Verzet door en vervolging Nederlandse communisten: regio’s en kampen

Regionale verdeling naar woonplaats.

Bij de regionale indeling naar woonplaats heb ik regio’s onderscheiden die een gebied omvatten meteen rand van ruwweg 15 km (met de fiets overbrugbaar) rond een stad of agglomeratie met een actieve groep communisten of een gebied met een bepaalde sociaal-economische structuur waar veel communisten actief waren. Soms worden bij deze regio’s provinciale grenzen overschreden zoals bijvoorbeeld bij de regio rond de stad Groningen dat onder andere ook Eelde omvat.
Door onvolledige informatie over de woonplaatsen heb ik niet iedereen aan een regio kunnen plaatsen. Verder zijn er nogal wat personen die in meerdere regio’s actief zijn geweest; deze personen heb ik geplaatst bij de regio die het meest van toepassing lijkt te zijn.
Van deze regio’s toon ik alleen de resultaten, waarvoor ik meer dan 18 personen heb kunnen achterhalen.
De regio Delfzijl-Finsterwolde-Beerta betreft voornamelijk mensen die in de kleinere plaatsen, dorpen of op het platteland woonden; er komen nauwelijks mensen uit de plaats Delfzijl zelf in voor. De regio Friesland-overig omvat de hele provincie met uitzondering van Leeuwarden met directe omgeving.
Voor niet alle personen heb ik de regio kunnen vinden of schatten waar ze woonden, zodat de totalen niet corresponderen met het totale aantal personen dat elders op de website wordt genoemd.

Onderwerpen:

Aantallen achterhaalde personen per regio van woonplaats
Geboortestreken van communisten uit de mijnstreek
Woonplaatsen van communisten van Joodse afkomst
Aktion CPN (25 juni 1941) naar woonplaats
Gijzelactie van communisten (september 1942) naar woonplaats
Aantallen achterhaalde gearresteerde communisten naar woonplaats
In een Duits concentratiekamp opgesloten
In een Duits tuchthuis opgesloten
Opgesloten in de kampen Amersfoort en Vught met buitenkommando’s
Aantallen Joodse communistische verzetsmensen die in Westerbork gevangen hebben gezeten
Communistische verzetsmensen overleden ten gevolge van verzet of vervolging naar woonplaats
Vooroorlogse registratie door de Centralen Inlichtingendienst
Naoorlogse registratie door de Binnenlandse Veiligheidsdienst
Duitse hoofdconcentratiekampen waar communistische verzetsmensen verbleven
Plaatsen waar communisten zijn overleden ten gevolge van verzet of vervolging

Aantallen achterhaalde personen per regio van woonplaats:

Amsterdam: 2125
Rotterdam: 900
Den Haag: 754
Zaanstreek: 181
Stad Groningen: 175
Leiden: 174
Haarlem: 156
Delft: 149
Twenthe: 148
Gooi: 134
Deventer-Zutphen: 129
Mijnstreek: 122
Utrecht: 121
Friesland-overig: 62
IJ-mond: 67
Delfzijl-Finsterwolde-Beerta: 57
Arnhem: 48
Alkmaar: 45
Drenthe: 43
Leeuwarden: 50
Maastricht: 38
Strokarton / Veenkoloniën: 38
Eindhoven: 31
Apeldoorn: 29
Kop Noord-Holland: 26
Amersfoort: 24
Tilburg: 21
Wageningen: 18

Het meest opmerkelijke aan dit staatje is het aantal communistische verzetsmensen in het gebied Delfzijl-Finsterwolde-Beerta. Daarbij moet bedacht worden dat 54 daarvan in de dorpjes in dat gebeid woonden. Dat waren dorpjes met bij elkaar een paar duizend inwoners. Amsterdam telde meer dan 100 keer zoveel inwoners, dus als ik voor Amsterdam een evenredig aantal verzetsmensen zou hebben achterhaald dan zouden het er meer dan 6000 zijn geweest. En dan moet nog bedacht worden dat ik eigenlijk veel meer verzetsmensen in Finsterwolde en Beerta heb achterhaald, maar ze hadden vaak identieke voor en achternamen en woonden in dezelfde straat met een onbekend huisnummer. Vanwege de on-identificeerbaarheid heb ik die niet opgenomen. Geen enkel gebied in Nederland had een zo hoog percentage verzetsmensen, wat een goede reden was om hen na de oorlog van democratische rechten uit te sluiten.

Geboortestreken van communisten uit de mijnstreek:

(percentages van de communisten in de mijnstreek)

Duitsland 27 (23 %)
Mijnstreek 26 (22 %)
Drenthe 18 (16 %)
Friesland 7 (6 %)
Overijssel 7 (6 %)
Noord-Brabant 6 (5 %)
Gelderland 5 (4 %)
Limburg-overig 5 (4 %)
Utrecht 4 (3 %)
Zuid-Holland 4 (3 %)
Groningen 3 (3 %)
Noord-Holland 3 (3 %)
Hongarije 1 (1 %)

Opmerkelijk is dat driekwart van de communisten in de mijnstreek buiten Limburg geboren is. Veel van hen zijn in Duitsland geboren, maar hadden voor het merendeel wel de Nederlandse nationaliteit.
Van 40 personen heb ik de godsdienst kunnen achterhalen:

Rooms-Katholiek 20 (50%)
Nederlands Hervormd 15 (38 %)
Geen 5 (12%)

Dit zijn opmerkelijke percentages voor een provincie waar 99% van de bevolking Rooms-Katholiek was.
In een sociologisch rapport uit 1960 over de mijnstreek wordt gesteld dat de niet-katholieken vanwege de discriminatie en pesterijen door de oorspronkelijke bevolking samen klitten en met elkaar huwelijksbanden aanknoopten, waardoor ook hele aan elkaar verwante families in het communisme betrokken werden.

Woonplaatsen van communisten van Joodse afkomst:

(percentages van de aantallen achterhaalde personen per regio)

Amsterdam: 506 (24 %)
Den Haag: 87 (12 %)
Rotterdam: 78 (9 %)
Het Gooi: 14 (10 %)
Utrecht: 8 (7 %)
Groningen: 6
Leiden: 5
Deventer-Zutphen: 5
Zaanstreek: 3
Haarlem: 3
Arnhem: 3
Twenthe: 2
Leeuwarden: 2
Maastricht: 2
Delft: 1
Drenthe: 1
Strokarton / Veenkoloniën: 1
Amersfoort: 1

Veel van de Joodse communistische verzetsmensen heb ik niet kunnen achterhalen, doordat hele families en kennissenkringen vermoord werden, zodat na de oorlog niemand meer over was om getuigenis van de verzetsactiviteiten af te leggen.
We zien dat het Joods-communistische verzet in de drie grote steden geconcentreerd was. Het hoge aantal in Amsterdam wordt voor een beperkt deel veroorzaakt doordat de lezers van De Waarheid die bij de razzia op Hollandia-Kattenburg allemaal meegeteld zijn. Maar zelfs als we die niet meetellen, bestond het Amsterdams communistisch verzet voor 17 % uit mensen met een Joodse achtergrond.

Aktion CPN (25 juni 1941) naar woonplaats:

(percentages van de aantallen achterhaalde personen per regio)

Amsterdam: 236 (11 %)
Rotterdam: 50 (6 %)
Twenthe: 43 (29 %)
Den Haag: 38 (5 %)
Haarlem: 37 (24 %)
Friesland-overig: 31 (50 %)
Leiden: 30 (17 %)
Utrecht: 25 (21 %)
Delft: 22 (15 %)
Deventer-Zutphen: 19 (15 %)
Het Gooi: 18 (13 %)
Alkmaar: 18 (40 %)
Groningen: 14 (8 %)
Mijnstreek: 10 (8 %)
Leeuwarden: 10 (20 %)
Drenthe: 7 (16 %)
Eindhoven: 5 (16 %)
Tilburg: 5 (24 %)
Delfzijl-Finsterwolde-Beerta: 4 (6 %)
Zaanstreek: 3
Maastricht: 3
Kop Noord-Holland: 2
IJ-mond: 1
Arnhem: 1
Strokarton / Veenkoloniën: 1
Apeldoorn: 1
Wageningen: 1

Het hoge percentage in Amsterdam wordt deels veroorzaakt doordat in juli 1941 een grote groep arrestanten naar Schoorl werd overgebracht vanwege het plaatsgebrek in de gevangenissen. Vanwege hun verdere lot kunnen ze ook tot de Aktion CPN gerekend worden.

De te arresteren mensen werden voor een klein deel door de Duitse bezetter aangewezen van een lijst die de minister van Justitie in 1936 en een herziene versie in 1939 aan de Gestapo in Berlijn had laten overhandigen. Voor het grootste deel werden de namen van de te arresteren personen in opdracht van de burgemeesters via een opdracht aan de (hoofd-)commissarissen door de gemeentelijke Politie Inlichtingendiensten geselecteerd van lijsten die voor de oorlog waren aangelegd. Nagenoeg alle arrestaties werden door de politie verricht. Aan de percentages kan worden afgelezen welke burgemeesters, (hoofd-)commissarissen en chefs van de Politie Inlichtingendiensten medeplichtig waren aan dit wrede bloedbad. Weliswaar waren de meeste burgemeesters al voor juni 1941 door NSB’ers vervangen, maar de vooroorlogse burgemeesters droegen grote schuld doordat ze de archieven niet hadden laten vernietigen. In Den Haag was de liberale burgemeester Van der Bilt medeplichtig aan dit bloedbad. Feitelijk draagt de christelijk-liberale Nederlandse zware schuld aan dit bloedbad dat meer dan 300 Nederlandse communisten onder uiterst wrede omstandigheden het leven heeft gekost, maar vanwege hun vreugde over het opruimen van zoveel communisten heeft de regering nog nooit excuses hiervoor aangeboden. Het stelt de door de christelijke partijen gepropageerde ‘eerbied voor het menselijk leven’ wel in een heel bijzonder daglicht.

Gijzelactie van communisten (september 1942) naar woonplaats:

(percentages van de aantallen achterhaalde personen per regio)

Rotterdam: 76 (8 %)
Amsterdam: 71 (3 %)
Den Haag: 51 (7 %)
Deventer-Zutphen: 14 (11 %)
Maastricht: 11 (29 %)
Arnhem: 10 (21 %)
Twenthe: 8 (5 %)
Apeldoorn: 7 (24 %)
Leiden: 3
Groningen: 1
Het Gooi: 1

In september 1942 voerde de Duitse bezetter een gijzelactie van communisten uit. De bedoeling was om na bomaanslagen waarvan communisten verdacht werden een aantal van deze gijzelaars te fusilleren. De maatregel werd bedacht na de negatieve reactie op het fusilleren van een vijftal Rotterdamse notabelen na een bomaanslag waarvan communisten verdacht werden. Van de gegijzelden is een aantal inderdaad gefusilleerd. Maar er zijn ook enkele mensen op een andere manier vermoord, zonder dat er sprake van een represaille voor een bomaanslag was. De namen werden nagenoeg allemaal gehaald van een lijst die de Nederlandse regering in 1936 aan de Gestapo in Berlijn had overhandigd, waarna in februari 1941 vanuit Berlijn een selectie van 800 namen door de Gestapo in Berlijn aan de Sicherheitsdienst in Den Haag werd gestuurd. Hoewel de actie tegen de CPN was gericht, bevonden zich onder de gegijzelden opmerkelijk veel eden van de RSAP. Mogelijk heeft dit ermee te maken dat in 1941 al veel CPN-leden die op de overhandigde lijst stonden, gearresteerd waren.

Aantallen achterhaalde gearresteerde communisten naar woonplaats:

(percentages van de aantallen achterhaalde personen per regio)

Amsterdam: 1250 (59 %)
Rotterdam: 661 (73 %)
Den Haag: 547 (73 %)
Delft: 114 (77 %)
Twenthe: 97 (66 %)
Groningen: 96 (55 %)
Haarlem: 93 (60 %)
Mijnstreek: 83 (68 %)
Deventer-Zutphen: 79 (61 %)
Utrecht: 75 (62 %)
Leiden: 74 (43 %)
Het Gooi: 70 (52 %)
Zaanstreek: 63 (35 %)
Friesland-overig: 39 (63 %)
Delfzijl-Finsterwolde-Beerta: 37 (54 %)
Maastricht: 34 (89 %)
IJ-mond: 32 (48 %)
Strokarton / Veenkoloniën: 28 (74 %)
Arnhem: 27 (56 %)
Leeuwarden: 25 (50 %)
Alkmaar: 25 (56 %)
Drenthe: 22 (51 %)
Apeldoorn: 19 (66 %)
Amersfoort: 14 (58 %)
Eindhoven: 13 (42 %)
Kop Noord-Holland: 13 (50 %)
Tilburg: 13 (62 %)
Wageningen: 10 (56 %)

In een Duits concentratiekamp opgesloten:

(percentages van de aantallen achterhaalde personen per regio)

Amsterdam: 1250 (59 %)
Rotterdam: 661 (73 %)
Den Haag: 547 (73 %)
Delft: 114 (77 %)
Twenthe: 97 (66 %)
Groningen: 96 (55 %)
Haarlem: 93 (60 %)
Mijnstreek: 83 (68 %)
Deventer-Zutphen: 79 (61 %)
Utrecht: 75 (62 %)
Leiden: 74 (43 %)
Het Gooi: 70 (52 %)
Zaanstreek: 63 (35 %)
Friesland-overig: 39 (63 %)
Delfzijl-Finsterwolde-Beerta: 37 (54 %)
Maastricht: 34 (89 %)
IJ-mond: 32 (48 %)
Strokarton / Veenkoloniën: 28 (74 %)
Arnhem: 27 (56 %)
Leeuwarden: 25 (50 %)
Alkmaar: 25 (56 %)
Drenthe: 22 (51 %)
Apeldoorn: 19 (66 %)
Amersfoort: 14 (58 %)
Eindhoven: 13 (42 %)
Kop Noord-Holland: 13 (50 %)
Tilburg: 13 (62 %)
Wageningen: 10 (56 %)

Joden die in Sobibor vermoord werden, zijn hier niet opgenomen. Zij hebben gevangen gezeten in Westerbork, maar dat kan geen concentratiekamp genoemd worden en in Sobibor werden ze meteen na aankomst vermoord, zodat ze daar niet langer dan een paar uur opgesloten zijn geweest.

In een Duits tuchthuis opgesloten:

(percentages van de aantallen achterhaalde personen per regio)

Amsterdam 81 (4 %)
Den Haag 34 (5 %)
Rotterdam 25 (3 %)
Mijnstreek 21 (17 %)
Groningen 6 (3 %)
Leiden 6 (3 %)
Maastricht 6 (16 %)
Haarlem 5 (3 %)
Twenthe 5 (3 %)
Deventer-Zutphen 4 (3 %)
Zaanstreek 3
Utrecht 3
IJ-mond 3
Eindhoven 3
Delft 2
Delfzijl-Finsterwolde-Beerta 2
Apeldoorn 2
Friesland-overig 1
Leeuwarden 1
Arnhem 1
Drenthe 1
Strokarton / Veenkoloniën 1
Kop Noord-Holland 1
Amersfoort 1
Tilburg 1

Wanneer de Duitsers indruk op de Nederlandse bevolking wilden maken, kregen verzetsmensen een proces in plaats van dat ze zonder meer naar een concentratiekamp werden gestuurd. In de praktijk betekende dit dat de gestraften of een snelle doodstraf kregen zonder de wreedheden van een concentratiekamp of dat ze tot een langdurige tuchthuisstraf veroordeeld werden. Vaak werden de tot het tuchthuis veroordeelden na verloop van tijd alsnog naar een concentratiekamp opgesloten, maar de meesten moesten eerst hun tuchthuisstraf uitzitten. De processen werden voornamelijk gevoerd tegen de voorbereiders van de Februaristaking en plegers van ‘terroristische’ aanslagen uit Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Ook werden processen gevoerd tegen plegers van bomaanslagen afkomstig uit de regio’s Enschede en Deventer, maar die werden niet tot een tuchthuisstraf veroordeeld, maar kregen bijna allemaal de doodstraf, terwijl een paar in Nederland gevangen bleven zitten.
Opmerkelijk zijn de relatief grote aantallen uit de Mijnstreek en Maastricht die een tuchthuisstraf moesten uitzitten. Dit had enerzijds te maken met de vooroorlogse samenwerking tussen de politie in Maastricht en de Gestapo in Aken die er in resulteerde dat vrij kort na de Duitse inval mensen gearresteerd werden voor vooroorlogse politieke ‘vergrijpen’ en anderzijds dat de mijnbouw militair en economisch van groot belang voor de Duitsers waren, zodat ze middels ‘processen’ wegens sabotage of stakingen de werknemers wilden intimideren.

Opgesloten in de kampen Amersfoort en Vught met buitenkommando’s:

Amsterdam 81 (4 %)
Den Haag 34 (5 %)
Rotterdam 25 (3 %)
Mijnstreek 21 (17 %)
Groningen 6 (3 %)
Leiden 6 (3 %)
Maastricht 6 (16 %)
Haarlem 5 (3 %)
Twenthe 5 (3 %)
Deventer-Zutphen 4 (3 %)
Zaanstreek 3 (2 %)
Utrecht 3 (2 %)
IJ-mond 3 (4 %)
Eindhoven 3 (10 %)
Delft 2 (1 %)
Delfzijl-Finsterwolde-Beerta 2 (3 %)
Apeldoorn 2 (7 %)
Friesland-overig 1 (2 %)
Leeuwarden 1 (2 %)
Arnhem 1 (2 %)
Drenthe 1 (2 %)
Strokarton / Veenkoloniën 1 (3 %)
Kop Noord-Holland 1 (4 %)
Amersfoort 1 (4 %)
Tilburg 1 (5 %)

Aantallen Joodse communistische verzetsmensen die in Westerbork gevangen hebben gezeten:

(percentages betreffen fractie Joden die in Westerbork kwamen zonder voorafgaande gevangenschap)

Amsterdam 304 zonder voorafgaande gevangenschap 78 (26 %)
Rotterdam 51 zonder voorafgaande gevangenschap 3 (6 %)
Den Haag 39 zonder voorafgaande gevangenschap 7 (18 %)
Groningen 6 zonder voorafgaande gevangenschap 2
Deventer-Zutphen 3 zonder voorafgaande gevangenschap 2
Leiden 2 zonder voorafgaande gevangenschap 1
Het Gooi 2
Maastricht 2
Zaanstreek 1 zonder voorafgaande gevangenschap 1
Haarlem 1
Twenthe 1 zonder voorafgaande gevangenschap 1
Utrecht 1 zonder voorafgaande gevangenschap 1
Arnhem 1
Strokarton / Veenkoloniën 1 zonder voorafgaande gevangenschap 1

De Joden die zonder voorafgaande gevangenschap in Westerbork aankwamen hadden gevolg gegeven aan de oproep om zich in Westerbork te melden. Sommigen deden dat ondanks het vermoeden dat het slecht zou aflopen, maar deden het toch omdat ze klem waren komen te zitten en geen onderduikadres hadden. Een paar Joodse verzetsmensen meldden zich in Westerbork omdat ze het vermoeden hadden dat de Sicherheitsdienst hen op de hielen zat, zodat gevolg geven aan de oproep veiliger leek.
Bij deze aantallen moet bedacht worden dat Joden die in 1941 of eerste helft van 1942 gearresteerd werden nagenoeg nooit in Westerbork terecht kwamen, omdat Westerbork nog niet voor de deportatie van Joden ingericht was; velen van hen werden in een concentratiekamp anders dan Auschwitz of Sobibor vermoord.
Er hebben overigens veel meer Joodse communisten in Westerbork gevangen gezeten, maar daarvan heb ik niet kunnen achterhalen of ze bij het verzet betrokken waren. Ondanks alles heeft een duidelijke minderheid van de Joodse communisten gevolg gegeven aan de oproep om zich in Westerbork te meldden. Het grootste deel kwam via gevangenissen of kampen in Westerbork terecht. Dit wijkt sterk af van wat het overgrote deel van de Nederlandse Joden deed.

Communistische verzetsmensen overleden ten gevolge van verzet of vervolging naar woonplaats:

(percentages van de aantallen achterhaalde personen per regio)

Amsterdam 769 (36 %)
Rotterdam 263 (29 %)
Den Haag 225 (30 %)
Twenthe 64 (43 %)
Deventer-Zutphen 54 (42 %)
Groningen 53 (30 %)
Haarlem 52 (33 %)
Het Gooi 48 (36 %)
Utrecht 47 (39 %)
Leiden 35 (20 %)
Mijnstreek 34 (28 %)
Zaanstreek 33 (18 %)
Delft 27 (18 %)
Delfzijl-Finsterwolde-Beerta 25 (37 %)
IJ-mond 22 (33 %)
Alkmaar 19 (42 %)
Strokarton / Veenkoloniën 19 (50 %)
Maastricht 13 (34 %)
Drenthe 12 (28 %)
Apeldoorn 11 (38 %)
Kop Noord-Holland 10 (38 %)
Amersfoort 9 (38 %)
Friesland-overig 6 (10 %)
Arnhem 6 (13 %)
Eindhoven 6 (19 %)
Tilburg 6 (29 %)
Wageningen 6 (33 %)
Leeuwarden 5 (10 %)

Het aantal vermoorde mensen in de dorpen in de regio Delfzijl-Finsterwolde-Beerta is opmerkelijk hoog in relatie tot het kleine aantal inwoners. Het percentage vermoorden in de regio Deventer is zo hoog doordat een hele verzetsgroep uit Voorst-Terwolde gefusilleerd is.

Vooroorlogse registratie door de Centralen Inlichtingendienst:

(percentages van de aantallen achterhaalde personen per regio)

Amsterdam 375 (18 %)
Rotterdam 219 (24 %)
Den Haag 158 (21 %)
Haarlem 64 (41 %)
Leiden 58 (33 %)
Twenthe 48 (32 %)
Groningen 47 (27 %)
Mijnstreek 45 (37 %)
Deventer-Zutphen 39 (30 %)
Delfzijl-Finsterwolde-Beerta 37 (54 %)
Zaanstreek 36 (20 %)
Friesland-overig 35 (56 %)
Delft 34 (23 %)
Het Gooi 34 (25 %)
Arnhem 28 (58 %)
Utrecht 24 (20 %)
Alkmaar 22 (49 %)
IJ-mond 21 (31 %)
Drenthe 15 (35 %)
Maastricht 15 (39 %)
Eindhoven 12 (39 %)
Leeuwarden 10 (20 %)
Strokarton / Veenkoloniën 10 (26 %)
Apeldoorn 10 (34 %)
Kop Noord-Holland 9 (35 %)
Tilburg 7 (33 %)
Amersfoort 6 (25 %)
Wageningen 5 (28 %)

De vooroorlogse registratie van de actieve communisten door de Centralen Inlichtingendienst heeft een grote invloed gehad op het gruwelijke lot van de communisten. De lijsten werden door de politie gebruikt om communistische verzetsmensen op te sporen. Verder werden de lijsten geraadpleegd als arrestanten werden binnen gebracht vanwege een andere reden dan verzet (vals persoonsbewijs, diefstal, zwarte handel, illegaal slachten, hulpverlening aan Joden, rassenschande, ontduiking van de Arbeitseinsatz, etc.; dit soort delicten hadden vaak toch met verzet te maken). Als iemand op de lijst stond, dan was de kans veel groter dat hij naar een concentratiekamp gestuurd werd. Dit is onder anderen gebeurd met de Surinamer Anton de Kom die op de Haagse markt vanwege een futiliteit werd gearresteerd. Verder werd de lijst voor de oorlog aan de Gestapo overhandigd in de wetenschap dat daarmee de mensen op de lijst in levensgevaar gebracht werden. Tijdens de oorlog werd de lijst door de Sicherheitsdienst en de politie gebruikt om arrestatielijsten op te stellen, zoals bij de Aktion CPN in 1941 en de gijzelactie van communisten in 1942.
De hoge percentages voor de regio’s Arnhem, Friesland, Delfzijl-Finsterwolde-Beerta en Alkmaar zijn opvallend.

Naoorlogse registratie door de Binnenlandse Veiligheidsdienst:

(percentages van de aantallen achterhaalde personen per regio)

Amsterdam 628 (30 %)
Rotterdam 163 (18 %)
Den Haag 155 (21 %)
Zaanstreek 83 (46 %)
Mijnstreek 48 (39 %)
Haarlem 47 (30 %)
Leiden 41 (24 %)
Groningen 40 (23 %)
Het Gooi 32 (24 %)
Utrecht 32 (26 %)
Deventer-Zutphen 30 (23 %)
Twenthe 27 (18 %)
Delfzijl-Finsterwolde-Beerta 24 (35 %)
Arnhem 23 (48 %)
IJ-mond 20 (30 %)
Friesland-overig 17 (27 %)
Delft 16 (11 %)
Leeuwarden 12 (24 %)
Kop Noord-Holland 11 (42 %)
Tilburg 11 (52 %)
Drenthe 10 (23 %)
Eindhoven 10 (32 %)
Strokarton / Veenkoloniën 9 (24 %)
Apeldoorn 9 (31 %)
Alkmaar 8 (18 %)
Maastricht 7 (18 %)
Wageningen 6 (33 %)
Amersfoort 3 (13 %)

Na de oorlog werden veel communistische verzetsmensen door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) geregistreerd. Dit is niet verwonderlijk, omdat de BVD was opgebouwd rond leden van de vooroorlogse gemeentelijke Politie Inlichtingendiensten, die gedurende de oorlog ten behoeve van de Sicherheitsdienst jacht op communisten hadden gemaakt en heel veel doden hadden veroorzaakt. Ik heb alleen in Den Haag onderzoek gedaan en heb daar de volgende politiemannen herkend die tijdens de oorlog voor de Gestapo werkten en na de oorlog voor de BVD werkten:

1. Johann Gottlieb Crabbendam: Hij werd in begin november 1940 op instigatie van de Sicherheitsdienst benoemd tot chef van de Haagse Politie Inlichtingendienst (die enige weken later werd hervormd tot de Documentatiedienst. Crabbendam gaf leiding aan de opsporing van communistische verzetsmensen, wat tot de dood van 100 van hen leidde; bovendien gaf hij leiding aan de arrestatie van leden van de rechts georiënteerde Stijkelgroep wat tot de dood van 30 van hen leidde. Na de oorlog werd hij hoofd van de afdeling die communisten opspoorde en was daarmee de op een na belangrijkste ambtenaar van de BVD. Hij had voor de oorlog nooit met de opsporing van communisten te maken, zoals de fascistische leugenfabriek AIVD in het frauduleuze proefschrift van Dick Engelen wil doen geloven.

2. Johannes Gerhardus Hendricus Eckhardt: hij was lid van de NSB. Hij schreef al in februari 1941 rapporten over communisten die hij had laten schaduwen. Hij maakte jacht op ondergedoken joden. Hij kwam in mei 1943 bij de treincontrole, waar hij door arrestaties tientallen doden onder vooral Joden veroorzaakte (een arrestatie leidde soms tot meerdere arrestaties en doden, omdat briefjes met onderduikadressen werden gevonden en vervolgens door posten op de onderduikadressen waar aanbellende mensen die voedselbonnen en geld kwamen brengen, gearresteerd werden).

3. Anne van der Ploeg: Hij beheerde voor de oorlog het archief met de gegevens over communisten en deed dat tijdens de oorlog ook voor de Duitsers en vervolgens na de oorlog voor de BVD. Daarmee veroorzaakte hij meer dan honderd doden.

4. Abraham van Dijk: Hij ging tijdens de oorlog voor de Duitse topspion Traugott Protze werken. Door het chanteren van een links-georiënteerde Jood met te dreigen zijn ouder naar Auschwitz te deporteren, wist hij politiemannen te laten infiltreren in een pilotenlijn, waarlangs bemanningsleden van neergeschoten via Spanje naar Engeland teruggebracht werden. Dit heft niet alleen veel levens gekost, maar er werden via de pilotenlijn ook spionnen naar Engeland geleid, wat veel schade aan de geallieerde oorlogsvoering heeft toegebracht. Verder wist van Dijk via dezelfde Jood het communistisch verzet van de groep Wollweber rond Daan Goulooze binnen te dringen, waardoor onder andere Pam Pooters gearresteerd werd en vier van de vijf illegale radiozenders uit de lucht gehaald konden worden.

5. Jacob Gros: Hij begeleidde voor de oorlog Johannes Hubertus van Soolingen bij diens infiltratie in de CPN en was tijdens de bezetting op de achtergrond betrokken bij de voortzetting van de infiltratie. Zijn thuiswonende zoon was lid van de NSB. Na de oorlog probeerde hij de infiltrant opnieuw voor de BVD te laten werken, maar de infiltrant werd gearresteerd doordat er onweerlegbaar bewijs van een klein deel van zijn dodelijk verraad was. Gros begeleidde de infiltrant bij diens onwettige en frauduleuze vrijlating in 1950. Daarna bleef Gros de infiltrant regelmatig in de gevangenis opzoeken om te bewerkstelligen dat hij zijn mond voorbij zou praten over het landverraad door de Gestapo-agenten die bij de BVD waren komen werken.

6. Laurentius Livinus van Laere: Hij trad meteen in mei 1940 toe tot de Sicherheitsdienst. Hij was nauw betrokken bij een corruptiespel door de Sicherheitsdienstman Fritz Hillesheim, waarbij welgestelde mensen werden afgeperst voor grote sommen geld voor vrijlating onder het dreigement dat hun voor een futiliteit gearresteerde zoon of dochter anders naar een concentratiekamp gestuurd zou worden. Aan het eind van de oorlog werkte hij voor de Sicherheitsdienstman Friedrich Frank (Duitse contraspionage onder Joseph Schreieder).

7. Gerhard Hanken: Hij was tot najaar 1941 lid van de Documentatiedienst, waar hij processen-verbaal schreef over anti-Duitse activiteiten in Den Haag. Hij arresteerde George Johannes Christiaan Elders die lid was van de verzetsorganisatie De Geuzen. Elders werd aan de Sicherheitsdienst uitgeleverd en vervolgens vrijgelaten. Tijdens zijn korte gevangenschap kwam Elders in contact met de V-Mann Anton van der Waals; ruim een jaar later herkende Van der Waals Elders op straat, arresteerde hem en schoot hem dood toen Elders probeerde te vluchten. Hanken was dus feitelijk medeschuldig aan de dood van Elders. Na de oorlog was Hanken lid van de voorloper van de BVD tot hij tot hoofdcommissaris werd benoemd. Het personeelsdossier van Hanken is na de oorlog spoorloos verdwenen wat de suggestie wekt dat er zeer kwalijke zaken in stonden (als hoofdcommissaris was het erg makkelijk om je eigen dossier te laten verdwijnen).

8. Willem Evert Sanders: Hij was tijdens de oorlog lid van de Politie Inlichtingendienst in Enschede. Hij liep zeer frequent bij de Sicherheitsdienst in Den Haag aan. Hij heeft veel communisten in de regio Twenthe de dood in gejaagd.

9. Pierre Sweerts: Hij was een Belgische SS’er die aan het begin van de oorlog in Brussel een communistische verzetsgroep verraadde en daarmee de dood in joeg. Hij werd lid van het Skorzeny-Kommando dat het oogmerk had gewapende acties achter de vijandelijke linies te plegen en om te spioneren (hoofdkwartier in het Catshuis op het landgoed Zorgvliet, maar de villa’s in de wijk tot aan het Vredespaleis waren ook in gebruik). Hij was een leidende figuur bij het opzetten van de actie Wehrwolf, waarbij Duitse SS’ers met hulp van Britse en Nederlandse inlichtingendiensten anticommunistische operaties konden opzetten. Hij werd in België ter dood veroordeeld wegens betrokkenheid bij een massafusillering van Belgische verzetsmensen. Hij pleegde in 1948 de moord op Friedrich Schallenberg bij een poging tot het in bezit komen van voor miljoenen guldens aan aandelen (nu tientallen miljoenen Euro waard).  Deze aandelen waren door de Duitser Fritz Athur Mucke bij de zwarte handel ten behoeve van de etnische zuivering in de Oekraïne door het Reichsministerium Ost. Bij dit corruptiespel was ook de criminele naoorlogse burgemeester Visser van Den Haag betrokken (de zogenaamde secretaris Willem Bos van deze burgemeester was ook werkzaam voor de BVD).

De BVD stelde na de oorlog lijsten met namen van communisten op. Het verzamelen van namen van communisten begon in het najaar van 1944 door de Ordedienst. De bedoeling was om bij gelegenheid meer dan 8.000 communisten op te sluiten, waarvoor dan plaats gemaakt zou worden door het vrijlaten van NSB’ers. Ook werden executielijsten van communisten opgesteld. Bij het verzamelen van namen werd gebruik gemaakt van gegevens die door de Stichting 1940-1945 werden verzameld, zodat de communisten in feite zelf hun dossiers bij de BVD hielpen aanleggen. De BVD werkte nauw samen met de na de oorlog onwettig opgezette organisatie Operatiën & Inlichtingen. De leden van deze organisatie kregen onwettig vette salarissen via de Stichting 1940-1945 uitbetaald.

Duitse hoofdconcentratiekampen waar communistische verzetsmensen verbleven:

In de onderstaande lijst zijn de aantallen zo hoog doordat de meeste gearresteerde communisten in meerdere concentratiekampen verbleven hebben.

Neuengamme 616
Dachau 476
Buchenwald 387
Auschwitz 385
Sachsenhausen 267
Ravensbrück 186
Natzweiler 146
Mauthausen 102
Bergen Belsen 82
Groß-Rosen 76
Lublin 20
Flossenbürg 20
Theresienstadt 8
Warschau 5
Riga 3

Plaatsen waar communisten zijn overleden ten gevolge van verzet of vervolging:

Auschwitz 302
Neuengamme 272
Dachau 149
Buchenwald 65
Waalsdorpervlakte 63
Bergen-Belsen 55
Leusden 51
Mauthausen 51
Vught 49
Bernburg 44
Sobibor 43
Sachsenhausen 41
Groß-Rosen 40
Overveen 39
Cap Arcona 36
Soesterberg 33
Ravensbrück 32
Amsterdam 30
Thuis 30
Utrecht 20
Rotterdam 18
Midden Europa 17
Siegburg 16
Natzweiler 15
Berlijn 13
Amersfoort 12
Woudenberg 11
Den Haag 9
Langenstein 9
Woeste Hoeve 9
Gusen 8
Sandbostel 8
Bloemendaal 7
Hamburg 7
Husum-Schwesing 7
Lublin-Majdanek 7
Arnhem 6
Duitsland 6
Flossenbürg 6
Haarlem 6
Zutphen 6
Brandenburg 5
Bremen 5
In trein tijdens transport 5
Ladelund 5
Nordhausen 5
Weimar 5
Zöschen 5
Düsseldorf 4
Groningen 4
Husum 4
Lübeck 4
Melk 4
Polen 4
Ziekenhui Maastricht 4
Aurich-Engerhafe 3
Keulen 3
Leonberg 3
Meppen-Versen 3
Neuenkirchen 3
Vaihingen 3
Wewelsburg 3
Wittstock 3
Wöbbelin 3
Zaandam 3
Allach 2
Almelo 2
Barkhausen 2
Brussel 2
Bunnik 2
Celle 2
Dessauer Ufer 2
Enschede 2
Frankfurt am Main 2
Gräditz 2
Halfweg 2
Hoogkarspel 2
Laren 2
Ludwigslust 2
Malapane 2
Neustadt 2
Onbekend 2
Scheveningen 2
Schömberg 2
Schwesing 2
Seibersdorf 2
Stutthof 2
Tröbitz 2
Varsseveld 2
Venlo 2
Wensickendorf 2
Westerbork 2
Wormerveer 2
Achterberg 1
Ascherleben 1
Assen 1
Baarn 1
Bakkeveen 1
Barneveld 1
België / Noord-Frankrijk 1
Bernau 1
Blechhammer 1
Bobrek 1
Bochum 1
Böhlen 1
Borna 1
Bruchsal 1
Butzbach 1
Coesfeld 1
Dalum 1
Danzig 1
Doetinchem 1
Dokkum 1
Dortmundt 1
Ebensee 1
Eindhoven vliegveld 1
Ellrich 1
Ellrich, Mittelbau 1
Enschede vliegveld 1
Erfurt 1
Erzingen 1
Exloo 1
Fallersleben 1
De Fledders 1
Florisdorf 1
Fuhlsbüttel 1
Fürstengrubbe 1
Gardelegen 1
Gleiwitz 1
Gotha 1
Graz 1
Gröditz 1
Gross-Strelitz 1
Hailfingen 1
Halberstadt 1
Halle 1
Hälsingborg (Zweden) 1
Hamburg-Hammerbrook 1
Hameln 1
Hamm 1
Haren 1
Hartheim 1
Harzungen 1
Heerlen 1
Hengelo 1
Hengevelde 1
Hohen Asperg 1
Hoog Soeren 1
Joegoslavië 1
Kaltenkirchen 1
Karlsruhe 1
Kassel 1
Koedijk 1
Köthen 1
Kottern 1
Landsberg 1
Leiden 1
Leipzig 1
Leitmeritz 1
Lichtenvoorde Noodziekenhuis 1
Limmen 1
Lund (Zweden) 1
Maastricht 1
Magdeburg 1
Mansfeld 1
Menden 1
Merksem (België) 1
Monowitz 1
Mügeln 1
München 1
Neuenrode 1
Niederhagen-Wewelsburg 1
Nieder-Roden 1
Ochtrup 1
Oldenburg 1
Ommen 1
Oostenrijk 1
Oranjehotel 1
Osnabrück 1
Ötztal 1
Pölitz 1
Radom 1
Rawicz 1
Rheinbach 1
Rotenburg 1
Schauenstein 1
Schiphol 1
Schoppinitz 1
Schwerin 1
Siegen 1
Sint Pancras 1
Sittard 1
Soest 1
Soest (Duitsland) 1
Stadbroek (Limburg) 1
Struthof 1
Stuttgart 1
Stutthof (gevangenis) 1
Südewecht 1
Texel 1
Trautenau 1
Uitgeest 1
Venlo Ziekenhuis 1
Waldheim 1
Waldheim (gevangenis) 1
Watenstedt-Salzgitter 1
Wenen 1
Wetterfeld 1
Wolfenbüttel 1
Wormer 1

De mensen die thuis zijn overleden, waren enerzijds mensen die wegens ernstige ziekte werden vrijgelaten of vanwege ernstige lichamelijke problemen ten gevolge van mishandelingen. Vrijlatingen om deze redenen waren uiterst zeldzaam. Anderzijds waren het mensen die na de oorlog aan de gevolgen van gevangenschap zijn overleden. Dit gebeurde onder andere door een in gevangenschap opgelopen ernstige ziekte, bijvoorbeeld tbc, die pas enige jaren in overlijden resulteerde. Overigens zijn er nog veel meer mensen vele jaren eerder overleden dan men had mogen verwachten, vanwege de ontberingen en letsels die gedurende gevangenschap zijn opgelopen. Ook hebben de psychische problemen ten gevolge van de doorstane wreedheden ook tot zelfmoorden geleid. Over dit soort effecten zijn geen cijfers beschikbaar.