen aangaf dat hij had samengewerkt met ‘de verrader Van Soolingen’. Vanaf medio november ging hij het illegale blaadje De Vonk bij leden van de CPN bezorgen. Op die manier leerde hij nog een tiental namen van leden van het Haags CPN-verzet kennen. Doordat hij al lang CPN-lid was genoot hij veel vertrouwen en kon door gesprekjes aan de deur langzaam maar zeker meer namen kennen, die hij aan Ari Leendert van den Bos van de Haagse Politie Inlichtingendienst doorgaf. Eind april 1941 beschikte de Inlichtingendienst en daarmee ook de Sicherheitsdienst daardoor over ruim veertig namen van leden van de illegale CPN. De eerste arrestaties vonden op 28 april plaats en dat ging door tot november 1941, doordat bij verhoren met martelingen door de Sicherheitsdienst, Johannes Hubertus Veefkind van de Inlichtingendienst en de vooroorlogse politie-infiltrant in de CPN Willem van Duivenboden nog veel meer namen werden verkregen. Er werden omstreeks 150 personen gearresteerd. Op 2 september 1941 werd Herman Holstege door de Sicherheitsdienst en Veefkind doodgemarteld. Tijdens de verhoren gaf Holstege weinig informatie prijs maar toch nog drie namen, waarvan een van iemand uit Schiedam. Daardoor konden in de regio Rotterdam ongeveer 100 personen gearresteerd worden. Die kunnen ook op het conto van De Monchy en Van Soolingen geschreven worden. In mei 1942 gaf Van Soolingen aan Veefkind een aantal namen van CPN-leden in Delft door, waardoor 70 personen konden worden gearresteerd. In december 1942 liet hij de CPN stadsleider Jacob Boekman in een val van de Inlichtingendienst lopen, waardoor ruim dertig personen gearresteerd konden worden. In maart 1945 verraadde Van Soolingen vier communisten aan Cornelis Heijnis van de Inlichtingendienst; ze werden gearresteerd en de drie mannelijke leden werden vrijwel meteen gefusilleerd. Bij elkaar heeft de actie in opdracht van De Monchy aan de Inlichtingendienst via de infiltrant Van Soolingen tot 127 doden geleid en vele tientallen mensen die jarenlang in een Duits concentratiekamp hebben gezeten.

Rapport van de Haagse Sicherheitsdienst van 19 juni 1940 over een mededeling door een V-Mann, die hoogst waarschijnlijk Van Soolingen is. Emigranten zijn Duitse vluchtelingen, het gaat hierbij vooral om communistische vluchtelingen, dia vaak al enkele jaren bij het verzet tegen Hitler-Duitsland betrokken zijn.
Half juni 1945 werd Van Soolingen opnieuw door leden van Bureau B van het Bureau Nationale Veiligheid onder leiding van Crabbendam benaderd met de vraag of hij opnieuw de CPN wilde infiltreren. Van Soolingen weigerde wegens ziekte en hoge leeftijd. Op 22 juni later werd hij gearresteerd. Hij werd vervolgd voor het uitleveren van de drie vermoorden in 1945 aan de Sicherheitsdienst. Bij de voorbereiding van die uitlevering was vermoedelijk ook de toekomstige schoonzoon Hakim Abinara marga Tampoebolon betrokken, want die was blijkens zijn fietsvergunning ook actief voor de Sicherheitsdienst. Tampoebolon was na de oorloig via de SOAN betrokken bij een poging tot staatsgreep. Tampoebolon was ook medeplichtig aan de moord op Friedrich Schallenberg door BVD-man Pierre Sweerts, die weer in nauw contact Crabbendam met stond.

De fietsvergunning van Tampoebolon, toekomstige schoonzoon van Van Soolingen, waaruit blijkt dat die voor de Sicherheitsdienst werkt. Na de oorlog was hij lid van SOAN en werkte samen met BVD’er Pierre Sweerts. (Dat hij radja was is een leugen).
Verder leverde Van Soolingen de CPN-stadsleider Jacob Boekman in 1943 aan de Inlichtingendienst uit. Maar voor het feit dat hij een verzetsman uitleverde die het concentratiekamp overleefde, werd hij niet vervolgd. En bij de strafmaat werd ook geen rekening gehouden met het feit dat door het uitleveren van Boekman nog tien personen om het leven kwamen. Vlak voor de rechtszaak werd Van Soolingen door twee rechercheurs benaderd om tijden de rechtszaak niet de namen van de Inlichtingendienstmannen Jacob Gros en Abraham van Dijk te noemen. Bij de strafzitting werd niet ingebracht dat Van Soolingen in 1942 in Delft een groep communisten aan Inlichtingendienstman Veefkind had verraden, waardoor 7 mensen om het leven zijn gekomen; dit ondanks het feit dat er in het strafdossier van Veefkind een document voorkomt, waarin dit expliciet staat. Tijdens de rechtszaak ontkende de Inlichtingendienstman Ari van den Bos dat hij de begeleiding van Van Soolingen in augustus 1941 aan Jilis van der Weerd had overgedragen. Volgens Van Soolingen gaf Van den Bos onder vier ogen toe dat hij opzettelijk meineed had gepleegd’. Toen Van Soolingen protesteerde werd hem de mond gesnoerd.
Verbazingwekkend is dat de extreem dure advocaat van de arme sloeber Van Soolingen, advocaat en procureur Jonkheer Mr. J.M.M. van Asch van Wijck, zijn kantoor had in het pand Javastraat 66, wat het buurpand van het kantoor van Crabbendam was. Het lijkt er aldus sterk op dat de verdediging van Van Soolingen gedirigeerd werd door Bureau B van het Bureau Nationale Veiligheid onder leiding van Crabbendam. De indruk dat deze advocaat nauw in relatie met Bureau B stond wordt versterkt doordat er in de archieven van de BVD een rapport over hem werd opgeslagen; zulke rapporten werden niet alleen met betrekking tot onwelgevallige ‘linksextremisten’ aangelegd, maar ook voor personen met een rechtse achtergrond die activiteiten ten behoeven van de BVD en zijn voorgangers verrichtten. Dit is eigenlijk niet zo verbazingwekkend als men bedenkt dat Crabbendam groot belang bij de rechtszaak had, omdat hij leiding had gegeven aan de criminele en landverraderlijke activiteiten van Van Soolingen en het risico liep alsnog voor landverraad en oorlogsmisdaden veroordeeld te worden.
Bij de uitspraak op 10 november 1947 achtte de rechtbank de uitlevering van de vier vermoorden bewezen en dat Van Soolingen in 1941 loodsman voor de Inlichtingendienst was geweest, maar trok niet de conclusie dat daardoor 105 mensen om het leven waren gekomen. Van Soolingen werd tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld met recht op cassatie. Een belachelijk milde straf als je bedenkt dat hij 127 personen de dood in had gejaagd. Bij de uitspraak gaf de rechtbank de toelichting:
‘Overwegende dat na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde misdrijven en de ter terechtzitting gebleken omstandigheden waarmede zij zijn begaan; mede gelet op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waarbij het Hof bijzonderlijk heeft overwogen dat verdachte’s misdrijf zo laag en zo ignobel is en dat de wijze waarop hij zijn slachtoffers heeft verraden zo judasachtig is, dat slechts het feit dat verdachte een oude man is hem heeft gered van een vonnis waarbij hij tot levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld.’
Van Soolingen maakt gebruik van zijn recht op cassatie. Jacob Gros kwam echter bij hem langs met het verzoek dit in te trekken, want hij had wel een mogelijkheid om zijn straf via de koningin aanmerkelijk te laten verlichten. Mogelijk doelde Gros op het feit dat Inlichtingendienstman en landverrader Abraham van Dijk adjudant van koningin Wilhelmia was en dat die dat wel kon ritselen. En aldus trok Van Soolingen het cassatieverzoek in ondanks dat het in de praktijk vrijwel zeker tot een forse strafvermindering leidde.
Het verzoek om de cassatieprocedure in te trekken heeft er waarschijnlijk mee te maken dat er een aanzienlijk risico was dat alsnog aan het licht zou komen dat de vuile rol van de Inlichtingendienstmannen Crabbendam, Gros, Van den Bos, Van der Weerd, Van Dijk, Veefkind en anderen alsnog aan het licht zou komen en dat daarmee de BVD een aanzienlijk deel van zijn personeel vele jaren lang alleen nog maar in de gevangenis zou kunnen terugvinden of onder een laagje aarde op de Algemeene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan als het doodvonnis zou worden uitgesproken.
Crabbendam zinde op stappen om te bewerkstelligen dat Van Soolingen bleef zwijgen over de vuile rol van de Inlichtingendienst. De eerste stap was dat de gepensioneerde Jacob Gros werd ingehuurd om Van Soolingen regelmatig in de strafgevangenis op te zoeken, wat vanaf 10 juni 1948 de strafgevangenis in Leeuwarden was, om zo op zijn gemoed in te werken dat hij bleef zwijgen. Gros was daarvoor de aangewezen persoon omdat hij in de jaren dertig jarenlang begeleid had tot hij dit werk op 1 januari 1940 aan Van den Bos overleverde.
De tweede stap was het opvragen van het strafdossier van Van Soolingen. In het huidige CABR-dossier vind je vrijwel niets terug over de vooroorlogse activiteiten voor de Inlichtingendienst door Van Soolingen. Verder vind je helemaal niets terug over de activiteiten in 1940-1941, terwijl die wel tijdens de rechtszitting besproken werden. Ook over het in 1942 verraden van de groep in Delft staat ook niets in het dossier. En over het walgelijke gedrag van Van Soolingen in 1943 bij de arrestatie van Johannes Philippus Bronkhorst staat ook niet in het dossier, terwijl het wel in het dossier van Veefkind wordt beschreven. Als iets bij de rechtbank behandeld wordt, moet het ook in het strafdossier staan. Dus de gebeurtenissen in 1941 hadden in het strafdossier van Van Soolingen moeten staan. De werkwijze bij de Politieke Recherche Afdeling ten behoeve van de Bijzondere Rechtspleging was dat als er in een zaak meerdere namen genoemd worden de processen-verbaal aan de dossiers van alle genoemden worden toegevoegd. Dus dat wat over van Soolingen in het CABR-dossier van Veefkind staat behoort ook in het dossier van Van Soolingen te staan. Het lijkt er aldus op dat stukken uit het dossier van Van Soolingen verwijderd zijn. Dit soort verwijderingen zie je in veel dossiers van leden van de Inlichtingendienst. Maar niemand weet wie het gedaan heeft. Bij Van Soolingen ontbreken de gegevens over 1941 terwijl die in 1947 wel door de rechtbank behandeld zijn. Dus moet de verwijdering na 1947 hebben plaats gevonden. Na een definitieve uitspraak door een rechtbank keek vrijwel nooit iemand nog in een dossier, maar wel bij Van Soolingen. En daar is een spoor voor. Om onbekende redenen heeft iemand een briefje aan het dossier toegevoegd, waarin staat dat Crabbendam het dossier opvroeg.

Het strafdossier van Van Soolingen werd opgevraagd door BVD-leider Crabbendam.
Crabbendam had als taak politiek actieve linkse personen te registreren. Van Soolingen was extreemrechts en zat in de gevangenis, zodat die niet politiek actief was en ook nog vele jaren inactief in de gevangenis zou blijven zitten. Het behoorde niet tot de taken van Crabbendam om de definitief veroordeelde politieke delinquenten op politiek ongewenst activiteiten te onderzoeken. Daarmee wordt het hoogst waarschijnlijk dat het Crabbendam was die de stukken, die een half jaar eerder nog aanwezig waren, uit het dossier van Van Soolingen verwijderde.
Op 9 november 1950 zond de directeur van de strafgevangenis in Leeuwarden een telegram aan de minister van Justitie:
‘Johannes Hubertus van Soolingen geboren 9 juni 1886 gedetineerd in de bijzondere strafgevangenis Leeuwarden vanaf 10 juni 1948 is volgens de gestichtsgeneesheer levensgevaarlijk ziek Herstel menselijker wijze uitgesloten Zijn familie is gewaarschuwd Gedurende zijn detentie steeds ziek Betrokkene ondergaat hier een detentie van het Bijzonder Gerechtshof Den Haag dd 10 nov 1947 expiratiedatum 18 oct 1964 Op grond van bovenstaande verzoek ik uwe excellentie een zoodanige gratie dat hij onmiddellijk ontslagen kan worden om thuis te kunnen sterven
De directeur A. Jansen‘
Vervolgens zond secretaris-generaal Tenkink de volgende brief aan de Officier van Justitie:
‘Ik heb de eer U Edelachtbare te berichten dat heden aan de Directeur der Strafgevangenis te Leeuwarden telegrafisch opdracht is gegeven tot onderbreking van de gevangenisstraf, opgelegd aan Johannes Hubertus van Soolingen, geboren 9 juni 1886, bij sententie van het Bijzonder Gerechtshof te ‘s-Gravenhage d.d. 10 November 1947, zulks in Verband met de levensgevaarlijke ziekte van betrokkene, waarvan de prognose infaust moet worden geacht.
De minister van Justitie,
Namens de minister,
De Secretaris-Generaal, (get.) J.C. Tenkink‘
Tenkink had in het eerste oorlogsjaar een kwalijke rol gespeeld met het aanmoedigen van de politie om verzetsactiviteiten, anti-Duitse uitingen en blijken van trouw aan het koningshuis te bestrijden. Verder had hij verordonneerd dat de Duitsers alle cartotheken mochten inzien, waardoor ze alle gegevens over de zwaar bedreigde communisten in handen kregen. In Van Soolingen’s dossier van de strafgevangenis in Leeuwarden werden de kleinste zaken bewaard, tot een kassabonnetje van 1 gulden toe. Maar een medisch dossier ontbreekt.
Van Soolingen werd op 11 november 1950 per ziekenauto van de strafgevangenis in Leeuwarden naar zijn woning in Den Haag overgebracht. Een paar weken later liep hij weer vrolijk over straat en terroriseerde zijn vrouw en thuiswonende dochters.
Aan de Haagse editie van De Waarheid werd gemeld dat Van Soolingen weer thuis is en over straat liep en begint erover te schrijven. Daardoor wordt er opeens onderzoek gedaan waarom Van Soolingen, die stervende zou zijn, nog niet overleden is. Als gevolg daarvan werd hij op 29 januari 1951 opnieuw in Leeuwarden opgesloten. Op 10 maart 1958 werd hij vervroegd vrijgelaten; Gros bleef hem tot op het eind bezoeken.
Alhoewel onweerlegbaar bewijs ontbreekt, lijkt het er sterk op dat de onverklaarbare bemoeienis van Crabbendam in 1948 ertoe geleid heeft dat de ‘dodelijke ziekte’ van Van Soolingen door pressie vanuit de BVD is scene is gezet en dat het alleen aan het felle protest vanuit de CPN te wijten is dat Van Soolingen opnieuw vastgezet werd.
Verkiezingsfraude en buitenlandse inmenging in verkiezingen
In 1956 hield de premier van de Sowjet Unie een redevoering waarbij hij de al langer vermoede misdaden van Stalin in de openbaarheid toegaf. De leiding van de CPN nam, waarschijnlijk op instigatie van politiek secretaris Paul de Groot, niet openlijk afstand van Stalin. Dit leidde tot tweespalt waarna een deel van de Tweede Kamerfractie zich afscheidde en een blad De Brug stichtte, waarna het afgescheiden deel van de fractie De Brug-groep werd genoemd. De BVD en de Amerikaanse CIA wisten de leider van de Bruggroep, Gerben Wagenaar over te halen om als informant op te treden en kregen in ruil geldelijke steun voor hun groep. In 1959 namen de afgescheidenen zelfstandig deel aan Tweede Kamer verkiezingen. Daardoor was er sprake van buitenlandse inmenging in de Nederlandse verkiezingen, waarbij de BVD actief betrokken was.
Verder waren er beloftes aan de BVD en CIA gedaan, zodat als ze na eventueel verkozen zouden ze zijn bij de beëdiging moesten verklaren dat ze geen beloftes aan buitenstaanders hadden gedaan. Dan zouden ze dus meineed moeten plegen. Er werd dus aan de verkiezingen meegedaan met het oogmerk om meineed te gaan plegen. Daarmee is er sprake van verkiezingsfraude. De hele door BVD en CIA geïnstigeerde operatie kan de CPN zetels hebben gekost (het verlies bij de verkiezingen zou in theorie ook volledig toe te schrijven geweest aan het officieel bekend worden van de misdaden van Stalin). Na de verkiezingen werd de politieke partij Socialistische Werkers Partij gesticht, die eigenlijk een werktuig van BVD en CIA was om leden van de CPN weg te lokken.
De inmenging in de verkiezingen, de buitenlandse bemoeienis en de verkiezingsfraude vonden plaats onder leiding van Crabbendam.
In het boek Geschiedenis van de Binnenlandse Veiligheidsdienst van Dick Engelen, tevens academisch proefschrift, wordt deze kritiekloos triomfantelijk beschreven. Het proefschrift voldeed niet aan de academische eis dat alle beweringen en gebruikte bronnen controleerbaar moeten zijn. In tegendeel: vrijwel niets is controleerbaar; maar de Universiteit van Amsterdam, ging er mee akkoord dar de promotor een paar door de BVD geselecteerde documenten mocht inzien. In het boek wordt ook gerefereerd aan het eerste hoofd van de BVD Crabbendam. Maar er wordt niets over zijn kwalijke, staatsgevaarlijke en misdadige achtergrond verteld. Er is maar een ding in het proefschrift dat controleerbaar is, namelijk de bewering dat Crabbendam voor de oorlog voor een Inlichtingendienst werkte. En dat is onwaar: hij scoort honderd procent onwaar bij de controleerbare beweringen! Dat is voor een proefschrift onaanvaardbaar: een proefschrift behoort alle relevante zaken te vermelden en niet voor de financier (AIVD) ongewenste informatie achterwege te laten. Er is dus sprake van een frauduleus proefschrift dat voor de Universiteit van Amsterdam een gigantische smet op het wetenschappelijk blazoen is. Tevens kwalificeert de AIVD zich hiermee als een staatgevaarlijke organisatie, door willens en wetens valse en gemanipuleerde informatie te laten verspreiden.
Theosophisch genootschap
Crabbendam was voor de oorlog bestuurslid van het Theosophisch Genootschap, vermoedelijk was hij de leider. Hij hield zo nu in het land lezingen over de Theosofie. In 1941 moet het Thesophisch Genootschap op las van de Duitse bezetter ontbonden worden, een taak die werd opgedragen aan de Inlichtingendienst van de Haagse Documentatiedienst. De Documentatiedienst stond onder leiding van Crabbendam en de bezetter vond dat een vreemde combinatie en eiste van hoofdcommissaris Hamer dat Crabbendam werd vervangen.
Na de oorlog werd het Theosophisch Genootschap opnieuw opgericht met hetzelfde bestuur. In 1948 hield Crabbendam een toespraak op de Nationale Conventie van het Theosofisch Genootschap. Feitelijk was het een bespreking van een boek van een Amerikaanse voorman van de theosofische beweging. Het ging over een geheime leer. En toen kwam de vraag waarom die leer geheim was aan de orde:
1.: omdat de overgrote meerderheid van de mensen voor deze bepaalde leringen nog niet ontvankelijk is, evolutionair nog niet rijp;
2.: omdat er misbruik kan worden gemaakt van de kennis dier leringen met mogelijk funeste gevolgen voor de hele mensheid;
3.: omdat de heiligheid dier leringen, onbegrepen, zal worden bespot.
Als je dit gewauwel over geheime leringen leest snap je ook goed waarom Crabbendam zich bij een geheime dienst thuis voelde. Hij vindt de mensen onwaardig kennis te nemen van belangrake zaken. Alleen zelf is hij zo superieur dat hij alles mag weten.
Per 1 september 1963 ging Crabbendam met pensioen. Hij vertrok naar de Verenigde Staten waar hij een prominente positie in de Theosophical Society ging innemen. Hij liet zijn echtgenote in Nederland achter. In de Verenigde staten werd hij door de FBI verhoord naar aanleiding van de moord op president Kennedy. De FBI deed een uitgebreid onderzoek, waarbij iedereen die bij een of andere merkwaardige organisatie betrokken was verhoord werd. En die merkwaardige organisatie was in het geval van Crabbendam de Theosophical Society met zijn geheime ‘leringen’. De echtgenote van Crabbendam overleed op 23 juni 1969 in Den Haag. Of het echtpaar gescheiden woonde weet ik niet, maar er werd geen overlijdensadvertentie geplaatst. Vervolgens huwde Crabbendam met de veel jongere Amerikaanse vrouw Jean B. Vaughan; het echtpaar kwam in 1970 in Nederland wonen in de woning die door het overlijden van zijn echtgenote was vrijgekomen. Crabbendam overleed na een ‘lang smartelijk gedragen lijden’ op 29 juni 1974 in Den Haag. Zijn echtgenote bleef nog jarenlang vanuit Den Haag voor de Theosophical Society publiceren. Zij overleed op 4 december 2004 in Den Haag.
Slachtoffers van het landverraad en de collaboratie van Crabbendam.
Nog niet alle namen van personen, waarvoor een BVD-dossier is aangelegd, zijn vrijgegeven, zodat die hierna niet allemaal vermeld kunnen worden.
CPN in de regio Den Haag
De jacht op de Haagse communisten werd op 15 mei 1940, nog voor de Duitse intocht in Den Haag, door burgemeester De Monchy ingezet, doordat hij de Haagse Politie Inlichtingendienst liet doorwerken, wat blijkt uit het onderbrengen van die gehele dienst bij het commissariaat van de Zedenpolitie onder leiding van commissaris Hol. Twee weken later werd de Inlichtingendienst ondergebracht bij de Justitieelen Dienst, waaruit blijkt dat De Monchy als hoofd van de politie zich intensief met de Inlichtingendienst bezig hield. De vooroorlogse infiltrant Johannes Hubertus van Soolingen, sinds 1 januari 1923 infiltrant in de CPN voor de Inlichtingendienst, werd in mei of juni 1940 benaderd met het verzoek om de infiltratie voort te zetten. Na de oorlog ontkende Van Soolingen al in de oorlogsjaren 1940-41 voor de Inlichtingendienst te hebben gewerkt, maar er bestaat een mededeling van de op 12 augustus 1941 gearresteerde verzetsman Christiaan van Spronsen dat hij in het verzet samen gewerkt had met Van Soolingen: dat moet voor 6 juni 1941 geweest zijn, want toen werden de activiteiten van de Haagse CPN tijdelijk stil gelegd vanwege een arrestatiegolf onder de leden. Hieruit kan worden afgeleid dat de infiltratieactie eind juni 1940 van start is gegaan, nog voordat De Monchy op 1 juli 1940 uit zijn functie werd gezet..
Op 12 november 1940 werd Crabbendam door de Duitsers benoemd tot chef over de Inlichtingendienst, die op 25 november 1940 werd omgezet in de beruchte Documentatiedienst. De eerste arrestaties werden op 28 april 1941 verricht; de Sicherheitsdienst zond toen meteen een rapport naar het Reichssicherheitshauptamt in Berlijn dat er nog meer dan veertig arrestaties te verwachten waren, waaruit blijkt dat er al een lange infiltratieactie lopende was. Voor 1942 staat onbetwistbaar vast dat Van Soolingen infiltrant in de illegale CPN was, evenals in 1945. In die jaren vonden drie grote arrestatieacties plaats die tot meer dan dertig doden hebben geleid.
Op 2 september 1941 werd Herman Holstege in het Oranjehotel doodgemarteld door Ernst Knorr en Otto Lange van de Sicherheitsdienst met ondersteuning van Johannes Hubertus Veefkind van de Inlichtingendienst (sinds 1926). Na de verhoren vertelde Otto Lange dat Holstege hem bij de neus had genomen door valse namen als verzetsmensen te noemen, maar hij had toch twee echte namen prijs gegeven, waarvan er een al eerder gearresteerd was, maar de andere uit Schiedam was nieuw en die persoon werd op 4 september 1940 gearresteerd. Door verder onderzoek konden nog meer dan honderd mensen in de regio Rotterdam door Otto Lange en Veefkind gearresteerd worden.
Crabbendam kreeg op de avond van 2 april 1942 tijdens een arrestatieactie van de Inlichtingendienst tegen de Stijkelgroep te horen dat hij zou worden overgeplaatst (datum van inwerkingtreding is onbekend, maar moet kort daarop zijn). Omdat de infiltratieactie al voor zijn aanstelling van start was gegaan en de infiltratieacties na de arrestaties in de regio Rotterdam buiten zijn verantwoording plaats vonden, houd ik hm allen verantwoordelijk voor de slachtoffers van de arrestaties in de regio Den Haag van 1941 en de daaruit voortvloeiende arrestaties in de regio Rotterdam.
Opsporing door middel van de politie-infiltrant sinds januari 1923 Johannes Hubertus van Soolingen onder leiding van Crabbendam.
Doden:
Aalst, Gerrit van, Rotterdam 12-12-1907, Zeeman
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Tremmer grote vaart. Lid C.P.H. afdeling Rotterdam (1932). Sectiebestuur C.P.N. (1936).
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald
Overleden: Buchenwald 10-8-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat sein Wohnung zur Aufbewahrung von Paketen mit Hetzschriften der Illeg. CPN zur Verfügung gestellt’.
Bakvis, Dirk, Den Haag 8-1-1916, Emballeur
Gearresteerd: 29-9-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen
Overleden: Groß-Rosen 29-5-1942
Beek, Abraham van der, Delft 2-4-1902, Timmerman
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald
Overleden: Buchenwald 19-8-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er ist für die Illeg. CPN als Unterverteiler der Hetzschrift “De Waarheid” tätig gewesen’.
Buijzer, Balt Dirk de, Den Haag 22-8-1885, Timmerman
Gearresteerd: 4-10-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Allach, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Dachau 28-3-1945
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er ist für die illeg. CPN als Unterverteiler der Hetzschrift “De Waarheid” tätig gewesen’.
Chef d’Hotel, Cornelis, Den Haag 14-2-1908, Radiomonteur
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald
Overleden: Buchenwald 26-9-1942
Chef d’Hotel, Hendrik Johannes (Henk), Den Haag 26-1-1910, Huisschilder
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Dachau
Overleden: Dachau 26-6-1943
Chef d’Hotel, Krijn, Den Haag 16-7-1901, Bakker
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Gemeenteraad.
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Loopknecht. Communist. Kandidaat gemeenteraad voor de C.P.N. (1939).
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Dachau
Overleden: Dachau 8-8-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat nach den Verbot der CPN noch illeg. Hetzschriften verkauft und war Leiter einer Fünfergruppe’.
Compter, Cornelis Hendrik, Den Haag 16-7-1894, Vrachtwagenchauffeur
Gearresteerd: 4-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Mauthausen, Gusen
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Mauthausen/Kdo Gusen 23-2-1945
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat seine Wohnung zur Aufbewahrung von Hetzschriften für die illeg. CPN zur Verfügung gestellt’.
Driel, Johannes Franciscus van, Den Haag 18-7-1885, Stukadoor
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Dachau 9-2-1945
Driessen, Frederik Willem (Freek), Den Haag 22-10-1915, Tekenaar
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Communist. Bestuur Tempo (1937).
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald
Overleden: Den Haag 8-10-1957
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1946 tot 1961)
Geelen, Casparus Jacobus van, Utrecht 30-10-1894, Beambte Nederlandsche Spoorwegen
Gearresteerd: <6-1942
Gevangenschap in: Amersfoort, Sachsenhausen
Overleden: Sachsenhausen 24-2-1943
Geluk, Jan Jacob, Tholen 29-12-1903, Stratenmaker
Verkiezingen: Was lid van de Gemeenteraad.
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Provinciale Staten.
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Grondwerker. Kandidaat C.P.N. voor gemeenteraad en Provinciale Staten (1935).
Gearresteerd: Eerste arrestatie 10-5-1940, vrijgelaten 15-5-1940, tweede arrestatie 26-7-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Struthof
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Natzweiler/Struthof 23-4-1944
Opmerkingen: Hij werd op 10 mei 1940 door de Haagse politie gearresteerd vanwege de Duitse inval in Nederland. Hij was aanwezig bij de oprichtingsbijeenkomst van de illegale Haagse CPN-afdeling op 16 mei 1940 in Den Haag. In een rapport van 17-2-1941 rapporteerde vooroorlogse communistenjager van de Haagse Politie Inlichtingendienst Johannes Eckhardt: ‘Jan Jacob Geluk was vooraanstaand lid CPN. Naar bericht wordt zou Geluk nog actief werkzaam zijn’. De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat nach den Verbot der CPN mit an dem Aufbau illg. gearbeitet und Hetzschriften verkauft’.
Goede, Nicolaas Wilhelmus Gerardus de (Nico), Den Haag 30-12-1891, Metselaar
Gearresteerd: 25-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, buitenkommando van Natzweiler
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: Hij werd in het Oranjehotel zwaar mishandeld (gemarteld) door onder andere Johannes Hubertus Veefkind van de Haagse Politie Inlichtingendienst en Willem Hendrik van Duivenboden, die voor de oorlog in dienst van de Haagse Politie Inlichtingendienst de Haagse CPN geïnfiltreerd had.
Overleden: Maastricht 29-5-1945
Guit, Gerrit, Scheveningen 13-6-1911, Schoolknecht
Gearresteerd: 11-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen, Dachau
Overleden: Dachau 24-9-1942
Haas, Albert de, Den Haag 7-2-1905, Timmerman
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Allach, Mauthausen, Melk
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Mauthausen/Kdo Melk 27-10-1944
Heskes, Johan, Den Haag 26-7-1888, Voeger
Gearresteerd: 28-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Bergen-Belsen, Mittelbau-Dora, Nordhausen
Overleden: Buchenwald/Kdo Nordhausen 29-4-1945
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat sich noch nach dem Verbot der CPN für diese betätigt und die Hetzschrift “De Vonk” weitergegeben’.
Holstege, Herman, Renkum 6-10-1903, Meubelmaker
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Gemeenteraad.
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Provinciale Staten.
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Secretaris de Zaaier. Bestuurslid afdeling I.A.M.V. Meubelmaker. Communist. Politiek leider C.P.H. district Gelderland. Voorzitter C.P.N. afdeling Oosterbeek (1939). Kandidaat gemeenteraad Renkum en Provinciale Staten Gelderland (1935). (Staat ook onder de naam Holstege op de lijst van de CIC).
Gearresteerd: 1-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel
Overleden: Oranjehotel 3-9-1941 Doodgemarteld
Opmerkingen: Hij werd doodgemarteld door Ernst Knorr en Otto Lange van de Sicherheitsdienst en Johannes Hubertus Veefkind van de Haagse Politie Inlichtingendienst. Hij werd tijdens verhoor op 2 september 1941 met een gummiknuppel in de anus gepord, zodat de darmen scheurden. Hij werd in een verzegelde kist begraven, waarbij Veefkind erop toezag dat die niet geopend werd. Toen hij na de verhoren in zijn cel lag te creperen, heeft hij nog met bloed een afscheidszin aan zijn zwangere partner geschreven, maar die bleek onleesbaar te zijn. Zijn partner heeft de schoenen lang bewaard om de tekst later te kunnen achterhalen, maar uiteindelijk tijdens de hongerwinter aan iemand gegeven die schoenen hard nodig had.
Na de moord schreef Lange een rapport, waarin stond dat Holstege allemaal gefingeerde namen en adressen had opgegeven, maar desondanks toch twee ware namen had prijs gegeven: Johannes Onvlee uit Leiden was al drie weken eerder op 11 augustus 1941 gearresteerd en Martinus Rijken uit Schiedam werd drie dagen later op 5 september 1941 gearresteerd, waar meer dan honderd arrestaties in de regio Rotterdam volgden resulterende in 40 moorden door de Duitse bezetter.
Holstein, Hendrik Cornelis, Den Haag 4-2-1913, Kunstschilder
Gearresteerd: 13-10-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Köln, Natzweiler, Dachau, Mauthausen, Gusen
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Mauthausen Kdo Gusen 1-3-1945
Hölzel, Antonie, Deventer 7-5-1909, Kelner, Vrachtwagenchauffeur
Gearresteerd: 10-9-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 20-4-1945 Hij werd wurgend aan een spijker opgehangen.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat vor den 22.6.41 die illegale Hetzschrift “De Waarheid” bezogen’.
Horst, Hendrik Johannes Wilhelmus van der, Den Haag 22-8-1912, Fotograaf en ingenieur
Gearresteerd: 5-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen
Overleden: Groß-Rosen 26-11-1942
Huisman, Bernardus Johannes, Den Haag 9-11-1886, Arbeider
Gearresteerd: 11-9-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Dachau
Overleden: Dachau 31-10-1942
Kommer, Evert van, Amersfoort 26-8-1879, Bouwarbeider
Gearresteerd: 11-10-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Dachau 23-2-1945
Kuiper, Johannes, Scheveningen 21-10-1898, Visser
Gearresteerd: 11-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen, Dachau, Flossenbürg
Overleden: Flossenbürg 5-8-1943
Opmerkingen: Hij verspreidde De Waarheid. De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er war nach dem Verbot der CPN illegaler Unterverteiler der Hetzschrift “De Vonk” bis März 1941’.
Lelie, Hijman, Amsterdam 12-1-1878, Koopman
Gearresteerd: 15-9-1941
Gevangenschap in: Gevangenis Arnhem, Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Mauthausen
Overleden: Mauthausen 9-7-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat früher lediglich marxistischen Verbänden angehört und stand im Verdacht, sich auch für die illeg. CPN betätigt zu haben’.
Lepelaar, Jan, Leiden 9-1-1881, Bouwvakarbeider
Gearresteerd: 14-10-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Dachau
Overleden: Dachau 19-1-1943
Letterie, Mozes, Leiden 28-3-1887, Steenzetter
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Werkend lid R.F.B. (1932).
Gearresteerd: 10-10-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Mauthausen
Overleden: Mauthausen 8-7-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat vor dem 22.6.41 die illegale Hetzschrift “De Waarheid” bezogen’.
Lezwijn, Jacobus Johannes, Leiden 13-7-1896, Trambestuurder NZHTM (Blauwe tram)
Gearresteerd: 5-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Dachau, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Dachau 31-1-1945
Lintelo, Johannes Bartholomeus, Den Haag 12-7-1886, Transportarbeider
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Los werkman. Communist. Bestuurslid C.P.H. afdeling Den Haag (1924) en 2e voorzitter W.A.C.
Gearresteerd: 4-10-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Weimar
Overleden: Buchenwald / Kdo Weimar 18-8-1942
Opmerkingen: Hij verrichtte activiteiten voor De Waarheid. De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat nach dem Verbot der CPN noch die Hetzschrift “De Vonk” bezogen und wöchentlich 15 Cent Solidaritätsgelder bezahlt’.
Montfoort, Johannes Jacobus, Den Haag 11-5-1893, Kapper
Gearresteerd: 28-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Allach, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Den Haag 30-9-1952
Opmerkingen: Hij was de eerste persoon die gearresteerd werd in de door burgemeester De Monchy gestarte actie tegen de Haagse CPN (Vonk-groep), die tot meer dan 270 arrestaties en 100 doden leidde. De Sicherheitsdienst deed voorkomen alsof het ging om een toevallige ontdekking van de overhandiging van een illegaal blaadje, maar in een rapport dat vrijwel meteen naar de Gestapo in Berlijn werd gestuurd, werd vermeld dat het ging om het voorkomen van krantjes ter gelegenheid van de communistische 1 mei viering. Bovendien ging het om het oprollen van de hele illegale Haagse CPN, want in hetzelfde rapport werd gemeld dat nog 40 arrestaties werden verwacht. Dit grote aantal maakt duidelijk dat het om een lang lopende operatie ging.
De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er will nur mit der CPN sympathisiert haben, hat jedoch, nach dem Verbot derselben noch Hetzschriften weitergegeben. M. hat de öfteren die Hetzschrift “De Vonk” erhalten und nach Durchlesen verbrannt. Die letzte Schrift geb er einen Kunden’. Hij meldde in Buchenwald als arrestatiereden ‘Hat Komm. Zeit. gehabt’.
Hij stierf in 1952 door tbc opgelopen in het concentratiekamp
Neven, Cornelis Johannes, Amsterdam 3-12-1907, Kantoorbediende
Gearresteerd: 5-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Haslach-Kinzigthal, Barbe-Haslach, Vaihingen
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Karlsruhe 19-6-1945
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er gehört seit 1937 der CPN an hatte die Funktion eines Sektions-Vorstandsmitgliedes inne. Nach dem Verbot hat er sich noch illegal betätigt. Sitz im KZ-Lager ein’. Overleden in Frans militair ziekenhuis t.g.v. dysenterie en longontsteking door verblijf in concentratiekamp.
Niese, Gerardus Wilhelmus, Den Haag 13-11-1899, Stukadoor
Gearresteerd: 11-10-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen
Overleden: Groß-Rosen 16-5-1942
Niessen, Cornelis Gerardus Louis, Den Haag 10-4-1904, Elektricien
Gearresteerd: 7-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen
Overleden: Groß-Rosen 18-5-1942
Opmerkingen: HDe Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er gehörte von 1936 bis zum Verbot der CPN an und hat sich noch nach dem Verbot derselben illeg. betätigt’.
Onvlee, Johannes Cornelis, Leiden 7-10-1909, Reclametekenaar
Gearresteerd: 11-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Dachau, Ottobrun, Neuengamme, Dautmergen, Natzweiler, Kochum, Dachau, Rottweil-Schörzingen, Schömberg
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Schömberg 21-10-1944
Opmerkingen: De Haagse Politie Inlichtingendienst en de Sicherheitsdienst verkregen zijn naam samen met die van Martinus Rijken tijdens de tijdens de martelmoord op Herman Holstege op 2 september 1941, maar Onvlee was al ten gevolge van de infiltratie door de Inlichtingendienst gearresteerd.
Oorschot, Gerardus Albertus van, Leiden 20-10-1921, Huisschilder
Gearresteerd: 10-9-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen
Overleden: Groß-Rosen 9-6-1942
Opmerkingen: Hij meldde in Buchenwald als arrestatiereden ‘Hat Komm. Zeitungen gelesen’.
Ophem, Franciscus Petrus Wilhelmus van, Den Haag 20-6-1915, Wijnhandelaar
Lid: Was voor de oorlog lid van de RSAP, later lid van de CPN.
Gearresteerd: 6-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Dachau 17-2-1945
Opmerkingen: Hij werd in het Oranjehotel zwaar mishandeld (gemarteld) door onder andere Johannes Hubertus Veefkind van de Haagse Politie Inlichtingendienst. De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er war von 1937 bis 39 2. Vorsitzender des Komitees “Hilfe für Spanien”. Nach dem Verbot der CPN har er sich noch aktiv auf leitender Stelle für diese betätigt’.
Paape-Buskens, Jannetje, Leiden 13-6-1891, Huisvrouw
Gearresteerd: 3-7-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Utrecht, Kleef, Berlin, Ravensbrück
Overleden: Ravensbrück 9-3-1945
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ’sie hat nach dem Verbot der CPN bis Februar 1941 illeg. Hetzschriften verkauft. Da sie als fanatische Kommunistin anzusehen ist, wurde sie in ein KZ-Lager eingewiesen’.
Zij is tijdens een transport overleden.
Pouderoijen, Bastiaan van, Den Haag 8-4-1915, Opperman
Gearresteerd: 22-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen, Dachau
Overleden: Dachau 12-10-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat noch nach dem Verbot der CPN bis Mai 1941 illeg. Hetzschriften verteilt’.
Rademakers, Cornelis, Tiel 8-10-1911, Glazenwasser
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Sectiebestuur C.P.N. (1938).
Gearresteerd: 10-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen
Overleden: Groß-Rosen 15-7-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat sich noch nach dem Verbot illegal für die CPN Den Haag betätigt’.
Rens, Jacobus Johannes (Koos), Den Haag 4-7-1903, Glasblazer
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen
Overleden: Groß-Rosen 21-7-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er war Leiter einer Fünfergruppe der illeg. CPN und hat Hetzschriften vertrieben’. Hij meldde in Buchenwald als arrestatiereden ‘Hat bei komm. Propaganda mitgewirkt’.
Rijswijk, Marinus van, De Lier 28-9-1900, Losarbeider
Gearresteerd: 2-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen
Overleden: Groß-Rosen 27-8-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat seine wohnung für Zusammenkünfteilleg. CPN-Funktionäre zur verfügung gestellt’.
Roos, Teunis, Den Haag 14-7-1925, Visventer
Gearresteerd: 1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Ascherleben
Overleden: Kdo. Ascherleben 14-4-1945
Rustemeijer, Johannes Frans, Den Haag 22-5-1920, Kelner
Gearresteerd: 8-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen
Overleden: Groß-Rosen 14-5-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er nach dem Verbot der CPN die illeg. CPN aufgebaut und war Vorstandsmitglied’.
Simonis, Cornelis Hermanus, Den Haag 9-8-1901, Behanger
Gearresteerd: 6-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Neuengamme, Neustadt
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Cap Arcona 3-5-1945
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat nach dem Verbot der CPN illeg. Hetzschriften für dieselbe vertrieben’.
Stal, Franciscus van der, Wageningen 23-2-1880, Pensionhouder
Gearresteerd: 28-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Dachau, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Dachau 13-1-1945
Opmerkingen: Hij werd in het Oranjehotel zwaar mishandeld door onder Inlichtingendienstman Lange Willem Hendrik van Duivenboden, die voor de oorlog in dienst van de Haagse Politie Inlichtingendienst de Haagse CPN geïnfiltreerd had. De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er gehörte zur Auflösung der VVSU an und hat sich als Zeitungsverkäufer für sie betätigt. Da es bei ihm um einem fanatischen Kommunisten handelt, ist in ein KZ-Lager eingewiesen worden. v.d.St. war im Jahr 1935 in Russland und stellt in seiner ganzen Art und Weise den Typ eines Kommunisten dar. Er erhielt regelmässig grössere Pakete mit Hetzschriften und hat diese an etwa 16 Personen unterverteilt’.
Staveren, Cornelis van, Bodegraven 22-6-1912, Timmerman
Gearresteerd: 20-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Dachau, Natzweiler
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Natzweiler 5-5-1944
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Seit dem 29 10 42 im KL Dachau’.
Teske, Johannes, Leiden 4-12-1901, stukadoor
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Gemeenteraad.
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Stukadoor. Communist. Partijcongres C.P.N. (Amsterdam 1935). Kandidaat gemeenteraad voor de C.P.N. (1939).
Gearresteerd: 14-9-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Sachsenhausen, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Allach
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Dachau 12-5-1945
Opmerkingen: Hij is na bevrijding overleden ten gevolge van gevangenschap.
Theil, Willem Cornelis, Rijswijk 1-9-1900, Stukadoor, koetsier
Gearresteerd: 11-9-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Allach, Rottweil, Dautmergen, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Dachau 23-2-1945
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er sich noch dem Verbot der CPN illegal für die betätigt und war Leiter einer Fünfergruppe’.
Wandelen, Paulus van, Den Haag 7-11-1903, Timmerman
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Stukadoor. Communist.
Gearresteerd: 11-9-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen, Dachau
Overleden: Dachau 18-8-1942
Opmerkingen: Hij werd in het Oranjehotel mishandeld door Otto Lange van de Sicherheitsdienst en Johannes Veefkind van de Haagse Politie Inlichtingendienst.
Wapperom, Hugo Cornelis, Dordrecht 6-1-1915, Groentehandelaar / kapper
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen
Overleden: Groß-Rosen 7-8-1942
Westhoff, Johannes, Loosduinen 3-2-1895, Behanger
Gearresteerd: 12-5-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Weimar
Overleden: Kdo Weimar 28-9-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er will nie Mitglied der CPN gewesen sein. Es wurden jedoch nach dem Verbot illeg. Hetzschriften bei ihm vorgefunden. In seiner Wohnung befanden sich noch die Bilder Lenins, Stalins und Dimitroffs. Da er als fanatischer Kommunist anzusehen ist, wurde er in ein KZ-Lager eingewiesen’.
Willems, Frederik Gerrit, Den Haag 1-11-1893, Stratenmaker
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Dachau
Overleden: Dachau 1-9-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er ist für die illeg. CPN al Unterverteiler der Hetzschrift “De Waarheid” tätig gewesen’.
Wouw, Alexander van (Alex), Den Haag 15-8-1906, Stukadoor
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Dachau
Overleden: Dachau 1-7-1943
Wühl, Ulrich Cornelis Hendrik Gottlieb, Den Haag 8-5-1910, Voeger
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen
Overleden: Groß-Rosen 25-8-1942
Zwan, Jacobus van der, Den Haag 22-12-1913, Bakker
Gearresteerd: 11-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald
Overleden: Buchenwald 11-7-1942
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat nach dem Verbot der CPN die Hetzschrift “De Vonk” verkauft und seine illegale Sektion in Scheveningen gebaut’.
Overlevenden na lang verblijf in concentratiekamp:
Arendse, Hendricus Jacobus Johannes, Den Haag 15-3-1912, Vertegenwoordiger
Gearresteerd: 9-9-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Sachsenhausen, Natzweiler, Dachau, Allach, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: Inlichtingendienstman Veefkind zette tijdens verhoren een revolver op zijn voorhoofd. De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat sein Wohnung für Zusammenkünfte illeg. CPN Funktionäre zur Verfügung gestellt’. Hij meldde in Buchenwald als arrestatiereden ‘2 Unterhaltungen in seine Wohnung v. kom. Mitgliedern abgehalten’.
Beek, Martinus van, Den Haag 31-3-1912, Boekbinder
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Köln, Deutz, Natzweiler, Rottweil, Dachau, Kdo. Ottobrunn
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat seine Wohnung zur Aufbewahrung von Hetzschriften für die illegale CPN zur Verfügung gestellt’. Hij meldde in Buchenwald als arrestatiereden ‘Vertrieb illegaler Lektüre’.
Bloem-Paul, Niesje Neeltje, Bergschenhoek 10-3-1904
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Districtsbestuur C.P.N. Zuid-Holland (1937). Spreker. Rotterdam. Communiste. Hoofdbestuur V.V.S.U. (1935). Partijcongres C.P.N. (1935). Was in Rusland. Spreker op vergaderingen.
Gearresteerd: 8-8-1941
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Vught, Ravensbrück, Mauthausen
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Bronkhorst, Johannes Philippus (Harry), Den Haag 2-8-1911, Expeditieknecht
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Tuinman. Communist.
Gearresteerd: 18-7-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Utrecht, Oranjehotel, Amersfoort, Vught, Dachau, Buchenwald
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1953 tot 1973)
Donderwinkel, Frederik Hendrik, Apeldoorn 26-2-1918, Elektricien
Gearresteerd: 25-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: In een rapport van 17-2-1941 rapporteerde vooroorlogse communistenjager van de Haagse Politie Inlichtingendienst Johannes Eckhardt: ‘Donderwinkel, 22-8-13, was incasseerder. Donderwinkel tot 10-5-40 lid was van Haagse jeugdvereniging “Tempo”, mantelorganisatie van CPN. Voor zoover kan blijken treedt Donderwinkel, na 10 Mei 1940, op politiek terrein niet meer op de voorgrond’. In het Oranjehotel zat hij in cel 754 vlak naast de cel waar de verhoren plaats vonden. Daardoor kon hij via het ventilatierooster goed horen wat zich daar afspeelde; de stemmen waren goed herkenbaar, maar het gezegde was niet te verstaan. Zodoende herkende hij tijdens het doodmartelen van Herman Holstege de stem van Johannes Hubertus Veefkind. Hij heeft daar net zoals Bernard Robers na de oorlog getuigenis over afgelegd, maar het Openbaar Ministerie bracht dat niet in tijdens de rechtszaak tegen Veefkind, waardoor die de ongetwijfeld uitgesproken doodstraf ontliep.
Hij werd bij verhoren, waarvoor hij van het Oranjehotel naar het Binnenhof werd overgebracht, ernstig mishandeld door de Sicherheitsdienstman Lange, Inlichtingendienst man Veefkind en de vooroorlogse politie-infiltrant van Duivenboden; Veefkind ranselde hem af met een gummiknuppel.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1947 tot 1979)
Duhen, Johannes, Bergambacht 27-11-1901, Straatveger/was Controleur haven- en marktwezen
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Allach, Neuengamme, Mittelbau-Dora, Nordhausen
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1952 tot 1976)
Duran, Carel Hendrik, Den Haag 5-1-1908, Timmerman
Gearresteerd: 14-5-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Allach, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat nach den Verbot der CPN illeg. die Zeitschrift “De Vonk” vertrieben’.
Gisolf, Johannes Cornelis, Den Haag 7-6-1912, Boekbinder
Gearresteerd: 11-10-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen, Dachau
Gool, Letho van, Voorburg 7-6-1918, Fotograaf
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Secretaris Tempo, Haagse communistische jeugdbeweging (1938).
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Dachau, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er war Leiter eine Fünfergruppe die illeg. CPN und hat Hetzschriften vertrieben’.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1947 tot 1986)
Harst, Arie van der, Den Haag 4-5-1916, Broodbezorger
Gearresteerd: eerste arrestatie 1941, tweede arrestatie 1-6-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Neuengamme
Harthoorn, Willem Lodewijk, ’s-Heer Arendskerke 13-2-1913, Kelner
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen, Dachau, Natzweiler, Dachau, Allach, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er war Leiter einer Fünfergruppe der Illeg. CPN und hat Hetzschriften vertrieben’. In het Oranjehotel kwam hij in een cel te zitten bij Han Stijkel, leider van een rechts georiënteerde verzetsgroep; ze werden ondanks het verschil in politieke inzichten goede vrienden. Wim werkte mee om via de tandarts en kapper briefjes aan de groepsleden van Stijkel over te brengen zodat ze tijdens verhoren gecoördineerde antwoorden konden geven.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1949 tot 1970)
Heimans, Hermeintje, Den Haag 28-1-1919, Naaister
Gearresteerd: 18-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Kleve, Ravensbrück, Mauthausen
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘sie war von Jahre 1939 bis zur Auflösung Mitglied der kom. Jugendbewegung “Tempo”. Innerhalb dieser Organisation hattet sie die Funktion eines Vorstandsmitgliedes inne’.
Jong, Simon de, Hof van Delft 6-5-1908, Landbouwambtenaar
Gearresteerd: 11-9-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1948 tot 1986)
Keuvelaar, Jan, Den Haag 7-12-1913, Opperman
Gearresteerd: 6-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Neuengamme, Dachau
Opmerkingen: HDe Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er betätigte sich noch nach dem Verbot der CPN illeg. Als Kurier und Hauptverteiler von Hetzschriften’. Hij meldde in Buchenwald als arrestatiereden ‘CPN Zeitungen verkauft’. Hij werd per ambulance naar Nederland geëvacueerd.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1949 tot 1980)
Kloostra, Jan, Nieuw Lekkerland 19-2-1907, Boekdrukker
Gearresteerd: 6-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat sich nach dem Verbot der CPN illeg. für diese betätigt und hat an Treffs teilgenommen’. Hij meldde in Buchenwald als arrestatiereden ‘illeg. Komm. Betätigung’.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1946 tot 1977)
Kloostra, Reinder (Rein), Nieuw Lekkerland 7-12-1908, Kok / slager
Gearresteerd: 6-8-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Vught, Buchenwald, Dachau, Buchenwald
Opmerkingen: Hij werd in het Oranjehotel door de Sicherheitsdienstmannen Ernst Knorr en Otto Lange en Johannes Hubertus Veefkind van de Haagse Politie Inlichtingendienst zwaar met een gummiknuppel geslagen, getrapt, gewurgd, tegen kast aangegooid enz.
Opmerkingen: Hij stond vermeld op de Fahndungsliste van 1 februari 1942.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1949 tot 1975)
Kroft, Teunis van der, Den Haag 6-4-1900, Timmerman
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Gemeenteraad.
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Timmerman. Bestuur afdeling C.P.N. en kandidaat gemeenteraad (1939).
Gearresteerd: 26-7-1941
Gevangenschap in: Weteringschans, Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: Onder andere omdat twee prominente leden, partijleider Louis de Visser en Kees Schalker, niet aanwezig konden zijn bij de vergadering van het partijbestuur op 15 mei in het partijkantoor Parlando in Amsterdam, omdat ze door de Nederlandse regering gevangen waren gezet en pas op 15 mei weer vrijgelaten, werd er op 16 mei 1940 bij hem thuis een bijeenkomst gehouden. Daarbij waren aanwezig: Louis de Visser, Kees Schalker, Paul de Groot, Jaap Brandenburg, Gerrit Kastein, Jan Geluk en Toon van der Kroft. Daarbij werd besloten de legale CPN op te heffen en alleen de illegale CPN te laten voort bestaan en waarbij besloten werd per district aparte organisaties op te richten, die lokaal het verzet gingen organiseren en waarbij instructeurs voor het contact met de landelijke leiding zouden zorgen.
Op 17 mei werd bij hem thuis het Haags communistisch verzet (Vonk-groep) opgericht door Gerrit Kastein, Jan Geluk, Willem van ’t Veen en Toon van der Kroft.
De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er war vor dem Verbot der CPN Sektionsvorstand, Distriktsvorstand und Gemeinderatsmitglied. Nach dem Verbot hat an dem illeg. Aufbau mit gearbeitet’.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1950 tot 1980)
Marijt, Jacobus, Leiden 24-10-1899, Huisschilder
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Koopman. Communist. V.V.S.U. Ex-penningmeester afdeling N.R.H.
Gearresteerd: 14-10-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Köln, Dachau, Allach, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Oort, Maarten Marinus, Den Haag 27-7-1910, Schilder, geldophaler van gemeente
Gearresteerd: 11-10-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Pieck, Henri Christiaan, Den Helder 19-4-1895, Architect, kunstschilder
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Kunstschilder. Communist.
Gearresteerd: 9-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat von 1923 bis 30 der CPN angehört und hat sich noch nach dem Verbot derselben illeg. Material bei sich untergestellt’.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1946 tot 1972)
Robers, Bernard Herman, Scheveningen 18-2-1913, Naaimachinemonteur
Gearresteerd: 11-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: Hij werd in het Oranjehotel zwaar mishandeld (gemarteld) door onder andere Sicherheitsdienstman Lange en Johannes Hubertus Veefkind van de Haagse Politie Inlichtingendienst. Veefkind sloeg hem tegen de grond en Lange sloeg tanden uit zijn mond en een gummiknuppel stuk op zijn knie, waardoor hij blijvend letsel opliep. Toen zijn echtgenote Helena Adriana Robers-Bronsveld Inlichtingendienstman Veefkind opzocht met het verzoek een bezoek aan haar echtgenoot te mogen brengen, zei Veefkind tegen haar: ‘Kun je als jonge vrouw nu wel zo lang buiten een man, anders wil ik wel een keertje met je mee.’ En hij bood haar een bezoek aan haar echtgenoot in ruil voor een nacht doorbrengen met hem. Veefkind probeerde met zijn vrouw seksueel contact te krijgen in ruil voor een bezoek aan haar man in het Oranjehotel. In het Oranjehotel zat hij in cel 607 vlak naast de cel waar de verhoren plaats vonden. Daardoor kon hij via het ventilatierooster goed horen wat zich daar afspeelde; de stemmen waren goed herkenbaar, maar het gezegde was niet te verstaan. Zodoende herkende hij tijdens het doodmartelen van Herman Holstege de stem van Johannes Hubertus Veefkind.
De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat sich noch nach dem Verbot der CPN illeg. für diese betätigt’.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1951 tot 1958)
Sandwijk, Frederik Hendrik Ferdinand Marie van, Leiden 7-6-1907, Literator
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Student chemie (1938). Communist. Spreker. Bestuur Anti-fascistisch Studenten Comité (1936). Redactie- en administratieadres De Sleutel.
Gearresteerd: 13-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Dachau, Sachsenhausen, Ravensbrück, Mittelbau-Dora
Opmerkingen: Hij werd in het Oranjehotel zwaar mishandeld: door Sicherheitsdienstman Otto Lange in het gezicht geslagen, overal op het lichaam getrapt zodat hij bewusteloos geraakte en met revolver op het hoofd geslagen.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1952 tot 1980)
Schalker, Johannes Pieter, Delft 16-12-1914, Fotograaf, metaalarbeider
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Hoofdbestuur C.J.B. (1937).
Gearresteerd: 12-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat sich noch nach dem Verbot für die illeg. CPN in Den Haag betätigt’.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1946 tot 1980)
Schmaal, Markus, Winschoten 7-3-1906, Radiohandelaar (tweedehands)
Gearresteerd: 18-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Mittelbau-Dora, Bergen-Belsen
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1947 tot 1980)
Spronsen, Christiaan Franciscus van, Den Haag 28-11-1918, Opperman
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen, Dachau, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er war leiter einer Fünfergruppe der illeg. CPN und hat Hetzschriften vertrieben’.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1959 tot 1959)
Staveren-Vet, Alem van (Aaltje), Schermerhorn 30-11-1906, Dienstbode
Gearresteerd: 20-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Ravensbrück
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1948 tot 1966)
Tettero, Hendricus Josephus Lodewijk (Henk), Den Haag 14-1-1904, Timmerman
Gearresteerd: 16-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Mittelbau-Dora, Bergen-Belsen
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Veenendaal, Simon Petrus van, Essen-Borbeck 16-7-1901, Vrachtwagenchauffeur
Gearresteerd: 28-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Mittelbau-Dora
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er war Leiter einer Fünfergruppe der illeg. CPN und hat Hetzschriften vertrieben’.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1960 tot 1971)
Visser-Van Winsberghe, Alina Pharailde, Sluis 17-6-1896
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Gemeenteraad.
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Echtgenote van J.W.A. Bestuur afdeling C.P.N. (1939). Kandidaat gemeenteraad voor de C.P.N. (1939).
Gearresteerd: 11-6-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Ravensbrück, Mauthausen
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘sie hat nach dem Verbot der CPN der CPN noch illegal die Zeitschrift “De Vonk” zur Verteilung gebracht. 1939 war sie ein Jahr Mitglied des Weltfrauen-Kommitees’.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1954 tot 1964)
Vogel, Leendert Christiaan (Leen), Hardinxveld 1-12-1908, Timmerman
Gearresteerd: 12-8-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Ottobrun, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: Hij werd in het Oranjehotel door Sicherheitsdienstman Otto Lange en Inlichtingendienstman Johannes Veefkind met de vuisten bewerkt en met gummiknuppel afgerost. Veefkind bedreigde hem met schieten.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1949 tot 1982)
Wijnen, Nicolaas Wilhelmus, Den Haag 27-11-1916, Kapper
Gearresteerd: 26-7-1941
Gevangenschap in: Weteringschans, Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Mauthausen, Solvay, Ebensee
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat sich noch nach dem Verbot der CPN als Funktionär der “De Waarheid-Gruppe” betätigt und illegale Hetzschriften hergestellt und verbreitet’.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1947 tot 1980)
Wolff, Simon, Den Haag 17-4-1913, Huisschilder
Gearresteerd: 7-9-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Groß-Rosen, Dachau, Natzweiler, Dachau, Allach, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Opmerkingen: Tijdens verhoren zei Inlichtingendienstman Veefkind, die hem met een gummiknuppel sloeg, tegen hem: ‘Als je nu niet bekend, schieten we je direct dood en begraven we je in de tuin, je vrouw krijgt te horen dat je op de vlucht doodgeschoten bent. Als je maar weet dat wij je nu ergens heen sturen waar ze nog andere methoden kennen en van waar je nooit meer terugkomt. Ben je eenmaal over de Duitse grens, zul je nog wat beleven.’ Veefkind zei ook tegen hem dat hij op alle vragen met ‘ja’ moest antwoorden en anders sloeg hij met een gummiknuppel op zijn knie; Wolff bleef ontkennen en werd suf geslagen.
De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Halbjude. Er hat sich noch nach dem Verbot der CPN illeg. als Gruppenleiter betätigt und hat Hetzschriften zum Verkauf gebracht’.
Verblijf in Duits tuchthuis:
Zwan, Johannes van der, Den Haag 3-4-1908, Opperman
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Penningmeester W.S.C. afdeling Scheveningen (1936).
Gearresteerd: 13-6-1941
Gevangenschap in: Amersfoort, Halle, Zöschen
Overleden: Zöschen 20-10-1944
Verblijf in de Nederlandse kampen Amersfoort en / of Vught:
Bloem, Gabe, Rotterdam 23-12-1902, Trambestuurder
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Conducteur R.E.T. Vakgroepfunctionaris C.P.N. (1938).Rotterdam. Hoofdbestuur V.V.S.U. (1935). Partijcongres C.P.N. (1935). Was in Rusland. Spreker op vergaderingen.
Gearresteerd: eerste arrestatie 9-8-1941, vrijgekomen 4-1942, tweede arrestatie 2-12-1943, vrijgekomen 11-7-1944
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Vught
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1947 tot 1965)
Koopman, Adriaan Jan Willem (Van den Berg), Ouwerkerk 18-7-1900, Mandenmaker
Gearresteerd: eerste arrestatie eind 6-1941, vrijgelaten 7-1941, tweede arrestatie 9-1941, vrijgekomen 30-3-1942, derde arrestatie 19-6-1944
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Vught
Overleden: Vught 4-9-1944 Gefusilleerd
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat sich noch nach dem Verbot der CPN illeg. Für diese betätigt und seine Werkstatt zur Herstellung von Hetzschriften zur Verfügung gestellt. Er ist nach einer Warnung aus der Haft entlassen worden 30-3-42 aus der Lager Amersfoort entlassen’. Hij werd in Amersfoort zwaar mishandeld.
Na zijn vrijlating werd hij lid van de verzetsorganisaties ‘Voor God en de Koning’ en kon doorverraad opnieuw gearresteerd worden.
Meijdam, Huibert, Gorinchem 23-9-1891, Glas-in-loodzetter
Gearresteerd: eind-6-1941, vrijgekomen 29-9-1941
Aktion CPN: Stond vermeld op een van de door de Johannes Eckhardt en Anne van der Ploeg, beiden van de Haagse Politie Inlichtingendienst, samengestelde lijsten van op 25 juni 1941 te arresteren personen tijdens de Aktion CPN naar aanleiding van de Duitse inval in de Sovjet Unie.
Gevangenschap in: Oranjehotel, Schoorl, Amersfoort
Opmerkingen: Hij werd in het kader van de actie tegen De Vonk-groep gearresteerd, maar werd aan de Aktion CPN toegevoegd.
Hofman, Marinus, Kralingen 3-3-1888, Stratenmaker
Gearresteerd: 1-9-1941, vrijgelaten 1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat vor dem 22-04-41 die illeg. Hetzschrift “De Waarheid” bezogen’. Hij is waarschijnlijk op 31 maart 1942 vrijgelaten.
Luik, Gerrit Bertus van, Den Haag 24-3-1901, Metaalslijper
Gearresteerd: ~8-1941, vrijgekomen 30-3-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort
Ruskauff, Arie, Den Haag 15-6-1889, Schoenmaker
Gearresteerd: 12-6-1941, vrijgekomen 30-3-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er war von 1937 bis 39 Mitglied der CPN und hat nach dem Verbot Pakete mit Schriften der Illeg. CPN in Verwahrung gehabt. Eine weitere Betätigung konnte ihm nicht nachgewiesen worden. Er ist nach einer Warnung aus der Haft entlassen worden’.
Stolk, Simon, Schiedam 16-10-1913, Kelner
Gearresteerd: ~8-1941, vrijgekomen 30-3-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er hat vor dem 22.6.41 die illegale Hetzschrift “De Waarheid” bezogen. Er ist nach einer Warnung aus der haft entlassen worden’.
Vellekoop, Cornelis Arnoldus, Rotterdam 8-2-1889, Badmeester
Gearresteerd: 1941, vrijgekomen 30-3-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Am 30 3 42 aus dem lager Amersfoort entlassen’.
Vink, Derk Hermanus, Den Haag 28-9-1913, Transportarbeider
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Communist. Politiek commissaris De Zaaier.
Gearresteerd: >24-6-1941, vrijgekomen 30-3-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Er war Leiter einer fünfergruppe der illeg. CPN und hat Hetzschriften vertrieben’.
Vos, Hendrik de, Den Haag 9-12-1879, Schoenmaker
Gearresteerd: 1941, vrijgekomen 30-3-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort
Opmerkingen: De Haagse Sicherheitsdienst vermeldde op een cartotheekkaart: ‘Am 30.3.42 aus dem Lager Amersfoort entlassen’.
CPN in regio Rotterdam
Deze slachtoffers zijn het gevolg van de martelmoord op Herman Holstege, waarbij de naam van Cornelis de Borst werd verkregen. Hij werd op 5 september 1941 gearresteerd door Otto Lange en Johannes Hubertus Veefkind. Door verder onderzoek, zoals uitpluizen van agenda’s, posten in woningen en verhoren die met martelingen gepaard gingen, konden meer dan honderd mensen gearresteerd worden.
Doordat Crabbendam als chef van de Haagse Politie Inlichtingendienst leiding had gegeven aan het opsporen van Herman Holstege, is hij ook verantwoordelijk voor de dood van deze mensen die in de regio Rotterdam werden gearresteerd. De feitelijk arrestaties vonden plaats in de periode september 1941 tot mei 1942, voornamelijk door het duo Otto Lange van de Sicherheitsdienst en Johannes Hubertus Veefkind van de Haagse Politie Inlichtingendienst. De arrestanten werden meestal meteen naar het Oranjehotel overbracht, maar sommigen verbleven enkele dagen tot enkele weken in Rotterdamse gevangenissen.
Doden:
Baas, Antoon, Schiedam 20-10-1916, Koker
Gearresteerd: 22-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme, Buchenwald, Bergen-Belsen
Overleden: Bergen-Belsen 5-1945
Bloemendal, Abraham Hartog Marcus, Rotterdam 10-11-1904, Kleermaker
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Politiek secretaris C.P.N. afdeling Rotterdam. Noord (1939). Rotterdam. Communiste. Hoofdbestuur V.V.S.U. (1935). Was in Rusland. Spreker op vergaderingen.
Gearresteerd: 11-5-1942
Gijzeling: Zijn naam stond vermeld op de Rotterdamse lijst van communistische gijzelaars die in september 1942 gearresteerd moesten worden, ondanks dat hij al eerder gearresteerd was. De lijst was door de Sicherheitsdienst samengesteld op basis van de lijst van de Centrale Inlichtingendienst die in 1936 en 1939 door de Nederlandse regering aan de Gestapo in Berlijn werd overhandigd.
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Mauthausen
Overleden: Mauthausen 7-10-1942
Borst, Martinus de, Rotterdam 10-11-1906, Kleermaker
Gearresteerd: 5-9-1941
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Vught, Haaren, Sachsenhausen, Bergen-Belsen
Overleden: Bergen-Belsen 5-1945
Briedé, Anne Theodorus, Streefkerk 29-12-1899, Montagewerker
Gearresteerd: 15-4-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Vught, Sint-Michielsgestel, Sachsenhausen
Overleden: Rotterdam 8-12-1945
Dillen, Willem van, Rotterdam 20-5-1921, Metaalbewerker
Gearresteerd: 6-5-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 13-11-1942
Donker, Arie, Schoonrewoerd 4-1-1883, Glasblazer
Gearresteerd: 3-12-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Vught, Sint-Michielsgestel, Amsterdam, Sint-Michielsgestel, Amersfoort, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Dachau 24-9-1944
Dooren, Joseph van, Schiedam 26-10-1882, Montagearbeider
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Gemeenteraad.
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Kandidaat gemeenteraad voor de C.P.N. (1939).
Gearresteerd: Eerste arrestatie 17-7-1941, vrijgelaten 14-1-1942, tweede arrestatie 22-2-1942
Tweede arrestatie ten gevolge van de gruwelijke martelmoord op Herman Holstege.
Gevangenschap in: Noordsingel Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Sint-Michielsgestel, Vught, Sachsenhausen, Bergen-Belsen
Overleden: Bergen-Belsen 5-1945
Graaff, Willem de, Ammerstol 22-2-1902, Bankbediende
Gearresteerd: 22-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amsterdam, Amersfoort, Neuengamme, Amersfoort
Overleden: Leusden 29-12-1942 Gefusilleerd
Gradener, Johan Alexander, Rotterdam 17-4-1918, Kantoorbediende
Gearresteerd: 22-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 14-1-1943
Haan, Arie de, Ridderkerk 14-2-1906, Broodbezorger
Gearresteerd: 30-4-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Utrecht, Amersfoort, Oranjehotel
Overleden: Waalsdorpervlakte 30-7-1942 Gefusilleerd
Haar, Christiaan van der, Leerdam 11-3-1898, Groentehandelaar
Gearresteerd: 22-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Vught, Sint-Michielsgestel, Neuengamme, Sachsenhausen, Neuengamme, Bergen-Belsen
Overleden: Bergen-Belsen 2-1945
Hazenkamp, Barend Gerrit, Hengelo 28-1-1893, Letterzetter
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Provinciale Staten.
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Letterzetter. Anti-militaristisch propagandist (1921). Communist. Kandidaat C.P. voor Provinciale Statenverkiezing 1923. Voorzitter afdeling Schiedam der I.R.H. (1938).
Gearresteerd: 28-1-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amsterdam, Amersfoort, Utrecht, Amsterdam, Amersfoort
Overleden: Leusden 29-12-1942 Gefusilleerd
Houtepen, Robertus Justinus, Gent (België) 5-11-1905, Betonarbeider
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Gemeenteraad.
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Provinciale Staten.
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Betonwerker. Districtsbestuur C.P.N. Spreker. Kandidaat C.P.N. voor gemeenteraad en Provinciale Staten (1939).
Lid: Was lid van de Nederlandse Volks Militie (NVM).
Gearresteerd: 7-11-1941
Gijzeling: Zijn naam stond vermeld op de Rotterdamse lijst van communistische gijzelaars die in september 1942 gearresteerd moesten worden, ondanks dat hij al eerder gearresteerd was. De lijst was door de Sicherheitsdienst samengesteld op basis van de lijst van de Centrale Inlichtingendienst die in 1936 en 1939 door de Nederlandse regering aan de Gestapo in Berlijn werd overhandigd.
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 7-12-1942
Huijser, Frans, Rotterdam 29-9-1917, Timmerman
Gearresteerd: 22-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort
Overleden: Leusden 29-12-1942 Gefusilleerd
Jongebreur, Jan, IJsselmonde 3-1-1904, Los werkman
Gearresteerd: 14-1-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel
Overleden: Oranjehotel 27-1-1942
Opmerkingen: Hij is waarschijnlijk doodgemarteld.
Keizer, Adrianus, Rotterdam 5-8-1913, Elektrisch lasser
Gearresteerd: 1-5-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Amsterdam, Vught, Amersfoort
Overleden: Leusden 29-12-1942 Gefusilleerd
Keizer, Dirk, Rotterdam 30-10-1900, Meubelmaker
Gearresteerd: 7-10-1941
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Sint-Michielsgestel, Vught, Dachau
Overleden: thuis 15-7-1949
Opmerkingen: Hij is na de oorlog overleden ten gevolge van de mishandelingen in het concentratiekamp.
Kerklaan, Johannes, Rotterdam 4-3-1912, Scheepsschilder
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Bestuur afdeling C.P.N. (1936).
Gearresteerd: 11-5-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 17-3-1943
Kint, Emilus, Rotterdam 20-3-1906, Trambestuurder
Gearresteerd: 14-1-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 25-1-1943
Kleij, Antoon van der, Rotterdam 23-3-1904, Metaalbewerker
Gearresteerd: 5-12-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort
Overleden: Leusden 29-12-1942 Gefusilleerd
Kok, Frederik, Schiedam 6-5-1878, Ambtenaar
Gearresteerd: 22-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Haaren, Vught, Dachau, Neuengamme, Dachau
Overleden: Dachau 31-1-1945
Koopman, Cornelis, Rotterdam 3-7-1906, Chocoladewerker bij Jamin
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Secretaris vakgroep C.P.N. (1939). Penningmeester sectie C.P.N. (1939).
Gearresteerd: 30-5-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 3-1-1943
Kruijd, Gerrit Jacobus, Rotterdam 29-6-1908, Dekknecht
Gearresteerd: 7-10-1941
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Hillegersberg, Oranjehotel, Amsterdam, Amersfoort, Neuengamme, Bremen
Overleden: Bremen 3-12-1942
Muijsson, David Anthonius, Rotterdam 29-1-1901, Sigarenmaker
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Handelt in cocaïne.
Gearresteerd: 14-1-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme, Bremen
Overleden: Bremen 23-12-1942
Noble, Pieternella Jacoba le, Rotterdam 17-11-1901, Naaister
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Provinciale Staten.
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Kandidaat Provinciale Staten voor de C.P.N. (1939).
Gearresteerd: 12-5-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Westerbork, Auschwitz
Overleden: Auschwitz 20-1-1943
Oort, Willem van, Rotterdam 12-12-1903, Bankwerker
Gearresteerd: 7-5-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Amsterdam, Amersfoort
Overleden: Leusden 29-12-1942 Gefusilleerd
Otte, Maria (Rie), Rotterdam 4-1-1917, Kantoorbediende
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Kantoorbediende. C.P.N. Secretaris jeugdgroep Hulp aan Spanje (1937).
Gearresteerd: 28-3-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Ravensbrück
Overleden: Ravensbrück 17-10-1943
Overmeire, Bernardus Cornelis (Bertus), Rotterdam 13-8-1881, Gepensioneerd straatmaker
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Opperman. Bestuur afdeling V.V.S.U.
Gearresteerd: 1-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Sachsenhausen
Overleden: Sachsenhausen 28-12-1942
Pelt, Jan van, Schiedam 6-9-1897, Krasseur (Aftekenaar machinefabriek)
Gearresteerd: 6-9-1941
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort
Overleden: Leusden 29-12-1942 Gefusilleerd
Opmerkingen: Hij werd in het Oranjehotel mishandeld door Otto Lange van de Sicherheitsdienst en Johannes Veefkind van de Haagse Politie Inlichtingendienst.
Petronia, Johannes Teburcio, Curaçao (Nederlandsch West Indië) 11-8-1898, Ringenvlechter
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Sectiebestuur C.P.N. (1938).
Gearresteerd: 7-10-1941
Gevangenschap in: Noordsingel Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald
Overleden: Buchenwald 16-1-1943
Raam-Meijer, Johanna (Jo), Rotterdam 14-10-1910, Boekhoudster
Gearresteerd: 21-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Haagsche Veer Rotterdam, Westerbork, Auschwitz
Overleden: Auschwitz 24-2-1943
Rijken, Martinus, Schiedam 28-3-1902, Trambestuurder
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Correspondent C.A.O.C. (1932). Bestuurder R.E.T. Districtsbestuur C.P.N. (1938).
Gearresteerd: 5-9-1941
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Amsterdam, Amersfoort
Overleden: Leusden 29-12-1942 Gefusilleerd
Opmerkingen: Hij was een direct contact voor Herman Holstege; hij werd twee dagen na de martelmoord op Holstege gearresteerd, doordat Holstege tijdens de martelsessie zijn naam prijs gaf.
Rost, Andries Adrianus, Rotterdam 20-11-1906, Chauffeur
Gearresteerd: 15-6-1942
Gevangenschap in: Utrecht, Arnhem, Oranjehotel
Overleden: Waalsdorpervlakte 10-11-1942 Gefusilleerd
Rozendaal, Joseph Jacob, Rotterdam 13-12-1903, Kantoorbediende
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Handelsreiziger. Lid C.P.H. afdeling Rotterdam (1932). Districtsbestuur C.P.N. (1938). Spreker op vergaderingen.
Lid: Was lid van de Nederlandse Volks Militie (NVM).
Gearresteerd: 8-9-1941
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amsterdam, Amersfoort
Overleden: Leusden 29-12-1942 Gefusilleerd
Scheuierman, Gerardus Franciscus, Rotterdam 5-8-1907, Kachelsmid
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Los werkman. Districtsbestuur C.P.N. (1938).
Gearresteerd: eerste arrestatie 1-3-1941, vrijgekomen 11-3-1941, tweede arrestatie 11-11-1941
Aktion CPN: Stond vermeld op een van de door de Sicherheitsdienst of de lokale Politie Inlichtingendiensten samengestelde lijsten van op 25 juni 1941 te arresteren personen tijdens de Aktion CPN naar aanleiding van de Duitse inval in de Sovjet Unie.
Gevangenschap in: Noordsingel Rotterdam, Rivierpolitie, Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 8-12-1942
Stelten, Maarten, Delft 1-12-1886, Kraanmachinist
Gearresteerd: 11-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 11-2-1943
Ster, Pieter van der, Rotterdam 11-9-1903, Groentepakker
Gearresteerd: 9-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Haaren, Vught, Dachau, Buchenwald
Overleden: Buchenwald 15-2-1945
Tazelaar, Cornelis Jacobus (Kees), Schiedam 6-9-1899, Stoker
Gearresteerd: 22-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme, Sint-Michielsgestel, Vught, Neuengamme, Dachau
Overleden: Dachau 22-3-1945
Teeffelen, Hendrikus van, Wamel 15-1-1906, Typograaf
Gearresteerd: 21-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 10-11-1942
Thomassen, Arie, Rotterdam 23-11-1885, Stoker grote vaart
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Brochurehandelaar C.P.N. (1937).
Gearresteerd: 5-12-1941
Overleden: Amsterdam 24-12-1942 Gefusilleerd
Toor, Hendrikus van, Rotterdam 7-2-1912, Elektrisch lasser
Gearresteerd: 20-1-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Amersfoort, Neuengamme, Natzweiler, Dachau
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Dachau 16-10-1944
Urbanus, Frederik Bernardus Wilhelmus Maria, Rotterdam 28-5-1889, Stukadoor
Gearresteerd: 9-3-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme, Vught, Sint-Michielsgestel, Dachau
Overleden: Dachau 9-3-1945
Verheul, Huibert Jan, Hardinxveld 10-10-1890, Bankwerker-hand
Gearresteerd: 14-1-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 3-12-1942
Opmerkingen: Volgens meestal valse Duitse opgave: ‘Auf der Flucht erschossen’.
Vleugels, Gerardus, Rotterdam 31-10-1894, IJzervlechter
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Betonwerker. Actief in de C.P.N. (1937).
Gearresteerd: 7-10-1941
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Sint-Michielsgestel, Vught, Dachau, Auschwitz, Mauthausen
Overleden: Mauthausen 26-2-1945
Vos-Kikkert, Elisabeth de, Den Helder 17-11-1888
Gearresteerd: 3-12-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Ravensbrück
Overleden: Ravensbrück 22-11-1943
Wijntje, Nicolaas, Oud-Beijerland 26-9-1913, Huisschilder
Gearresteerd: 20-1-1942
Gevangenschap in: Noordsingel Rotterdam, Rivierpolitie, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 14-11-1942
Willemsen, Adrianus Maria, Rotterdam 10-7-1907, Eigenaar fotozaak
Gearresteerd: 11-3-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 21-11-1942
Wilschut, Gerard, Oegstgeest 29-4-1914, Buffetchef
Gearresteerd: 11-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort
Overleden: Leusden 29-12-1942 Gefusilleerd
Wolvekamp, Leendert Huibert, Rotterdam 4-6-1907, Kraanmachinist
Gearresteerd: 14-1-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Neuengamme 29-3-1943
Overlevenden na lang verblijf in concentratiekamp:
Bodegraven, Johannes van (Jan), Rotterdam 21-3-1916, Draaier
Gearresteerd: 14-1-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Weteringschans, Utrecht, Amersfoort, Neuengamme, Siegburg
Opmerkingen: Tijdens verhoren werd hij afgeranseld door Otto Lange van de Sicherheitsdienst en Johannes Hubertus Veefkind van de Haagse Politie Inlichtingendienst; hij verloor daardoor een tand.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1950 tot 1982)
Bodegraven, Willem Franciscus van, Rotterdam 23-11-1903, Architect
Gearresteerd: 28-2-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Vught, Amersfoort, Neuengamme, Buchenwald
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1952 tot 1983)
Bom, Gerrit Cornelis, Rotterdam 1-5-1902, Zonneschermreparateur
Gearresteerd: 13-3-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Vught, Dachau, Buchenwald
Borst, Cornelis de, Rotterdam 30-6-1912, Fabrieksarbeider
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Gemeenteraad.
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Chauffeur. Kandidaat gemeenteraad voor de C.P.N. (1939).
Gearresteerd: 22-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme, Buchenwald, Mittelbau-Dora, Ravensbrück
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1947 tot 1971)
Chretien, Josephus Hendrik Jan Hermanus, Rotterdam 13-2-1913, Vrachtwagenchauffeur
Gearresteerd: 10-11-1941
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald, Lublin-Majdanek, Mauthausen
Dooren, Johannes Wilhelmus van, Meppel 18-4-1909, Fijnmechanicus
Gearresteerd: 5-12-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Vught, Dachau
Opmerkingen: Hij had een stencilmachine in huis waarop illegale lectuur vermenigvuldigd werd. In Vught gaf hij als arrestatiereden op ‘Begünstigung C.P.N.’.
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1947 tot 1963)
Ende, Willem op ’t, Valtherveen 18-5-1905, Kellner
Gearresteerd: 5-12-1941
Gevangenschap in: Amersfoort, Buchenwald, Ravensbrück, Peenemünde
Ent, Hendrik Adriaan van der, Rotterdam 3-12-1874, Kok
Gearresteerd: 11-2-1942, vrijgekomen 9-7-1944
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Sint-Michielsgestel, Neuengamme, Vught, Sint-Michielsgestel
Gerritsma, Jacob, Rotterdam 5-5-1902, Schipper
Gearresteerd: 13-4-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Amersfoort, Buchenwald
Kok, Arij, Schiedam 13-2-1909, Buffetbediende
Gearresteerd: 22-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Haaren, Vught, Sint-Michielsgestel, Sachsenhausen, Neuengamme
Langerak, Willem, Rotterdam 5-12-1915, Isoleerder
Gearresteerd: 14-1-1942
Gevangenschap in: Amersfoort, Neuengamme, Buchenwald
Opmerkingen: In Vught werd vermeld ‘C.P.N.’
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1955 tot 1984)
Lucassen, Gerrit Reinders Johannes, ’s-Heerenberg 26-11-1906, Arbeider
Gearresteerd: 5-12-1941
Gevangenschap in: Amersfoort, Neuengamme, Buchenwald
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1951 tot 1987)
Mackaij, Jacobus Johannes, Schiedam 24-2-1905, Kraandrijver
Gearresteerd: 14-1-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Vught, Neuengamme, Sachsenhausen, Dachau
Markenstein, Casparus Dirk, Rotterdam 11-11-1909, Opperman
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Sectiebestuur C.P.N. (1938).
Gearresteerd: 7-10-1941
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Vught, Dachau
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1947 tot 1961)
Roomeijer, Frederik Willem, Amsterdam 1-10-1908, Los werkman
Gearresteerd: 9-10-1941
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Amersfoort, Buchenwald
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1955 tot 1962)
Schilperoort-Wijntje, Heiltje, Oud Beijerland 22-5-1919
Gearresteerd: 21-2-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Ravensbrück, Mauthausen
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Vink, Theodorus Christianus, Rotterdam 17-12-1908, Magazijnbediende
Gearresteerd: 23-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme, Buchenwald, Sachsenhausen
Weijmar, Johan, Rotterdam 5-2-1916, Instrumentmaker
Gearresteerd: 19-1-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Haagsche Veer Rotterdam, Amersfoort, Neuengamme, Ravensbrück, Rheinbach, Siegburg, Landsberg, Lech
Wijngaard, Adrianus, Rotterdam 29-9-1905, Meubelmaker
Gearresteerd: 22-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Vught, Dachau
BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1900 tot 2000)
Zoete, Engelbertus Samuel de (Bert), Rotterdam 30-8-1917, Kapper
Gearresteerd: 14-1-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Verblijf in Duits tuchthuis:
Smaling, Adrianus, Rotterdam 9-1-1904, Koperslager
Gearresteerd: 5-12-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Haaren, Vught, Oranjehotel, Siegburg
Opmerkingen: Inlichtingendienstman Veefkind maakt seksuele toespelingen naar zijn echtgenote. BVD: Crabbendam liet een BVD-dossier aanleggen dat liep van 1948 tot 1962)
Verblijf in de Nederlandse kampen Amersfoort en / of Vught:
Beetjer, Jan, Sappemeer 19-5-1897, Bankwerker
Gearresteerd: 5-12-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Sint-Michielsgestel, Vught
Dirks, Renerus Cornelis, Nijmegen 12-7-1909, Losarbeider
Gearresteerd: 11-2-1942
Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Oranjehotel, Utrecht
Karstanje, Johannes, Den Haag 14-1-1898, Autogeenlasser
Gearresteerd: 22-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Sint-Michielsgestel, Vught
Ketting, Marinus, Pernis 16-1-1912, Havenarbeider
Gearresteerd: 11-2-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort
Scova Righini, Petrus Cornelis, Haarlem 18-1-1894, Granietwerker
Gearresteerd: 18-3-1942
Gevangenschap in: Oranjehotel, Vught
Staaten, Klaas, Rotterdam 24-9-1886, Fabrieksarbeider
Lijst van de Centralen Inlichtingendienst: Los werkman. Sectiebestuur C.P.N. (1936).
Gearresteerd: 24-12-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Gijzeling: Zijn naam stond vermeld op de Rotterdamse lijst van communistische gijzelaars die in september 1942 gearresteerd moesten worden. De lijst was door de Sicherheitsdienst samengesteld op basis van de lijst van de Centrale Inlichtingendienst die in 1936 en 1939 door de Nederlandse regering aan de Gestapo in Berlijn werd overhandigd.
Gevangenschap in: Amersfoort, Vught
Geuzen
Als gevolge van een in december 1940 onderzoek naar de verzetsorganisatie De Geuzen door Crabbendam’s ondergeschikten Gerhard Hanken en Steven Pegels, werd George Elders op 7 januari 1941 gearresteerd. Hij werd op 10 januari in opdracht van Crabbendam aan de Sicherheitsdienst uitgeleverd. Hij werd twee weken later vrijgelaten. Hij werd op 31 juli 1942 door de V-Mann Anton van der Waals in de Oranjelaan in Den Haag herkend, gearresteerd en met een aangehouden Wehrmacht-auto naar het Binnenhof overgebracht. Bij het uitstappen vluchtte Elders, waarna Van de Waals hem van een afstand van twintig meter in de rug dodelijk neerschoot.
Door de herkenning door Anton van der Waals rijst het vermoeden dat Elders is vrijgelaten onder de belofte andere leden van de organisatie en dat Van der Waals dan zou pogen de organisatie te infiltreren.
In verband met de gearresteerde Elders werden 12 personen verhoord, maar er zijn geen verdere gevangenschappen van deze personen bekend. Volgens de bronnen zijn nog zes anderen van deze Geuzenorganisatie voor de rest van de oorlog in een concentratiekamp opgesloten, maar de namen zijn mij onbekend.
Het is onduidelijk of deze organisatie De Geuzen dezelfde is als de bekend Geuzenorganisatie uit Maassluis. Het betreft een heropgerichte organisatie die in maart 1940 ontbonden was.
Vanwege de uitlevering aan de Sicherheitsdienst en de herkenning door Anton van der Waals is Crabbendam in belangrijke mate verantwoordelijk voor de dood van Elders.
Elders, George Johannes Christiaan Elders, Den Haag 16-6-98
Gearresteerd: 7-1-1941, vrijgelaten 10-1-1940
Gevangenschap: Binnenhof
Overleden: 31-7-1942 doodgeschoten
Stijkelgroep
In februari 1941 moest Crabbendam’s ondergeschikte Laurentius Livinus van Laere onderzoek doe naar de Stijkelgroep en daarbij speciaal naar de politieagent Drupsteen. Het leidde tot de infiltratie door Crabbendam’s ondergeschikten Leonardus Poos en Marten Slagter die bij de Sicherheitsdienst gedetacheerd waren. Han Stijkel wilde samen met enkele leden van zijn groep in april 1941 per vissersboot van Scheveningen naar Engeland gaan. Toen greep de Sicherheitsdienst in en werden alle leden onder leiding van Crabbendam door leden van de Inlichtingendienst op 2 april 1941 gearresteerd. Na een verblijf in het Oranjehotel werden ze naar Berlijn overgebracht, waar een proces volgde. De meesten werden ter dood veroordeeld en de rest werd in een concentratiekamp of tuchthuis opgesloten waar de meesten alsnog overleden. De doodvonnissen werden met een interval van 5 minuten in de gevangenis van Berlijn-Tegel voltrokken. Op weg naar de fusilladeplaats zongen de leden het Wilhelmus. Hoewel de Sicherheitsdienst de opdrachten verstrekte, was Crabbendam door zijn leiding gevende rol bij de opsporing in belangrijke mate medeplichtig.
Doden:
Baud, Jéan Crétien, Arnhem 16-6-1919, Kornet Artillerie
Gearresteerd: 2-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Sonnenburg
Overleden: Sonnenburg 22-7-1944
Bloembergen, Bartholomeus Herman, Den Haag 12-3-1905, Ambtenaar
Gearresteerd: 11-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Bolten, Jean Pierre, Den Haag17-2-1883, Gepensioneerd luitenant-kolonel
Gearresteerd: 26-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Davidson, Barend, Zwolle 10-5-1907, Koopman
Gearresteerd: 3-5-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Drupsteen, Cornelis, Zwolle 17-2-1913, Politieagent
Gearresteerd: 2-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Ero, Hendrik, Zaandijk 10-7-1886, Hotelhouder
Gearresteerd: 25-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Ero-Chambon, Louise Ursule, Sanilhac (Frankrijk) 11-2-1891
Gearresteerd: 9-5-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Lübeck, Cottbus, Ravensbrück
Overleden: Ravensbrück 3-1-1945
Gostelie, Rudolf Emile, ‘s-Hertogenbosh 3-7-1895, Adjunct-directeur
Gearresteerd: 18-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Groot, Jan, Wormerveer 5-3-1893, Boekhouder
Gearresteerd: 25-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Gude, Cornelis Jan, Soerabaja (Nederlandsch Oost Indië) 24-4-1916, Student
Gearresteerd: 2-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Hasselman, Hendrik Dirk Stephaan, Zoelen 22-9-1889, Gepensioneerd generaal-majoor
Gearresteerd: 7-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Helmers, Jan Fredrik, Hengelo 23-4-1910, Koopman
Gearresteerd: 6-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Helmers, Willem Alfred, Soerabaja (Nederlandsch Oost Indië) 12-7-1917, Student
Gearresteerd: 6-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Hes, Mozes, Amsterdam 15-12-1903, Advocaat-procureur
Gearresteerd: 19-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Hinte, Jan van, Purmerend 20-3-1890, Touringcar-ondernemer
Gearresteerd: 28-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Sonnenburg, Sachsenhausen, Bergen-Belsen
Overleden: Bergen-Belsen 5-1945
Hinte-de Bruin, Wesselina van, 4-10-1888
Gearresteerd: 28-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Hamburg, Lübeck, Jauer, Schweidnitz, Aichach
Hoek, Maarten, Katwijk 20-2-1917, Politieagent
Gearresteerd: 2-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Honert, August van den, Amsterdam 15-10 1886, Mijningenieur
Gearresteerd: 7-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Sonnenburg, Sachsenhausen
Overleden: Sachsenhausen 7-2-1945
Honig, Evert, Koog aan de Zaan 9-11-1914, Directeur van Honig
Gearresteerd: 25-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Jelier, Cornelis Adrianus, Groningen 30-12-1901, Fabrikant
Gearresteerd: 7-5-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Sachsenhausen, Sonnenburg, Bergen Belsen
Overleden: Bergen Belsen 5-1945
Jong, Pieter Hendrikde, Heemstede 6-11-1912, Adjunct directeur
Gearresteerd: 25-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Koning, Pieter de, Naaldwijk 10-1-1919, Student
Gearresteerd: 1-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Kuipers, Hendrik, Emmen 11-3-1899, Rechercheur van politie
Gearresteerd: 2-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Sonnenburg, Sachsenhausen
Overleden: Sachsenhausen 3-3-1945
Lotgering, Jacobus Adrianus, Meppel 7-1-1886, Inspecteur bij een coöperatie
Gearresteerd: 26-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Marel, Gerardus Johan Mari van der, Den Haag 18-2-1917, Student
Gearresteerd: 11-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Moret, Johannes Jacobus, Rotterdam 29-9-1880, Accountant
Gearresteerd: 2-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Sonnenburg, Sachsenhausen, Bergen Belsen
Overleden: Bergen Belsen 5-1945
Mulder, Pieter, Dirksland 2-2-1900, Politieagent
Gearresteerd: 2-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Buch
Overleden: Buch 2-2-43
Opmerkingen: Hij overleed in een ziekenhuis, waardoor zijn fusillering niet doorging.
Naber, Jakob, Maarssen 31-5-1920, Constructeur
Gearresteerd: 27-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Neuteboom, Jan, Hoorn 29-4-1903, Procuratiehouder
Gearresteerd: 25-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Plas, Arie van der, Katwijk aan Zee 18-4-1899
Gearresteerd: 2-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Plas, Willem van der, Katwijk aan Zee 22-8-1896, Zeilmaker
Gearresteerd: 2-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Renkema, Johan Reinhardt, Den Haag 16-10-1919, Student
Gearresteerd: 12-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Neutitschein, Liegnitz
Overleden: Liegnitz (Polen) 13-10-1944
Smit, Pieter Adrianus, Koog aan de Zaan 25-9-1913, Machine-bankwerker
Gearresteerd: 26-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Stoppendaal, Hendrik Gerard, Den Haag 7-2-1916, Student
Gearresteerd: 6-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Stijkel, Johan Aaldrik, Rotterdam 8-10-1911, Student
Gearresteerd: 2-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Opmerkingen: In het Oranjehotel zat hij met de communist Willem Lodewijk Harthoorn in een cel
Tamson, Alexander Willem Karel, Den Haag 25-2-1883, Directeur Koninklijke Instrumentenfabriek
Gearresteerd: 22-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Sonnenburg
Overleden: Sonnenburg 27-11-1943
Thomas, Jacobus Cornelis, Utrecht 21-8-1909, Herbergier
Gearresteerd: 5-5-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Opmerkingen: Hij zat in het Oranjehotel bij de communist (RSAP) Johannes Molenaar in de cel.
Vries, Dirk de, Koog aan de Zaan 10-6-1915, Vliegtuigtechnicus
Gearresteerd: 28-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 28-4-1943 Gefusilleerd
Vries, Johan Joseph Ferdinand de, Vlissingen 13-6-1915, Kantoorbediende
Gearresteerd: 11-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Vrolijk, Johannes George, Zwijndrecht 30-4-1920, Kantoorbediende
Gearresteerd: 9-5-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Wagenaar, Nico, Rotterdam 20-11-1914, Handelaar
Gearresteerd: 11-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Neutitschein, Dachau, Neuengamme, Bergen Belsen
Overleden: Bergen Belsen 7-1-1945
Wagenaar, Willem, Nijmegen 25-5-1919, Student
Gearresteerd: 10-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Wolzak, Cornelis Johan Louis, Batavia (Nederlandsch Oost Indië), 2e Luitenant Genie
Gearresteerd: 5-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Zanen, Hermanus Pieter Cornelis, Den Haag 28-3-1893, Adjunct directeur
Gearresteerd: 18-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel
Overleden: Berlijn-Tegel 4-6-1943 Gefusilleerd
Overlevenden na lang verblijf in concentratiekamp:
Deth, Martina Sophia van, Brussel (België) 5-11-1899, Inspectrice kinderpolitie
Gearresteerd: 4-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Lauer, Aichach
Glazenburg, Hilko, Zaandam 4-11-1915, Ingenieur
Gearresteerd: 13-5-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Sachsenhausen
Hinte-de Bruin, Wesselina van, 4-10-1888
Gearresteerd: 28-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Hamburg, Lübeck, Jauer, Schweidnitz, Aichach
Lotgering-Hillebrand, Hendrikje Roelofje, Meppel 22-3-1892
Gearresteerd: 26-4-1941
Gevangenschap in: Oranjehotel, Berlijn-Tegel, Lübeck, Aichach