Verzet door en vervolging Nederlandse communisten: afkortingen en groeperingen

Onderwerpen:

  1. Communistisch georiënteerde verzetsgroeperingen
  2. Andere groeperingen en afkortingen
  1. Communistisch georiënteerde verzetsgroeperingen

Behalve het formele CPN-verzet bestonden er groeperingen die door de CPN of CPN-leden voor een specifiek doel waren gesticht. Verder waren er groeperingen waarmee werd samengewerkt en groeperingen die relatief veel communisten bevatten. Ook waren er samenwerkingsverbanden waar andere, vaak anticommunistische, groeperingen deel van uit maakten. Hier omschrijf ik de groeperingen die voor deze website relevant zijn.

CPN

De CPN is als een afsplitsing in 1909 van de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP) en droeg de naam Sociaal-Democratische Partij (SDP). In 1918 werd de naam gewijzigd in Communistische Partij van Nederland (CPN). In de praktijk werd jarenlang ook de term Communistische Partij van Holland (CPH), soms zelfs bij verkiezingen, maar het is nooit de officiële naam geweest. De SDAP werd de voorganger van de huidige PvdA.

De CPN had al in 1938 besloten om in het geval van een Duitse inval in verzet te gaan en na een verbod ondergronds door te gaan. Voor de oorlog waren door CPN-leden veel gevluchte Duitse communisten opgevangen. Voor een deel onthielden ze zich van politieke activiteiten, zoals door de Nederlandse regering geëist werd, voor een deel sloten ze zich bij CPN-activiteiten aan en voor een weer ander deel zetten ze hun verzet tegen Hitler vanuit Nederland voort. Van hen leerde de CPN hoe in Duitsland het communisme bestreden werd en trok daaruit conclusies hoe het na een Duitse inval in Nederland zou gaan. Verder leerden ze hoe ze zich het best konden organiseren om buiten bereik van politie en Gestapo te blijven. Er werden plannen opgesteld hoe ze hun verzetsactiviteiten zo veilig mogelijk konden uitvoeren.

Meteen bij de Duitse inval werden al de eerste stappen gezet, namelijk het verbranden van de archieven, zodat de namen van CPN-leden niet te makkelijk in handen van politie en Gestapo zou vallen. Het was een tevergeefse moeite, want de vooroorlogse bloeddorstige christelijk-liberale schoftenkliek had de namen al lang verzameld en die van duizenden actieve leden al aan de Gestapo doorgegeven, waarmee ze de grote moordpartij die zou volgen al voorbereid hadden.

Zoals voor de oorlog was afgesproken werd direct na de Nederlandse capitulatie op 15 mei een vergadering van het partijbestuur, ongeveer 15 leden, in het partijkantoortje Parlando gehouden. Daar werden de plannen doorgesproken, nadere afspraken gemaakt en taken verdeeld.

Meteen daarna werd de volgende stap gezet, namelijk het veilig stellen van belangrijke materialen: schrijfmachines, stencilmachines, voorraden papier, geld en dergelijke. Daardoor vonden de Duitsers bij het verbod op de zogenoemde Marxistische partijen bij de CPN-bureaus in de diverse steden alleen lege bureaus en kasten en een vergeten kleine som geld, terwijl bij de andere verboden partijen SDAP en RSAP veel materialen en geld in beslag konden worden genomen.

Het voor de buitenwereld zichtbare verzet begon in juni 1940 met een pamflet met een oproep om niet in Duitsland te gaan werken en in augustus 1940 met de uitgave van een politieke brochure, die voor niet-communisten totaal oninteressant was. Kort daarna begon ook het plegen van sabotage en het verzamelen van inlichtingen, die via de groep Wollweber naar Moskou werd geseind. De belangrijkste verzetsdaad was het aan Moskou doorspelen van de informatie dat de Duitsers duizenden onderstellen voor Junker-transportvliegtuigen bij de meubelfabriek lieten fabriceren, waaruit kon worden afgeleid dat Duitsland zich voorbereidde op een grote oorlog in de Sovjet Unie, dat erop gerekend werd dat de oorlog tot in de winter zou duren en dat de bevoorrading met vliegtuigen zou plaats vinden. Hoe klein de daad ook was, was het misschien de allerbelangrijkste verzetsdaad in Europa geweest, die mogelijk beslissend is geweest voor de uiteindelijke nederlaag van Duitsland.

Het verzet was regionaal georganiseerd, waarbij volgens adviezen van de Duitse communisten kleine groepjes, cellen genoemd, gevormd waren om te voorkomen dat bij een eventuele arrestatie en vervolgens doorslaan bij met martelingen gepaarde verhoren, gearresteerd konden worden. Ook dit was deels tevergeefs, want landsbestuurders van de pro-fascistische landverraderspartijen KVP, ARP, CHU (nu CDA) en de LSP (nu VVD) hadden spionnen van de Inlichtingendiensten de CPN in gestuurd, om verzetsmensen aan de Duitsers te verraden.

Vanaf 11 november 1940, de gedenkdag van de Russische Oktoberrevolutie (Rusland gebruikte toen nog een andere kalender die ruim tien dagen van de West-Europese verschilde), werden illegale krantjes uitgegeven. In de meeste regio’s werd de naam De Waarheid (vertaling van het Russische blad Pravda) gebruikt, in de regio Den Haag werd de naam De Vonk (vertaling van het ondergondse blad Iskra van communistische Russische vluchtelingen van voor de Eerste Wereldoorlog) gebruikt en in de drie noordelijke provincies Noorderlicht. Later kwamen er nog enkele titels zoals De Patriot in Rotterdam en De Gids in het Gooi.

Verder bestond het communistisch verzet uit het plegen van sabotage van Duits materiaal en productie van militaire goederen, het organiseren van stakingen, doorknippen van telefoonlijnen, bomaanslagen op spoorlijnen, fabrieken en bioscopen, doodschieten van gevaarlijk geachte personen, spionage, adressen zoeken voor en hulp aan onderduikers (vooral aan Joden en communisten) enz.

Verder organiseerde de CPN vanaf juni 1940 financiële hulp aan communistische onderduikers, waarvoor het Solidariteitsfonds werd opgericht. Toen in 1942 massale hulp aan Joodse onderduikers moest worden gegeven, ging dit boven de financiële mogelijkheden van de communisten uit, maar ze speelden kort daarop wel een belangrijke rol in het samenwerkingsverband met andere verzetsgroepen geheten Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO); de LO kon andere financieringsbronnen aanspreken.

In opdracht van de Nederlandse regering in Londen moesten de verschillende verzetsgroepen gaan samenwerken, waarvoor de Raad van Verzet (RVV) werd opgericht. De extreemrechtse Ordedienst (OD) , die op de meeste plekken geen verzet pleegde, maar wel wapens verzamelde voor een machtsgreep na de oorlog, eiste veel leiding gevende posities, terwijl de communisten daar bijna volledig uit werden geweerd. De communisten waren alleen goed voor het vuile en gevaarlijke verzetswerk. Toen duidelijk werd dat de Ordedienst namen van communisten verzamelde en verdenkingen rezen dat sommige namen aan de Sicherheitsdienst werden doorgegeven (dit gebeurde onder andere in de regio Haarlem), stelden de communisten zich terughoudender op en verbraken soms de samenwerking (zoals in Den Haag, waar de Ordedienst en de daaraan gelieerde Geheime Dienst Nederland openlijk met de Sicherheitsdienst samenwerkten).

Na de oorlog werd de CPN belaagd door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) dat de eerste 15 jaar onder leiding van de Gestapo-agent en massamoordenaar Johann Gottlieb Crabbendam stond. De BVD werd opgevolgd door de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) Veel BVD-dossiers zijn vernietigd om het grote aantal misdaden, onwettige activiteiten, onmenselijke praktijken en immorele activiteiten voor eeuwig te verbergen. Daarna is de AIVD met de immorele praktijk van vernietiging van dossiers doorgegaan. Bovendien publiceerde de AIVD een geschiedschrijving over zijn voorganger de BVD in de vorm van een academisch proefschrift om er meer waarheidsvertrouwen aan te geven. En om de schijnbare waarheid nog meer te benadrukken werd voor een promotor gekozen die directeur van het NIOD was. In strijd met de academische voorschriften zijn de bronnen oncontroleerbaar. Een piepklein deel is wel controleerbaar en blijkt uit leugens te bestaan; verder ontbreken gegevens die in een academisch proefschrift niet mogen ontbreken, namelijk het landverraad, medeplichtigheid aan moorden, oorlogsmisdrijven en andere misdrijven tijdens de bezetting door minstens een aantal leden uit de beginperiode van de BVD. Het is een gigantische schandvlek op het blazoen van de Universiteit van Amsterdam en het proefschrift zou alsnog ongeldig moeten worden verklaard.

Daarnaast is er een geheime anticommunistische organisatie Operatiën en Inlichtingen (O&I) opgericht dat het best omschreven kan worden als een misdaadorganisatie ter zelfverrijking, dat allemaal onwettige activiteiten uitvoerde en tevens massamoorden plande; deze organisatie stond onder de leiding van de uit de PvdA afkomstige zogenaamde mensenrechtenactivist Max van der Stoel. Toen het bestaan van de organisatie door toedoen van leden van de georganiseerde zware misdaad (denk aan Mieremet) aan het licht kwam, hief Van der Stoel de organisatie snel op en vernietigde overhaast alle documenten om de misdrijven voor eeuwig te verbergen. (Over enige tijd zal op deze website een geschiedenis van de bestrijding van het communisme verschijnen, waarbij ik een aantal saillante misdrijven door O&I zal weergeven)

De Vonk-groep

Toen in mei 1940 in verschillende regio’s organisaties van het communistisch verzet werden opgericht, gebeurde dat in de regio Den Haag op een afwijkende manier. In Den Haag werden drie groepen opgericht: een kleine groep die tegen de richtlijnen van de landelijke leiding meteen gewapend verzet en sabotage wilde plegen, een grotere groep van bekende CPN-leden die voorlopig op de achtergrond werden gehouden om zo snelle arrestatie te vermijden en de grootste groep van weinig bekende CPN-leden en sympathisanten. De tweede groep werd in november 1940 lezer van het illegale blad De Waarheid en werd daarom de Waarheidgroep genoemd en de derde groep werd lezer van een blad met voor de regio Den Haag De Vonk en werd de Vonkgroep genoemd. De titel was een vertaling van het Russische Iskra, wat de titel was van een blad voor communistische Russische vluchtelingen voor het tsaristisch bewind voor de Eerste Wereldoorlog.  Overigens verschilde de inhoud van de twee blaadjes nauwelijks. Na de massale arrestaties van 1941 verscheen De Vonk niet meer, zodat dat feitelijk het einde van de Vonkgroep was.

In Zuid-Limburg ontstond in het verzet een samenwerking tussen leden van de CPN en RSAP. Zij gaven ook een illegaal blad uit met de titel De Vonk en werden aldus ook aangeduid als de Vonkgroep.

Noorderlicht-groep

Toen in november 1941 de CPN een illegaal blad liet verschijnen, werd copy voor het hele land gemaakt. Maar in iedere regio konden artikelen vervangen worden door artikelen voor de specifieke regio. In de drie noordelijke provincies werd er voor gekozen om niet de landelijke titel De Waarheid te gebruiken, maar de titel Noorderlicht. Daarmee werd het sinds mei 1940 bestaande communistisch verzet in de drie noordelijke provincies de Noorderlicht-groep genoemd.

Militair Contact (Mil)

Het Militair Contact (Mil) werd omstreeks eind juni / juli 1941 als een aparte organisatie binnen het CPN-verzet opgericht naar aanleiding van de Duitse inval in de Sovjet Unie. Het doel van de mil was het plegen van aanslagen op personen, bomaanslagen, brandstichtingen en andere vormen van sabotage. De eerste leden waren Gerben Wagenaar en de Spanjestrijders Jan Hendrik van Gilse en Maurits Meijer; Gerben Wagenaar kreeg de leiding. De mil werd medio 1943 in zijn geheel in de Raad van Verzet opgenomen.

RSAP / MLLF

De Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij (RSAP) is een fusie van de Onafhankelijk Socialistische Partij (OSP) en de Revolutionair Socialistische Partij (RSP). De RSP was een afsplitsing van de CPN en stond onder leiding van Henk Sneevliet. De leden van de RSAP waren fel anti-CPN, fel anti-Stalin, waren aanhanger van Trotski en wilden onder geen beding communisten genoemd worden. Maar op veel gebieden waren hun denkbeelden identiek. De communisten hadden een hekel aan de RSAP en noemden hen Trotskisten, wat voor de communisten een grove scheldnaam betekende. Desondanks liepen er regelmatig leden van de ene naar de andere partij over, waardoor het voor mij moeilijk was te bepalen welke overlopers op welk moment tot de RSAP of tot de CPN gerekend moesten worden.

Ook de RSAP had in 1939 besloten om in het geval van Duitse inval in verzet te gaan. Ze deden dat onder de naam Marx-Lenin-Luxemburg-Front (MLLF) met het hoofdkwartier in Haarlem. Deze naam verwijst naar drie communistische leidende figuren uit de negentiende en begin twintigste eeuw. Het MLLF had meer moeite om een verzetsorganisatie tot stand te brengen, maar vanaf begin 1941 waren ze actief. Ze gaven een illegaal krantje uit met de naam De Vonk die identiek was aan het CPN-blad in de regio Den Haag.

Zowel de leiding van de CPN als die van de RSAP wilden geen samenwerking. Maar op lokaal niveau waren er wel degelijk individuele samenwerkingen. In Zuid-Limburg was er zelfs een gemeenschappelijk krantje De Vonk. In Den Haag wilden de CPN’er Nico Wijnen en de RSAP’er Willem Dolleman samenwerken. De Surinaamse verzetsman Anton de Kom schreef artikelen voor De Vonk van zowel de CPN als de RSAP. In plaatsen waar de veel kleinere RSAP geen organisatie had, traden nogal wat leden van de RSAP toe tot het CPN-verzet

Bij Duitse anticommunistische arrestatieacties werden vaak ook RSAP-leden gearresteerd. Toen een groot deel van de leiding van het MLLF in 1942 gearresteerd werd (velen werden gefusilleerd), hield het MLLF feitelijk op te bestaan, maar in de provincie Groningen bleef de groep actief en werd bekend als de groep De Groot. Na het oprollen van het MLLF traden nogal wat leden tot het CPN-verzet toe.

Toen ik mijn onderzoekingen omstreeks 1998 startte, was dat om te achterhalen hoe de arrestatie van mijn vader en zijn makkers tot stand is gekomen. Daardoor was mijn onderzoek lange tijd alleen op de CPN gericht en heb ik veel informatie over de RSAP links laten liggen. Helaas kan ik dat niet meer terugdraaien, het zou teveel tijd kosten en toch wat informatie opnemen zou een erg incompleet beeld vormen. Daarom heb ik RSAP-leden alleen opgenomen als het mij duidelijk was dat ze op enig moment tot het CPN-verzet waren toegetreden of als ze slachtoffer waren geworden van Duitse of politie-acties die in principe tegen de CPN waren gericht.

NVM

De Nederlandse Volksmilitie (NVM) was een pure CPN-organisatie in de regio Rotterdam. Ze is gesticht met als eerste kern Joodse Spanjestrijders die het CPN-verzet te slap vonden. Eigenlijk is het een combinatie van een twee eerdere groepjes, namelijk een Rotterdamse verzetsgroep die zich vermomde als een voetbalclubje met de naam Pechvogels en een Haags groepje onder leiding van Gerrit Kastein die vanaf het allereerste begin van de bezetting gewapend verzet wilde plegen.

De leiding van de NVM kwam te liggen bij de Joodse Spanjestrijder Samuel (Sally) Dormits, die begin de jaren dertig bij een Braziliaanse revolutionaire groep gewapende actie had gevoerd en vervolgens in de Spaanse burgeroorlog bij een Zuid-Amerikaanse brigade gevochten had. Dormits vertrok na een echtscheiding in februari 1942 vanuit Den Haag naar Rotterdam en begon met de opbouw van de NVM, waarbij Gerrit Kastein voortdurend op de achtergrond een belangrijke sturende rol speelde. De NVM kende relatief veel Joodse leden, maar de meerderheid was niet-Joods.

De groep verspreidde twee blaadjes: De Patriot en De Sirene. Maar voor Dormits was het verzet met geweld belangrijker. Er vonden brandstichtingen in bioscopen plaats en bomaanslagen op spoorlijnen. Ook werden communistisch georiënteerde verzetsgroepen in Terwolde en Hengelo aangestuurd bij het plegen van bomaanslagen op spoorlijnen.

Door fanatiek onderzoek door de Haagse politie, toevalligheden en onzorgvuldigheid van Dormits kon hij opgespoord worden. Bij een politie-inval vond de politie een heel ledenadministratie, waarna meer dan tweehonderd mensen opgepakt konden worden, waarbij de arrestaties zich ook uitstrekten naar Den Haag, Amsterdam, Het Gooi, Utrecht en Arnhem. Ook de verschrikkelijke anti-Joodse affaire Hollandia-Kattenburg is hieruit voortgekomen.

Hazemeijer-groep

De Hazemeijergroep werd in 1941 opgericht door een aantal communistische werknemers van het bedrijf Hazemeijer Signaalapparatenfabriek met het doel om sabotage te plegen. De sabotage werd in eerste instantie gepleegd op de productie binnen de fabriek, wat van belang was omdat er veel technische producten voor het de Wehrmacht werden gemaakt.

In 1943 kwam groep onder invloed van Gerrit Kastein die via Cornelis van der Kraats de groep overhaalde om een bomaanslag op de spoorlijn naar Duitsland te plegen om de export van militaire goederen te verstoren. De bomaanslag zette de Sicherheitsdienst op het spoor van de groep, waarna de leden gearresteerd konden worden. Een aantal leden van de groep werd gefusilleerd.

De Vrije Katheder

De Vrije Katheder was een illegaal blad dat op instigatie van Gerrit Kastein werd gesticht. De bedoeling was een blad te krijgen waarin stukken van communisten en niet-communisten werden opgenomen om te filosoferen over gebeurtenissen tijdens de bezetting en over de toekomst van Nederland na de bevrijding. Tot de feitelijke oprichters behoorde de communistische verzetsman Bart Riezouw. Er waren veel communisten die regelmatig in De Vrije Katheder publiceerden. De CPN oefende echter geen controle over het publicatiebeleid uit. De Vrije Katheder kan niet als een onderdeel van het CPN-verzet beschouwd worden. Omdat de communisten betrokken bij De Vrije Katheder met elkaar samenwerkten en vaak bij het CPN-verzet betrokken waren, heb ik hen wel als onderdeel van het communistisch verzet opgenomen.

Kunstenaarsverzet

Het Kunstenaarsverzet bestond uit diverse soorten kunstenaars die verschillende spectaculaire verzetsacties ondernamen, zoals de aanslag op het Amsterdams Bevolkingsregister, de Landsdrukkerij in Den Haag en een bevrijdingsactie uit het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam. Er waren veel communisten lid van het Kunstenaarsverzet, waarbij de leider Gerrit-Jan van der Veen, die ook actief was bij liquidatie-acties door het CPN-verzet. Het Kunstenaarsverzet werd niet gecontroleerd door de CPN en kan dan ook niet als specifiek communistisch verzet gerekend worden. De communisten binnen het Kunstenaarsverzet heb ik heir wel opgenomen, omdat ze vaak samen bij acties betrokken waren en vaak ook actief waren binnen het CPN-verzet.

Persoonsbewijscentrale (PBC)

In april 1941 werd door de Duitsers het persoonsbewijs ingevoerd, waarmee iedereen boven de 18 jaar zich moest kunnen identificeren. Daarmee werd het leven van onderduikers (in die tijd voornamelijk communisten) plotseling een stuk moeilijker. Binnen het Kunstenaarsverzet waren de vaardigheden beschikbaar om de persoonsbewijzen te vervalen, vooral de etsers onder hen waren daar bedreven in. Daarom stichtte de leider van het Kunstenaarsverzet Gerrit van der Veen een aparte organisatie voor het vervalsen, die Persoonsbewijscentrale (PBC) werd genoemd. De PBC werd in eerste instantie gedomineerd door sympathisant van de communistisch ideologie. Toen veel Joden vanaf juli 1942 wilden onderduiken vanwege de dreigende deportatie, waren er plotseling veel meer mensen nodig, waardoor het percentage communisten binnen de PBC drastisch daalde.

In april 1944 pleegden leden van de PBC, waarbij Gerrit van der Veen, een overval op de Landsdrukkerij in Den Haag. Daarbij werden bedrukte vellen voor 10.000 blanco persoonsbewijzen buit gemaakt. Overigens moesten daarvan de nummers ook vervalst worden, omdat de politie lijsten met series nummers van uitgegeven persoonsbewijzen had.

CS6

Het adres Corellistraat 6 (CS6 in Amsterdam), waar de familie Boissevain de hoofdbewoners waren, was het centrum van een militante verzetsgroep. De groep werd aan gestuurd door de gebroeders Van Gilse. Zij waren communistische Spanjestrijders en participeerden ook in het reguliere CPN-verzet. Daarbij oefende ook de communist Gerrit Kastein grote invloed uit. De groep telde ongeveer honderd leden, waarbij veel communisten, maar niet iedereen was communist. Ook de familie Boissevain lijkt niet-communistisch te zijn geweest, maar had wel een zekere mate van sympathie voor de communisten vanwege hun sociale en maatschappelijke standpunten (denk daarbij bijvoorbeeld aan de emancipatie van vrouwen). De groep pleegde veel gewelddadig verzet, waarbij enkele liquidaties van gevaarlijk geachte personen en sterk pro-Duitse Nederlandse functionarissen.

Vanwege de dominantie van de communisten in deze groep reken ik de hel groep tot het communistisch verzet. Ook reken ik alle bewoners van het pand Corellistraat 6 en de regelmatige bezoekers daarvan tot het communistisch verzet. Er heerste in het pand zo een sterke verzetsgeest, dat het onmogelijk voor bewoners en frequente bezoekers onmogelijk was daarbuiten te blijven.

Vliegende Brigade

De Vliegende Brigade was een verzetsgroep in Het Gooi met als verzamelpunt de Jeugdkapel aan de Meentweg in Bussum. De groep smokkelde wapens, spioneerde en hielp onderduikers. Een paar leden waren communist of lid van de groep CS6, maar anderen niet; er waren ook contacten met de Ordedienst. Na arrestaties in oktober 1943 werden enkelen van hen gefusilleerd. De groep werkte op eigen initiatief en kan daarom niet tot het communistisch verzet gerekend worden. Ik heb alleen de namen opgenomen van hen die of communist waren of lid van CS6.

Wollweber / scheepssabotage

De organisatie Wollweber staat bij historici te boek als een Russische spionagegroep. In eerste instantie heb ik dat overgenomen, maar bij het toenemen van mijn kennis over de groep kom ik tot de conclusie dat dat een onjuiste kwalificatie is, die past in het Koude-oorlog-denken. Er was inderdaad sprake van spionage, maar die spionage stond in het teken van verzet tegen Hitler en het hinderen van de Duitse oorlogsvoering in Spanje tijdens de burgeroorlog.

Wollweber was een vooraanstaande Duitse communist, die na het aan de macht van Hitler naar de Sovjet Unie is gevlucht. Hij is vrijwel meteen op eigen wens met steun van het Stalin-regime naar Frankrijk vertrokken om daar ondergronds te leven en van daar het communistisch verzet in Duitsland tegen Hitler te steunen. Die steun bestond uit financiën, mogelijk afkomstig uit de Sovjet Unie, en het organiseren van de smokkel van vuurwapens, explosieven en illegale lectuur naar Duitsland.

Na het uitbreken van de Spaanse burgeroorlog, een staatsgreep van de fascistische Spaanse generaal Franco, veranderde de situatie. Er werd overgegaan tot actieve steun aan de wettige regering in Spanje. De belangrijkste activiteit was het plegen van bomaanslagen op schepen die militaire goederen naar Franco brachten, maar er werd ook aan de Spaanse regering doorgegeven welke schepen militaire goederen vervoerden, zodat de Spaanse marine daar tegen kon optreden. Dit werd de ‘scheepssabotage’ genoemd. Dat betrof schepen onder Duitse, Italiaanse en Japanse vlag, die vanuit havens als Hamburg, Kopenhagen, Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Marseille vertrokken. Vooral schepen die uit Hamburg, Rotterdam en Antwerpen vertrokken waren het doelwit. Voor deze aanslagen werd de hulp ingeroepen van een internationale organisatie die voor de belangen van opvarenden van (vracht-)schepen opkwam. Die organisatie had in verschillende havensteden tehuizen waar opvarenden gezelligheid konden zoeken, maar ook juridische bijstand bij problemen konden krijgen. Daar kon veel informatie gekregen worden over de lading van schepen en dat was inderdaad een vorm van spionage. Veder kon met hulp van bootwerkers die de schepen beladen bommen aan boord worden gebracht en op strategische plekken geplaatst worden. Op deze wijze zijn enkele schepen tot zinken gebracht, waarbij een schip dat uit Rotterdam was vertrokken. De opdracht was de bommen zo te plaatsen dat er geen slachtoffers onder de bemanning zouden vallen ( de schepen moesten dus langzaam zinken, zodat de bemanning aan boord van reddingsboten kon gaan) Er is desondanks een dode gevallen, maar dat bleek een Duitse marineofficier te zijn die op een civiel vrachtschip meevoer.

Tegelijkertijd ging de hulp aan het KPD-verzet (communistisch verzet) in Duitsland door. Dit laatste werd vanuit Brussel aangestuurd, door enkele daar ondergedoken Duitse vluchtelingen die lid van de KPD waren. Ook Wollweber zelf zat in de tweede helft van de jaren dertig in Brussel. Hij kwam ook een paar keer naar Nederland, waar hij dan afwisselend enkele weken of maanden bij mevrouw Seegers-Budde of Joseph Rimbertus Schaap logeerde.

Nederland was belangrijk voor de hulp aan het communistisch verzet in Duitsland. Er werden via de Rijnvaart, Delfzijl en enkele grensplaatsen zoals Drieborg, Enschede en Venlo zaken naar Duitsland gesmokkeld. In Drieborg en via vliegveld Venlo kon ongezien in Duitsland worden gekomen. De goederen waren geld, vuurwapens, explosieven en illegale lectuur. Maar langs deze wegen konden mensen (vluchtelingen, koeriers) ook stiekem vanuit en naar Duitsland gebracht worden. Deze tak van de groep de organisatie Wollweber bevatte naast Nederlanders ook veel gevluchte leden van de KPD.

Vanwege de grote economische belangen voor de Rotterdamse haven wilde de Nederlandse regering een goede verstandhouding met Duitsland blijven behouden en bestreed daarom de organisatie Wollweber fel. Door de inzet van de politiespion Anton van der Waals kon een aantal Nederlandse leden van de groep Wollweber achterhaald worden, welke informatie aan de Gestapo in Hamburg werd doorgegeven, wat tijdens de bezetting tot een wreed bloedbad onder de leden leidde. (Anton van der Waals was tijdens de bezetting volgens naoorlogse verslaglegging Nederlands grootste landverrader, die daarom in 1950 gefusilleerd werd zonder dat hij in de gelegenheid werd gesteld om over de vooroorlogse activiteiten te vertellen).

Voor de communicatie tussen de verschillende groepen van de organisatie Wollweber was er een netwerk van geheime radiozenders, die in Morse versleutelde berichten verstuurde. Het centrale punt voor dit communicatie-netwerk was in Moskou. Vanuit Amsterdam zond een groepje rond Daan Goulooze via vijf zenders Morse-berichten naar Moskou.

Na de nederlaag van de Spaanse wettige regering in de Spaanse burgeroorlog werd de groep ‘scheepssabotage’ in januari 1939 stilgelegd, maar met het plan om in het geval van een Duitse bezetting weer actief te worden. En dat is ook gebeurd. De kennis over vuurwapens, explosieven en maken van bommen is tijdens de bezetting erg nuttig gebleken.

De Nederlandse tak van de organisatie Wollweber is tot 1943 actief gebleven. Na de arrestatie van en aantal sleutelfiguren, zoals Pam Pooters en enkele belangrijke KPD-leden, konden vier van de vijf zenders door de Duitsers opgespoord worden. De organisatie werd toen geïncorporeerd in het reguliere CPN-verzet.

Het belangrijkste wapenfeit van de organisatie was het in augustus 1940 naar Moskou doorseinen van het in Den Haag door het CPN-verzet (Arie Kloostra) ontdekte feit dat de Duitsers duizenden onderstellen voor Junker-transportvliegtuigen bij de meubelfabriek lieten fabriceren, waaruit kon worden afgeleid dat Duitsland zich voorbereidde op een grote oorlog in de Sovjet Unie, dat erop gerekend werd dat de oorlog tot in de winter zou duren en dat de bevoorrading met vliegtuigen zou plaats vinden. Het is het belangrijkste wapenfeit, omdat Stalin daarmee over de informatie beschikte, die hem in staat stelde maatregelen te nemen die mogelijk beslissend is geweest voor de uiteindelijke nederlaag van Duitsland. (Er bestaat onenigheid tussen historici of Stalin vooraf aan de Duitse inval op waarschuwingen gereageerd heeft, als hij dat inderdaad niet heeft gedaan, dan is de informatie direct na het begin van de Duitse aanval toch uiterst nuttig geweest.)

Na de oorlog hebben Nederlandse historici systematisch ontkend dat de organisatie Wollweber een verzetsorganisatie was, maar in werkelijkheid was het de eerste verzetsorganisatie en tevens de enige organisatie die veel schade in Duitsland aanrichtte en zorgde voor informatie over de (militaire) productie in Duitsland, die zowel voor de Sovjet Unie als de westelijke geallieerden van groot belang is geweest bij de oorlogsvoering. Mogelijk heeft de grootschalige geschiedvervalsing te maken met het feit dat de Nederlandse regering hun grote verantwoordelijkheid voor het bloedbad onder de leden van de Nederlandse tak van de organisatie Wollweber wilde verhullen. Doordat de leden van de organisatie Wollweber al voor de oorlog strafbare tegen Duitsland gerichte daden pleegden, bleven de leden na de bevrijding decennia lang over hun strijd zwijgen om strafvervolging te voorkomen; daardoor is veel informatie over deze belangrijke verzetsgroep verloren gegaan.

Raad van Verzet (RVV)

De Nederlandse regering in Londen drong er in 1943 op aan dat de verzetsorganisaties in Nederland gingen samenwerken. In Londen had men er geen idee van dat op dat moment de meerderheid van het Nederlands verzet communistisch was, anders was er wel een ander verzoek opgesteld. De zeven deelnemende groeperingen kregen ieder een vertegenwoordiger in de leiding. Daarmee waren de communisten feitelijk zwaar ondervertegenwoordigd. Deze ondervertegenwoordiging bestond ook in de lagere echelons. Kort na de oprichting trad ook het Kunstenaarsverzet toe. De RVV was dus een samenwerkingsverband tussen verzetsorganisaties met totaal verschillende ideologieën.

Er bleven ook een aantal organisaties buiten de RVV. Verschillende van deze organisaties weigerden met de RVV samen te werken, omdat de RVV te communistisch werd geacht.

Vanaf najaar 1944 gebruikte de Ordedienst de RVV om namen van communisten te verzamelen. Deze werden na de oorlog doorgespeeld aan de Gestapo-agent Johann Gottlieb Crabbendam voor zijn werkzaamheden bij Bureau B van het Bureau Nationale Veiligheid om dossiers over communisten aan te leggen (de basis voor de verzameling dossiers van de latere Binnenlandse Veiligheidsdienst).

Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers (LO)

Toen in 1942 de deportatie van Joden een aanvang nam, waren er plotseling veel meer onderduikadressen nodig en ook veel meer geld en bonnen voor de verzorging. Dit ging boven de mogelijkheden van de diverse verzetsorganisaties uit. Daarom werd een aparte organisatie opgericht voor het laten onderduiken van mensen en hen te verzorgen. Deze organisatie kreeg de naam Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers (LO). Toen het moeilijker werd om bonnen voor onderduikers te verkrijgen, werden leden van de LO overvallen op distributiekantoren gepleegd. Er zijn ook veel communisten geweest die aan deze organisatie hebben bijgedragen.

Ondergedoken Camera

De Ondergedoken Camera was een groep fotografen die illegaal foto’s maakte van straatbeelden in Amsterdam. Het kan geen verzet worden genoemd, want de Duitse belangen werden niet geschaad, maar de deelnemers liepen bij ontdekking wel het risico om in Vught te worden opgesloten. Sommigen van hen waren in het verzet actief bij maken van pasfoto’s voor valse Persoonsbewijzen. De leden hadden verschillende ideologische achtergronden. De eerste leden hadden bindingen met de Ordedienst, maar er traden ook een aantal communisten toe. Ik heb alleen personen opgenomen die voor het communistisch verzet actief waren.

2. Andere groeperingen en afkortingen

Op de lijst van linksextremisten van de Centrale Inlichtingendienst van de Generale Staf (CID, GSIII) worden veel linkse organisaties genoemd, waarbij aan linkse partijen gelieerde groepen, zogenoemde ‘mantelorganisaties’, en afsplitsingen. De betekenis van afkortingen in de door mij van de CID-lijst overgenomen teksten geef ik hieronder.

De betekenis van een deel der afkortingen is achterhaald uit een document van de CID met op het dekblad de titel ‘Wie is wie’. Het document heeft als datum ‘…. Mei 1940’. Echter in het document wordt de overlijdensdatum van enkele personen genoemd die tijdens de oorlog zijn overleden, zoals David Wijnkoop op 7 mei 1941. Dit betekent dat het document tijdens of na de oorlog samengesteld moet zijn. Het is echter erg onwaarschijnlijk dat men na de oorlog bij Bureau B van het Bureau Nationale Veiligheid, voorloper van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, nog geïnteresseerd was in al die niet meer bestaande organisaties, terwijl ze handen vol hadden om dossiers van duizenden communisten aan te leggen. Daarom kan uit het document afgeleid worden dat de CID tijdens de oorlog doorwerkte voor de Duitse bezetter. De CID heeft daarom actief bijgedragen aan de massamoord op communisten en andere linkse figuren tijdens de bezetting.

ACD

Arbeidscontroledienst

De Arbeidscontroledienst is de Nederlandse term voor de door Rauter in 1944 ingestelde Arbeitskontrolldienst, die controleerde op het ontduiken van oproepen voor de Arbeitseinsatz. Het was een soort hulp politie met een zeer slechte reputatie, vanwege de willekeur bij arrestaties.

AFSC

Antifascistisch Studenten Comité

De organisatie werd in 1934 in Leiden opgericht en werd een landelijke organisatie. Het AFSC gaf het blad De Sleutel uit. Het AFSC ging later over in de Studenten Vereniging voor Vrijheid en Cultuur (S.V.V.C).

Afstecod

Anti-fascistisch Comité tot directen steun aan de slachtoffers der Duitsche Terreur

AFTB

Arbeiders Film- en Theater Bond

AgitProp

Agitatie en Propaganda

De term werd gebruikt in het Rusland van kort na de revolutie. De term bij de Centrale Inlichtingendienst heeft waarschijnlijk betrekking op toneelgroepen die zich eind jaren twintig en begin jaren dertig baseerden op politieke agitatie en propaganda geïnspireerd door de Russische term.

AJI

Anti-militaristische Jeugd Internationale

Algemeen Verbond tegen het Fascisme
Een lidmaatschap van de vereniging werd door de CID gesignaleerd.

ANBHK

Algemeene Nederlandsche Bond van Handels- en Kantoorbedienden.
De ANBHK was een vakverenigingsorganisatie die aangesloten was bij het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV).

ANMB

Algemene Nederlandsche Metaalbewerkersbond
DE ANMB was een vakverbond.

Antifa

Antifascistische Beweging

Het is een algemene term voor een coalitie van antifascisten, die voor het eerst in het Italië van de fascistische dictator Mussolini tot stand kwam.

ANVA

Algemene Nederlandse Vredesactie

AOC

Anti Oorlogs Comité

AP

Agent van Politie

De term AP werd gebruikt in rapporten en processen verbaal.

Atalanta

Drukkerij waar de communistische krant De Tribune werd gedrukt.

AVC

Algemeen Vluchtelingen Comité

AVBH

Arbeiders Voetbal Bond Holland

Een communistische voetbalbond die bij de Roode Sport Eenheid was aangesloten.

AVVO

Amsterdamse Vereniging voor Volksontwikkeling

AWB

Algemeene Werkloozenbond

Een Plaatselijk Arbeidssecretariaat (PAS) kon een AWB hebben.

Bellamy

Bellamy was een Amerikaanse denker en schrijver, die er religieus socialistisch-achtige gedachten op na hield. Hij was de auteur van het utopische boek ‘Looking Backward: 2000–1887’ dat in het Nederlands verscheen onder de titel ‘In het jaar 2000’. Dit boek hadden veel Nederlandse communisten in hun boekenkast staan en heeft veel invloed op hun denken gehad. Er was in Nederland een groepering met de naam Bellamy, die zijn ideeën verspreidde.

De Big

De Big was het krantje van de communistisch georiënteerde Nederlandsche Rekrutenbond.

BJC

Bond van Jonge Communisten

Communistische jeugd vereniging.

BKSP

Bond van Kommunistische Strijd en Propagandaclubs
De BKSP werd in 1924 opgericht door Henriëtte Roland Holst en Jacques de Kadt en was een anti-Stalinistische communistische organisatie.

BKVK

Bond van Kunstenaars ter Verdediging der Kulturele Rechten
Het BKVK was een organisatie van communistische kunstenaars. Er werd veel samengewerkt met de organisatie Hulp aan Spanje.

Bolsjewistische Leninisten

Het was een afsplitsing in 1938 van de RSAP, die aan de verkiezingen heeft meegedaan. De naam verwijst naar een geschrift van Trotski. (Bolsjewiki betekent ‘meerderheid’ en verwijst naar de meerderheid in het Russische parlement die zich rond Lenin schaarde na de revolutie van februari 1917 (bourgeoisie-revolutie), die tot het aftreden van de tsaar leidde).

BPV

Bond van Proletarische Vrijdenkers

De BPV was een vereniging van atheïsten. De atheïsten werden fel bestreden door de christelijk-liberale regering en werden per definitie als staatsgevaarlijk beschouwd. Vrijheid van gedachtengoed bestond niet voor de confessionelen.

BRS

Bond van Revolutionair Socialisten

Korte tijd na de fusie in 1935 van OSP en RSP tot RSAP stapten ongeveer 1000 leden uit de RSAP en stichtten de BRS.

BVKR

Bond ter Verdediging der Kulturele Rechten

Was identiek aan de BKVK.

CAOC

Centraal Anti Oorlogs Comité

Centraal Wuppertal-Comité

Het Wuppertal-Comité is opgericht om wereldwijd bekendheid te geven aan het lot van door de Gestapo gearresteerde communisten en andere verzetsmensen tegen Hitler in de regio rond Wuppertal. Het eerder bestaande Ossietsky-Comité werd er in opgenomen. Er werden indertijd 1900 mensen gearresteerd, van wie er 17 tijdens met martelingen gepaard gaande verhoren vermoord werden. Er werden 649 mensen wegens zogenaamd hoogverraad tot jarenlange gevangenisstraffen veroordeeld, straffen die deels in concentratiekampen ten uitvoer werden gebracht. Het Comité verleende ook steun aan de achterblijvende gezinsleden. De CID beschouwde het Comité als een mantelorganisatie van de CPN. De onmenselijke christelijke-liberale regering vond de naastenliefde activiteiten van het Wuppertal-Comité gevaarlijk.

Centrale Commissie Jeugdverenigingen

De jeugdverenigingen van de CPN waren lokaal georganiseerd. Met de Centrale Commissie Jeugdverenigingen werd beoogd om gemeenschappelijk zaken te regelen en om eenheid te kweken.

CID

Centrale Inlichtingen Dienst

De formele afkorting was CI. De CID werd in januari 1919 opgericht; het was een formalisering van een activiteit door de Generale Staf van het leger die eind 1917 begon in reactie op de Russische revolutie. De CID werd ondergebracht als onderdeel van de afdeling Generale Staf III (GS III) van het leger, maar werd feitelijk aangestuurd door de minister van Justitie. Het doel van de CID was linkse stromingen in Nederland te volgen en zo mogelijk te bestrijden. De informatie werd aangeleverd door regionaal georganiseerde Politie Inlichtingendiensten die bij het korps van de grootste gemeente van de regio was ondergebracht. In het begin werden deze Inlichtingendiensten ondergebracht bij de Vreemdelingendienst van deze grootste gemeente, later werd de Inlichtingendienst er los van gemaakt. Van begin af aan werd nauw samengewerkt met de geheime diensten van Duitsland en Oostenrijk, die geleid werden door eerst extreemrechte nationalisten en later fascisten. De CID kan als een zuiver fascistische overheidsorganisatie worden beschouwd. Bij de bezetting van Nederland werd een groot deel van het personeel lid van de NSB of een andere fascistische partij zoals de NSNAP. Soms kregen deze nieuwe leden van de NSB een partijnummer beneden de honderdduizend, wat was voorbehouden aan geheime leden van voor de bezetting. De vooroorlogse samenwerking van de CIOD met de Duitse Gestapo heeft sterk bijgedragen aan het bloedbad onder de communisten tijdens de bezetting, waarbij de leden van de CID actief veel hebben bijgedragen aan het opsporen van actieve communisten om hen te laten vermoorden. (leden van de CID hebben tijdens de oorlog ook veel ondergedoken Joden opgespoord om hen te laten vermoorden, het was vanaf eind 1942 bij de leden van de CID vanuit hun nauwe contacten met de Sicherheitsdienst bekend dat de Joden na deportatie vermoord werden.)

CJB

Communistische Jeugd Bond

De CJB was een communistische jeugd vereniging. De CJB is omgevormd tot VCOO. De CID omschreef de activiteiten als; “De vereenigingen voeren in den regel een zeer opgewekt clubleven, zij organiseeren feestavonden met “bal-na”, dansclubs, voorts schaken, dammen, kampeeren en ontwikkelingscursussen.”

Comintern

Communistische Internationale

De Comintern (Komintern) werd ook wel Derde Internationale genoemd. Het was een organisatie van communistische partijen van over de hele wereld. De organisatie was in Moskou gevestigd en stond onder controle van Stalin.

Comité van Samenwerkende Organisaties tegen Oorlog en Fascisme

Comité tot Steun aan anti-fascistische Emigranten

Met anti-fascistische Emigranten werden Duitse politieke vluchtelingen bedoeld (voornamelijk leden van de communistische KPD en soms leden van de sociaal-democratische SPD)

Comité van Waakzaamheid van Anti-Nationaal-Socialistische Intellectueelen

“Nederlandsche intellectueelen , ongeacht hu politieke overtuiging zich vereenigend tot een Comité van Waakzaaniheid, van oordeel dat het Nationaal-socialisme en alle andere groepeeringen van dezelfde aard een ernstig gevaar beteekenen voor de vrijheid van onderzoek en meeningsuiting en daarmede voor de ontwikkeling van maatschappij , cultuur en wetenschap, besluiten een Comité van Waakzaamheid te stichten, als centrum van alle intellectueelen, die zich het gevaar van het nationaal-socialisme bewust zijn en het willen bestrijden, en bevestigen hun besluit om gezamenlijk op te komen vóór de verdediging der geestelijke vrijheid en tegen het Nationaal- socialisme, dat dit essentiëele cultuurgoed belaagt.”

CP

CP is een veel door zowel communisten, tegenstanders en inlichtingendiensten gebruikte verkorting van CPN.

Comité tegen Terreur en Vervolging

CPH

Communistische Partij Holland

Alternatieve naam voor de CPN. De partij heeft officieel nooit zo geheten. Deze naam werd zelfs soms bij verkiezingen gebruikt.

CPHCC

Communistische Partij Holland Centraal Comité.

DE CPHCC was een afsplitsing van de CPN die in 1935 door David Wijnkoopgroep werd gesticht. De CPHHCC werd in 1930 opgeheven.

CPHCC

Communistische Partij Holland Landelijk Comité.

CPN

Communistische Partij van Nederland
Opgericht in 1909 onder de naam Sociaal-Democratische Partij (SDP) als afsplitsing van de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij. In 1918 werd de naam veranderd in Communistische Partij van Nederland.

CPO

Communistische Partij Oppositie

De CPO was geen formele organisatie, maar bestond uit een aantal leden en geroyeerde leden van de CPN. De groep had sterke bindingen met het blad Links Richten dat werd uitgegeven door het Arbeiders-Schrijverscollectief.

CS6

Corellistraat 6

Corellistraat 6 was het woonadres van de familie Boissevain en was het centrum van een militante verzetsorganisatie die bomaanslagen pleegde en gevaarlijk geachte personen doodschoot. De organisatie werd voornamelijk door communisten aangestuurd. De Sicherheitsdienst dacht in eerste instantie dat CS6 stond voor ‘Centrale Sabotage Kolonne 6’.

CVV

Centrale voor Volkscultuur

De organisatie stelde zich ten doel om cultuur onder de arbeiders te verspreiden. Daarbij werd politiek ook tot cultuur gerekend. Bij de CVV waren diverse organisaties aangesloten zoals de Arbeiders Film- en Theater Bond (AFTB), de Toneelgroep TREF (Tegen Reactie en Fascisme) en de Marxistische Arbeidersschool (MAS).

CvW

Comité van Waakzaamheid van anti-nationaal-socialistische Intellectuelen

Het doel van het Comité was te waarschuwen voor de bedreigingen van de vrijheid door het nationaalsocialisme. Het werd in 1936 opgericht door de historicus Jan Romein, de journalist Jan Greshoff en de schrijver Nico Rost.

CWAC

Centrale Werkloozen Advies Commissie

Vrijdenkersorganisatie De Dageraad

De Dageraad was een vereniging van atheïsten. Oorspronkelijk was het een mantelorganisatie van de SDAP, maar kwam na aansluiting van de communistisch georiënteerde organisatie Proletarische Vrijdenkers als geheel in communistisch vaarwater. De atheïsten werden door de christelijk-liberale Nederlandse regering als staatsgevaarlijk geacht. Vrijheid van gedachtengoed bestond niet voor de confessionelen.

DR

Deutsche Reich

De formele naam voor Duitsland

Dymamo

Balletgroep van de CPN.

EKKI

Executief Komitee van de Kommunistische Internationale

EKKI was het uitvoerend comité van de Comintern, de door Stalin geleide organisatie die tot doel had het communisme over de wereld te verspreiden.

EMM

Eendracht Maakt Macht

EMM was een voortzetting van het Werkloozen Strijd Comité (WSC). Het WSC was een pure CPN-organisatie, maar EMM werd er enigszins van los gemaakt en sloot zich bij het NVV aan, waarna het NVV enkel communisten royeerde. Het EMM bleef voornamelijk uit communisten bestaan.

E.v.

Echtgenoot van (gebruikt in de lijst van Linksextremisten van de CID).

Executief Comité Liga tegen Imperialisme
De Liga was een organisatie die het kolonialisme bestreed die aangesloten was bij een organisatie van soortgelijke Liga’s in andere landen, waarbij in Nederland de nadruk lag op de onafhankelijkheid van Nederlandsch Indië.

FAE

Federatie van Arbeiders Esperantisten

De Esperantisten waren lokaal georganiseerd en de Federatie was een landelijk samenwerkingsverband tussen de lokale groepen. De Esperantisten werden door de CID als staatsgevaarlijk beschouwd.

FAN

Federatie van Anarchisten in Nederland

Federatie Fabrieksarbeiders

Een lidmaatschap van de vereniging werd door de CID gesignaleerd.

FIM

Afkorting onbekend (misschien staat FIM voor Film Import Maatschappij)

FIM was de naam van een Amsterdams bedrijf dat het alleenrecht had verworven om Russische films in Nederland te distribueren. De filmproducent Jo de Wind was de eigenaar.

FIS

Fonds voor Internationale Solidariteit

Het fonds was bedoeld om internationaal financiële steun te verlenen aan syndicalisten en anarchisten die door justitionele autoriteiten vervolgd werden.

GEB

Gemeentelijk Electriciteits Bedrijf

G.G. en G.D.

Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheids Dienst

GPU

Gosoedartswennoje Polititseskoje Oeprawlenije (Staats Politiek Dierectoraat)

De GPU was een Sovjet geheime dienst en spionage organisatie.

GSA

Afkorting onbekend

GTD

Gemeentelijke Technische Dienst (een gemeentelijk bedrijf in Rotterdam)

HBS

Hoogere Burger School

Schooltype vergelijkbaar met atheneum.

HTM

Haagsche Tramweg-Maatschappij

Hulp aan Spanje
De hulporganisatie was aangesloten bij de internationale organisatie Comité de coordination et d’information pour l’aide à l’Espagne républicaine die in Parijs was gevestigd. Er werden geld en goeder ingezameld voor hulp aan de bevolking van het door de wettige republikeinse regering gecontroleerde deel van Spanje. Er werd vooral aandacht besteed aan de kinderen. Voor de CID was het een ongewenste organisatie, want bij de christelijk-liberale regering lag de voorkeur in sterke mate bij de bloeddorstige fascistische opstandelingen onder leiding van generaal Franco.

Hulp aan de Nederlandse Anti-fascisten in Spanje

Een organisatie die aan het eind van de jaren dertig het lot van de Nederlandse vrijwilligers tijdens de Spaanse burgeroorlog aan het publiek in Nederland bekend maakte. De organisatie wierf vrijwilligers aan, zamelde geld goederen in.

HVC

Haagsch Vak Comité

Het Haagsch Vak Comité was een samenwerkingsverband in de regio Den Haag tussen afdelingen van niet-confessionele vakverenigingen.

IAH

Internationale Arbeiders Hulp

De IAH was een voortzetting van het Algemeen Comité tot Steun aan de Hongerenden in Sovjet-Rusland en het Algemeen Comité voor de Wederopbouw van Sovjet-Rusland. De IAH was gesticht door de Duitser Willi Münzenberg en gevestigd in Berlijn. Van het bestuur maakten onder anderen deel uit Albert Einstein, Käthe Kollwitz, Henri Barbusse en Alphons Paquet. In Nederland vertrekt de IAH onder andere voedselhulp aan kinderen van werklozen en organiseerde kindervakantiekampen.

IAMB

Internationaal Anti-Militaristisch Bureau

“Het IAMB heeft onder meer ten doel het militairisme internationaal te bestrijden, ten einde den oorlog en onderdrukking der arbeidersklasse onmogelijk te maken en draagt een zuiver revolutionnair anarchistisch karakter.”

IAMV

Internationale Anti-Militaristische Vereeniging

Het doel van de IAMV was “de bestrijding van het militarisme in al zijn vormen ten einde langs dezen weg mede te werken aan de opbouw eener samenleving waarin voor geweld geen plaats meer zal zijn”.

IFO

Internationale Film Onderneming

De IFO distribueerde Russische films en leverde die vooral aan de VVSU.

IFU

Internationale Freidenker Union

De IFU was een vereniging van atheïsten. De atheïsten werden door de christelijk-liberale Nederlandse regering als staatsgevaarlijk geacht. Vrijheid van gedachtengoed bestond niet voor de confessionelen.

Indonesische Vereniging
Nederlandse vertaling van ‘Perhimpoenan Indonesia’.

Internationale Brigade

De Brigade was een onderdeel van het Spaanse leger die de opstand van generaal Franco bestreed. De leden van de Brigade waren buitenlanders die de democratie in Spanje wilden verdedigen en het fascisme bestrijden. De meerderheid van de leden van de Brigade waren communisten. Ook vele honderden Nederlandse vrijwilligers waren binnen da Brigade actief als militair, verpleegster of in een ondersteunende functie.

Internationale Zeemansclub

De Zeeclub kwam op voor de belangen van zeelieden en had in Rotterdam een clubhuis waar zeelieden gezelligheid konden zoeken. De belangen waarvoor opgekomen werd, waren uitbetaling van lonen, financiële en juridische hulp aan buitenlandse zeelieden die in de haven ontslagen werden en geen onderdak hadden, veilige werkomstandigheden enz. De Zeemansclub had internationale contacten die door communistisch georiënteerde bestuursleden, leden van de groep Wollweber, werden gebruikt bij zogenoemde scheepssabotage die tot doel had Duitse , Italiaanse en Japanse schepen die tijdens de Spaanse burgeroorlog militaire goederen naar Franco-Spanje brachten, tot zinken te brengen.

IOPC

Internationale Organisatie en Propagandistisch Comité

IP

Inspecteur van Politie

De afkorting IP werd veel in rapporten en processen-verbaal gebruikt.

IRH

Internationale Roode Hulp “Holland”
‘Het hoofddoel van deze organisatie is de slachtoffers van het bruut gemeld der klasse-tegenstanders – de bourgeoisie – te ondersteunen en in het algemeen strijd te voeren tegen de klasse-justitie, het fascisme, de witte- en koloniale terreur.’ De slachtoffers en hun gezinnen werden zowel financieel als juridisch ondersteund. De naam van de Nederlandse tak werd later gewijzigd in Nederlandsche Roode Hulp.

ISAOL

Internationale Socialistische Anti-Oorlogs Liga

De liga wilde de mensen mobiliseren tegen het uitbreken van een nieuwe oorlog. De naam werd later gewijzigd in Socialistische Liga van Anti-Oorlogs Strijders (SLAOS)

ISF

Internationaal Solidariteits Fonds

Het fonds was bedoeld om internationaal financiële steun te verlenen aan syndicalisten en anarchisten die door justitionele autoriteiten vervolgd werden.

ISSF

Afkorting onbekend

ITF

Internationale Transportarbeiders Federatie

De Nederlandse afdeling van dit vakverbond was bij het NVV aangesloten en had een sociaaldemocratische achtergrond.

ITOFA

Instituut tot Opleiding van Filmartisten

Dit instituut was nauw verbonden met het IFO.

JSV

Jonge Sovjet Vriend
De Jonge Sovjet Vriend stelde zich ten doel om onder jongeren belangstelling voor de Sovjet Unie te kweken. De leden waren oudere kinderen van meestal communisten en jongvolwassenen. De JSV was verwant aan de VVSU.

JVA

Jongeren Vredes Actie
De JVA werd in 1924 opgericht. De CID beschreef de groepering als een radicaal pacifistische groep die uit anarchistische kringen is voortgekomen.

KAP

Kommunistische Arbeiders Partij

De KAP werd in 1921 opgericht door Herman Gorter en Anton Pannekoek. Ze noemden zich radencommunisten (‘raad’ is de vertaling van ‘sovjet’). Een groepering met deze naam heeft tot 1932 bestaan.

KJVA

Katholieke Jongeren Vredes Actie

De KJVA was een gecombineerd Vlaamse en Nederlandse groepering, waarbij de Nederlandse tak verreweg de kleinste was. De KVJA verwierp de rechtvaardigheid van iedere oorlog. De CID noemde de KJVA een radicale anti-militaristische organisatie.

KMI

Kaoem Moeda Indonesia

Kaoem Moeda betekent ‘jongeren’. De KMI werd begin jaren dertig door de communistisch georiënteerde Slaman Faima in Rotterdam opgericht en was een vakbond voor Indonesische zeelieden.

KNIL

Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger

Het KNIL was de militaire macht van Nederland in Nederlandsch Indië.

KNSM

Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij

(mogelijk betekent het in een van de rapporten van de CID iets anders)

KP

Kommunistische Partei
De afkorting KP werd in een concentratiekamp gebruikt als vertaling in het Duits voor CP toen een gevangene op moest geven wat de arrestatiereden was.

KPD

Kommunistische Partei Deutschlands

De communistische partij van Duitsland werd in 1918 gesticht door onder anderen Karl Liebknecht, Rosa Luxemburg, Leo Jogiches en Wilhelm Pieck. Na de machtsovername door Hitler vluchtten veel KPD-leden naar Nederland, waar ze bijdroegen aan het communistisch verzet tegen Hitler in Duitsland. Een deel van hen werd op Vlieland geïnterneerd, anderen konden in Amsterdam een woning huren. Met hulp van de Nederlandse autoriteiten werden velen in mei-juni 1940 door de Duitsers naar Duitsland teruggevoerd. Velen van hen werden in een concentratiekamp vermoord; anderen moesten in de Wehrmacht gaan dienen en kwamen voor een deel aan het oostfront om het leven. Een klein deel dook onder en bleef activiteiten voor het Duits communistisch verzet verrichten en droegen tegelijkertijd bij aan het Nederlands communistisch verzet.

KPN

Kommunistische Partei der Niederlanden

Een vertaling in het Duits van CPN. De term werd wel eens gebruikt wanner gevangenen in concentratiekampen in het Duits moesten opgeven wat de arrestatiereden was of van welke partij ze lid waren geweest.

Kunstenaars Centrum voor Geestelijke Weerbaarheid

LAO

Linksche Arbeiders Oppositie “Spartacus”

Toen er door het partijbestuur van de RSP gemeld werd dat ze positief stond tegenover een fusie met de OSP, ontstond er oppositie tegen. Deze groep leden werden geroyeerd, waarna ze de LAO stichtten. De groep vond dat de wijze waarop de arbeiders in Nederland georganiseerd werden ‘aftandsch’ en dat het de arbeidersklasse in ‘een doodlopend ‘slop’ had gevoerd. Martinus van der Lubbe was na eerst lid van de CPN te zijn geweest lid van de LAO. De LAO sloot zich aan bij het Verbond van Internationale Communisten.

LEC

Landelijke Emigranten Commissie
Het betreft een commissie van de NRH met betrekking tot hulpverlening aan vluchtelingen uit Duitsland. De LEC stond onder leiding van Antonie Winterink en Siegfried Baruch was een van de leden

Liga tegen Imperialisme en Koloniale Onderdrukking

De liga was een internationale organisatie die zich tegen het kolonialisme richtte. In Nederland waren onder anderen Roestam Effendi en Anton de Kom actief in de Liga. Veel leden kwamen voort uit de Perhimpoenan Indonesia en de CPN.

LJG
Leninistische Jeugd Garde

De Garde was de jeugdorganisatie van de RSAP.

LO

Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers

De Landelijke Organisatie was een samenwerkingsverband tussen verzetsgroepen om steun aan onderduikers te verlenen. Er werden adressen gezocht, geld ingezameld en uitgedeeld, bonnen ingezameld en verspreid en gewapend overvallen op distributiekantoren gepleegd. Communisten hebben een belangrijke bijdrage geleverd.

LWAC

Landelijk Werkloozen Agitatie Comité

Het LWAC was een onderdeel van het NAS. Het comité trachtte werklozen te organiseren binnen het NAS.

LWC

Landelijk Werkloozen Comité

LWSC

Landelijk Werkloozen Strijd Comité

Het LWSC was een vakverneiging voor werklozen die onder controle van de CPN stond.

LWV

Leidse Werkloozen Vereniging

MAS

Marxistische Arbeiders School

Een onderdeel van de CPN. Iedereen die iets binnen de CPN wilde betekenen moest een cursus van de MAS volgen.

NS

Nederlandsche Spoorwegen

MC

Medisch Contact
Het Medisch Contact was een verzetsorganisatie van artsen. Gerrit Kastein was een van de initiatiefnemers tot het Medisch Contact.

MC

Militair Contact

Het Militair Contact, vaak aangeduid met mil, was een organisatie binnen de CPN die zich met bomaanslagen, gewapende overvallen en liquidaties bezig hield. Gerrit Kastein was een van de initiatiefnemers tot het Medisch Contact, maar deed er niet aan mee en beperkte zich tot suggesties voor bepaalde acties.

Mobiliseeren 1925

Was een pamflet tegen de dienstplicht:

‘Wij mannen en vrouwen, anti-militaristen, zien met vreugde dat onder de zoogenaamd dienstplichtigen de neiging tot de vormen van “Vredeslichtingen” toeneemt en dat het aantal dat weigert soldaat te worden, langzaam maar zeker groeit.

Wij voelen ons gedrongen, openlijk de zijde der principieele dienstweigeraars te kiezen.

Wij verklaren, voor zoover wij ooit tot direct of indirect militair werk gedwongen zouden worden, vast besloten te zijn, zulk een “dienst” te weigeren, niet alleen in kazernes , loopgraven, oorlogsschepen, vliegmachines, maar ook in munitiewerkplaatsen, fabrieken, in het transportbedrijf, – kortom geen werk te zullen verrichten, dat met oorlog en oorlogsvoorbereiding samenhangt.

Wij bedoelen mede door dit manifest een mogelijke mobilisatie van oorlogskrachten te voorkomen.

Wij wekken allen, die voor de vrede strijden willen, op, zich onmiddelllijk met ons tegen de oorlog mobiliseeren, en wanneer oorlog dreigt uit te breken, dien door daadwekelijk optreden te verhinderen.’

Het werd door meer dan 400 personen ondertekend.

mil

Militair Contact

De term ‘mil’ werd veel gebruikt om het Militair Contact (MC) mee aan te duiden.

MLLF

Marx-Lenin-Luxeburg-Front

Het was de naam van de verzetsorganisatie van het RSAP. Henk Sneevliet was de leider van het MLLF. Veel leden zijn gefusilleerd.

NAS

Nederlandsch Arbeid Secretariaat

Het NAS werd in 1893 opgericht en was de oudste vakvereniging in Nederland. In de jaren dertig was het NAS politiek verwant aan de RSAP, maar iedereen kon lid worden ongeacht zijn politieke of religieuze overtuiging. Het NAS was in de jaren dertig veel kleiner dan het NVV.

NBAS

Nederlandse Bond van Abstinent Studeerenden
Het was een studentenvereniging van geheelonthouders, d.w.z. geen alcohol drinkenden. Het NBAS was sterk anti-militaristisch.

NBC

Nederlandsch Boeren Comité

Nederlandsche Rekrutenbond

De bond is uit de CJB voortgekomen. Het gaf het krantje De Big uit. In eerste instantie wilde de bond het leger onbetrouwbaar maken door middel van soldatencellenr, later werd dit de strijd tegen “den fascistischen geest in het leger” en de “zuivering van het leger van fascisten”.

Nederlands Comité van Kunstenaars en Intellectuelen.

Het comité had tot doel de bestrijding van de terreur in Duitsland.

De Nieuwe Fakkel

Was het tijdschrift van de RSAP.

NJF

Nederlandsche Jeugd Federatie

De NJF was een landelijke organisatie van communistische jeugdverenigingen. Ze gaf het blas De Stormvogel uit.

NRH

Nederlandsche Roode Hulp

De NRH is een voortzetting van de Nederlandse tak van de Internationale Roode Hulp (IRH).
‘Het hoofddoel van deze organisatie is de slachtoffers van het bruut gemeld der klasse-tegenstanders – de bourgeoisie – te ondersteunen en in het algemeen strijd te voeren tegen de klasse-justitie, het fascisme, de witte- en koloniale terreur.’ De slachtoffers en hun gezinnen werden zowel financieel als juridisch ondersteund. De naam was oorspronkelijk Internationale Roode Hulp “Holland”.

NSB

Nationaal-Socialistische Beweging
De NSB was een in 1931 door Mussert gestichte fascistische partij, die Hitler steunde. De NSB en de CPN waren elkaars felste tegenstanders; de leden en aanhangers van deze twee partijen geraakten vaak met elkaar in vechtpartijen verwikkeld. Enkele keren liepen leden van deze twee partijen naar de ander over. In een enkel geval werd een communist lid om de NSB te bespioneren.

NSV

Nederlandsch Syndicalistisch Vakverbond
Het NSV werd in 1923 gesticht uit onvrede over internationale standpunten van het NAS. Het NSV stelt zich ten doel: ‘De reorganisatie van het geheele maatschappelijke leven op de basis van het Vrije Communisme, door de directe revolutionnaire actie van de onderdrukten.’ De NSV was actief anti-militaristisch. ‘Het erkent als strijdmiddel de staking, boycot, de sabotage, enz. De hoogste ontplooiing van de directe actie is de sociale, algemeene werkstaking, die, wil ze leiden tot een overwinning in den geest van het revolutionnair Syndicalisme, tevens de inleiding moet zijn tot de sociale revolutie.’

CID: ‘Het Syndicalisme aanvaardt het geweld alleen als middel. Desniettegenstaande werd door dit congres, met de stemmen ter verdediging tegen de gewelddadige methoden der heerschende klassen in den strijd voor de onteigening van de productie en den grond door het revolutlonnaire proletariaat’.

NVSH
Nederlandsche Vereeniging van Sexueele Hervorming

De NVSH werd door de CID als een staatsgevaarlijke organisatie beschouwd.

NVV

Nederlandsch Verbond van Vakverenigingen
Het NVV had in de jaren dertig ongeveer 300.000 leden terwijl bijv. het NAS er slechts 20.000 had. Het NVV was nauw verbonden aan de SDAP.

NVM

Nederlandsche Volksmilitie
Een Rotterdamse communistische verzetsorganisatie die bomaanslagen pleegde.

OD

Ordedienst

De Ordedienst was een groepering die er op uit was na de bevrijding de macht in Nederland in handen te krijgen. De OD bestond voornamelijk uit officieren van leger en politie. In eerste instantie verzamelde ze wapens en munitie, wat aan het begin van de bezetting makkelijk was omdat de officieren toegang hadden tot opslagplaatsen van wapens. Later tijdens de bezetting hield de Ordedienst zich ook bezig met spionage en helemaal aan het eind van de oorlog met aanslagen. Verder bespioneerde de Ordedienst de communisten en verzamelde namen van hen, die later zou dienen als basis voor de voorloper van de Binnenlandse Veiligheidsdienst.

Opruiïngsmanifest

Het Opruiïngsmanifest was een pamflet van de anti-militaristische bond IAMB dat in 1921 verscheen. Het bevatte een op 26 juni 1921 gedane verklaring van de voorzitter De Ligt die door tegen de 200 personen werd ondertekent. Er werd opgeroepen om de verklaring massaal te ondertekenen. De uitspraak van De Ligt luidde: ‘In naam van Jezus Christus, in naam van Marc, in naam van Bakunine, in naam van Kropotkin, in naam van Tolstoy en in naam van Groenendaal rui ik jullie op om te weigeren kazernes en gevangenissen te bouwen, om te weigeren oorlogsmateriaal te vervaardigen, om te weigeren in militairen dienst te treden en de algemeene werkstaking in practijk te brengen als protest tegen de gevangenneming van Groenendaal. Ik rui op om de militairen dienst te weigeren.

Wij ondergeteekenden:

Wij ruien op om te weigeren kazernes en gevangenissen te bouwen;

Wij ruien u op om te weigeren oorlogsmateriaal te vervaardigen en te bouwen;

Wij ruien u op om te weigeren in militairen dienst te treden;

Wij ruien u op tot de algemeene werkstaking ter vernietiging van de militaire, economische, politieke en geestelijke reactie!

(Herman Groenendaal was een dienstweigeraar-hongerstaker in 1921, die tot 29 dagen gevangenisstraf werd veroordeeld. Hij werd tijdens de hongerstaking gedwongen kunstmatig gevoed.)

OSP

Onafhankelijke Socialistische Partij

De OSP was een afsplitsing onder leiding van Piet Johannes Schmidt en Jacques de Kadt uit 1932 van de SDAP.

OWO

Onafhankelijke Werkloozen Organisatie

PAS

Plaatselijk Arbeidssecretariaat

De term voor een lokale afdeling van NAS.

PB

Partijbestuur

Deze afkorting was bij veel politieke partijen in gebruik.

PBC

Persoonbewijscentrale

De Persoonbewijscentrale was een initiatief van het Gerrit Jan van der Veen om met behulp van leden van het ook door hem opgerichte Kunstenaarsverzet persoonsbewijzen te vervalsen. De etsers beschikten over grote vaardigheden voor het vervalsen en de fotografen droegen bij met het vervaardigen van pasfoto’s. Er waren veel communisten lid van de Persoonsbewijscentrale.

PCR

Propaganda Comité voor Revolutionaire Vakverenigingstactiek

PCRV

Propaganda Comité voor Revolutionaire Vakverenigingstactiek
Het comité werd eerder Comité van revolutionaire vakverenigings-actie genoemd.

PI

Perhimpoenan Indonesia

De Nederlandse vertaling luidt ‘Indonesische vereniging’.

De PI was in de eerste plaats een gezelligheidsvereniging voor Indonesische studenten, die vooral in Leiden studeerden (vooral medicijnen en rechten; dit laatste om bestuursambtenaar in Nederlandsch Indië te worden). De PI deed ook veel aan de verspreiding van de Indonesische cultuur (dans en zang). Maar er werd steeds meer aandacht besteed aan het onafhankelijkheidsstreven voor Nederlandsch Indië, waardoor de PI voor de Nederlandse regering een staatsgevaarlijke organisatie werd. Er was binnen de PI een tweedeling in anticommunistische nationalisten en communisten. Tijdens de bezetting hebben veel PI-leden aan het verzet bijgedragen, waarbij de communisten veelal aan het CPN-verzet hebben bijgedragen.

Pegasus

Was de naam van een communistische boekhandel en uitgeverij.

Pinkstermobilisatie

De Pinkstermobilisatie was een jaarlijkse bijeenkomst van de VJV.

Pioniersgroep

De pioniersgroepen waren lokaal door de CJB georganiseerde groepen voor jonge kinderen. Behalve allerlei speelse activiteiten werden ook kinderkampen georganiseerd.

PKI

Partai Kommunis Indonesia

De communistische partij van Indonesië, die in 1914 door Henk Sneevliet werd gesticht. Een aanzienlijk deel van de leden van de Perhimpoenan Indonesia was lid of sympathisant van de PKI.

De Ploeg

De Ploeg was een communistisch georiënteerde nederzetting in Best, waar landbouw werd bedreven. De gemeenschap werd geterroriseerd door de katholieke bevolking in de omgeving die werd opgehitst door katholieke geestelijken.

PSF

Proletarisch Steunfonds

Het PSF was een onderdeel van het NAS.

Het fonds gaf financiële steun aan leden van het NAS.

PTT

Post, Telefoon, Telegraaf

De PTT was een overheidsbedrijf dat brieven en pakkettenbezorgde en het telefoon- en telegraafverkeer regelde.

PVV

Proletarische Vrijdenkers Vereeniging

De PVV was een vereniging van atheïsten. Ze werden door de confessionelen fel bestreden; vrijheid van gedachtengoed bestond niet voor de confessionelen.

RET

Rotterdamsche Electrische Tram

RFB

Rood Frontstrijders Bond

De Bond was aangesloten bij de Strijdbond tegen oorlog en fascisme.

RH

Rooden Hulp

De term kan slaan op zowel IRH als NRH.

RJB

Revolutionaire Jeugdbond

De bond was een onderdeel van RSP / RSAP

RME

Rassemblement Mondial des Etudiants Pour la Paix, la Liberté et la Culture

Roode Arbeiders Weer

De Weer was een in 1933 opgerichte communistisch georiënteerde ordedienst, mogelijk gericht tegen de WA van de NSB.

De Roode auto

De Roode auto was een vervoermiddel voor communistische partijfunctionarissen voor vergaderingen en bijeenkomsten door het land.

Roode Dinsdag

Roode Dinsdag was een protestbetoging in Den Haag van communisten op Prinsjesdag. De traditie is begin van de twintigste eeuw door de SDAP begonnen en door de SPD / CPN overgenomen. In 1932 verbood de burgemeester van Den Haag de demonstratie, waarna een protestvergadering in het gebouw Kunsten en Wetenschappen werd georganiseerd die grondwettelijk niet verboden kon worden. De politie organiseerde steun van de fascistisch georiënteerde Nationale Unie, die gewapend met messen, stokken, ploertendoders en zelf revolvers samen met de schietende politie de communisten aanviel op het Plein waar de politie de communisten na afloop van de vergadering heen dirigeerde. Er vielen twee levensgevaarlijk gewonden en vele tientallen gewonden die zich in ziekenhuizen moesten laten behandelen. De corrupte rechterlijke macht stelde geen vervolging voor de massale moordaanslag in. De politieman die de schuld op zich nam werd dubbel bevorderd, maar waarschijnlijk was de burgemeester de feitelijke aanstichter.

De Roode October
Was een maandblad van de RSAP.

De Roode Strijders

Een fanfarekorps.

RSAP

Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij
De RSAP werd in 1935 gevormd door een fusie van de Onafhankelijke Socialistische Partij (OSP) en de Revolutionair Socialistische Partij (RSP). De RSP was een afsplitsing van de CPN en was anti-Stalinistisch en aanhanger van Trotski, maar braken in 1937 met het gedachtengoed van Trotski. De communisten noemden hen desondanks Trotskisten, wat voor de communisten een scheldnaam was, terwijl de RSAP’ers beledigd waren als ze ‘communist’ genoemd werden. In grote lijnen was hun ideologie hetzelfde als van de CPN. Tijdens de oorlog vormde de RSAP zich om tot de verzetsorganisatie Marx-Lenin-Luxemburg-Front (MLLF). RSP, RSAP en MLLF stonden onder leiding van Henk Sneevliet.

RSE

Roode Sport Eenheid

Een communistische sportorganisatie die in 1931 werd opgericht.

Het was een onderdeel van de CPN. De RSE sloot zich in 1933 aan bij de Strijdbond tegen Fascisme. Aaron de Meza bekleedde een lokale bestuursfunctie in Amsterdam.

RSJB

Revolutionnair Socialistische Jeugdbond

In 1919 werd de naam van de jeugdorganisatie De Zaaier veranderd in Revolutionair Socialistische Jeugdbond. De RSJB was later gelieerd aan RSP. Na de fusie tussen RSP en OSP tot RSAP fuseerde de RSJB met de het Socialistisch Jeugdverbond (SJV) van de OSP tot RSJV

RSJV

Revolutionnair Socialistische Jeugdverbond
De RSJV was een fusie van de jeugdorganisaties RSJB van de RSP en SJV van de OSP tot een jeugdvereniging van de RSAP.

RVO

Roode Vakbonds Oppositie

Een linkse oppositie binnen de vakbond Nederlands Arbeids Secretariaat (NAS)

RUP

Rassemblement Universel pour la Paix

RVI

Roode Vakvereenigings Internationale

RVV

Raad van Verzet

De Raad van Verzet was samenwerkingsverband van verzetsgroep, waarvan de CPN verreweg de grootste was.

SAA

Sociaal Anarchistische Actie

De SAA werd in 1933 opgericht met als doel: “Voor de vrij-socialistische beweging een vast centrum voor actie en agitatie te scheppen en tevens een punt van samenkomst te zijn voor revolutionnair Socialisten, die, door kameraadschappelijk contact, verheldering van inzicht, ontwikkeling en ontspanning zoeken.”

SAJA

Sociaal Anarchistische Jongeren Actie
Daan Goulooze was bestuurslid van deze organisatie.

SAJO

Syndicalistische Arbeiders Jeugd Organisatie

SAS

Syndicalistisch Arbeids Secretariaat

SAW

Socialistische Arbeiders Weer

De SAW was een ordedienst en sportvereniging die onderdeel was van de OSP

Scheepssabotage

De scheepssabotage was een activiteit van de groep Wollweber die tot doel had Duitse , Italiaanse en Japanse schepen die tijdens de Spaanse burgeroorlog militaire goederen naar Franco-Spanje brachten, tot zinken te brengen. Daarbij werd gebruik gemaakt van internationale contacten via de Internationale Zeemansclub. Er werden bomaanslagen gepleegd op schepen die vertrokken uit de havens van Hamburg, Rotterdam en Antwerpen, enkele ervan zijn gezonken.

SD

Sicherheitsdienst

De afkoring werd in een concentratiekamp gebruikt bij de opgave van de arrestatiereden.

SDAP

Sociaal-Democratische Arbeiders Partij
De communistische partij splitste zich in 1909 van de SDAP af onder de naam van Sociaal-Democratische Partij SDP. De SDAP bestreed de CPN zeer fel; omgekeerd scholden de communisten de SDAP’ers uit voor sociaal-fascisten. Tijdens de oorlog gaven SDAP-leden het verzetsblad Het Parool uit. In 1946 werd de naam veranderd in Partij van de Arbeid (PvdA).

SJV

Socialistisch Jeugdverbond

De SJV was een jeugdvereniging van de OSP.

SLAOS

Internationale Socialistische Anti-Oorlogs Liga

De liga wilde de mensen mobiliseren tegen het uitbreken van een nieuwe oorlog. De naam was eerder Internationale Socialistische Anti-Oorlogs Liga (ISAOL)

SO

Synthetische Orde
De Synthetische Orde was een verzameling van Bellamy-groepen. Bellamy was een Amerikaanse denker en schrijver, die er religieus socialistisch-achtige gedachten op na hield. De CID beschouwde de Synthetische Orde als een mantelorganisatie van de CPN.

SOS

Commissie tot Steun aan Oorlogs Slachtoffers

SP

Sociale Partij

Nam in 1922 aan de verkiezingen deel.

STF

Strijdbond tegen Fascisme

De strijdbond verleende financiële en propagandistische steun aan antifascisten in Duitsland. De oorspronkelijke naam was Strijdbond tegen Oorlog en Fascisme

SVA

Studenten Vredes Actie

“De S.VA wil alle studenten vereenigen, die overtuigd zijn, dat elke oorlog uit zedelijk en maatschappelijk oogpunt moet worden veroordeeld en hieruit de plicht voortvloeit onverbiddelijk strijd te voeren tegen elken oorlog en oorlogsvoorbereiding en te streven naar een wereldorde, waarin oorlog zal zijn uitgesloten.”

SVB

Syndicalistische Vrouwenbeweging

DE SVB werd in 1935 opgericht.

SVVC

Studenten Vereniging voor Vrijheid en Cultuur

De CVVC is een voortzetting van het Anti-fascistisch Studenten Comité.

TBN

Troelstrabeweging Nederland

De TBN werd in 1937 opgericht door Paul Kiès opgericht onder de naam Het Vrije Woord, nadat hij door de SDAP geroyeerd werd omdat hij het Roode leger (leger van de Sovjet Unie) prees. De TBN moest het goede van SDAP en CPN verenigen. Na de Duitse inval ging Kiès collaboreren met de bezetter en na enige tijd ging de TBN op in de Nationaal Socialistische Nederlandsche Arbeiders Partij (NSNAP).

Tempo

Communistische jeugdvereniging in Den Haag, Haarlem, Schiedam en Utrecht

Theatergroep 1935

De Theatergroep werd in 1935 door Jan Lemaire jr. opgericht. Het was onderdeel van de Algemeene Film- en Theater Bond, die weer was aangesloten bij de in Moskou gevestigde Internationalen Arbeiders Theater Bond.

TREF

Tegen Reactie En Fascisme

TREF was de toneelgroep van de Centrale voor Volkscultuur (CVV).

De Tribune

De Tribune was een communistisch weekblad dat in 1907 door opposanten binnen de SDAP werd gesticht. Na de afsplitsing van de SDP in 1909 werd De Tribune het partijorgaan van de SDP. In 1913 begon het twee keer per week te verschijnen; in 1916 werd het een dagblad. In 1937 werd de naam veranderd in Volksdagblad.

U.d.S.S.R

Unie der Socialistische Sowjet Republieken

Dit was de formele naam voor de Sovjet Unie.

VAU

Vereniging Anarchistische Uitgeverij

VCOO

Vereniging voor Cultuur, Ontwikkeling en Ontspanning

De VCC was een voortzetting van de Communistische Jeugd Bond (CJB).

Verdinaso

Verbond van Dietsche Nationaalsolidaristen

Verdinaso was een fascistische organisatie in vooral België maar ook Nederland die in navolging van Mussolini een corporatieve staat wilde; Verdinaso was bovendien antisemietisch.

VJV

Vrije Jeugd Verbond

Het VJV werd in 1920 opgericht. Het VJV richtte zich vooral tegen het kapitalisme en het militarisme. Het VJV hield rond Pinksteren antimilitaristische jeugddagen, die ook wel Pinkstermobilisatie werd genoemd.

Vlootwet 1940

De vlootwet werd ingediend door RKSP-minister Deckers en hield in de bouw van een lichte kruiser, zes onderzeeboten en zes torpedobootjagers, wat werd begroot op 120 miljoen gulde. Anderhalf miljoen mensen ondertekenden een petitie tegen de vlootwet. De ondemocratische christelijk-liberale plus sociaal democratische regering negeerde de volkswil. Overigens was Deckers tijdens de oorlog commissaris van een bouwbedrijf (eigenaren Reinder Zwolsman en Terheijden) dat veel geld verdiende aan de bouw van bunkers in Nederland, Duitsland en Frankrijk.

Volksdagblad

Het Volksdagblad was tussen 1934 en 1940 het partijorgaan van de CPN. Het was een voortzetting van De Tribune. Het Volksdagblad werd bij de Duitse inval op 10 mei 1940 door de Nederlandse regering verboden. Begin juni werd van de Duitsers toestemming verkregen om opnieuw te verschijnen, waarna het op 16 juni 1940 opnieuw verscheen. De redactie weigerde de verplichte loyaliteitsverklaring te publiceren. Daarentegen plaatste de redactie linksboven van pagina 1 een waarschuwing dat het blad met andere ogen moest worden gelezen. Tegelijkertijd verscheen rechtsboven een artikel met de titel ‘De Oostzeelanden uit Engeland’s klauwen bevrijd’ over de bezetting van de Baltische staten door de Sovjet Unie. Dat was natuurlijk een idiote titel, want Engeland kon onmogelijk door de door Duitsland gecontroleerde Sont en Oostzee bij de Baltische staten komen. Voor iedereen was het duidelijk dat ‘Duitslands klauwen’ werden bedoeld. De Duitsers verboden de krant daarom onmiddellijk. In zijn naoorlogse werken schreef Lou de Jong dat hij niet snapte waarom de krant opnieuw verboden werd. Kennelijk een groot gebrek aan intelligentie.

Het Vrije Woord

Eerdere naam voor de Troelstra Beweging Nederland.

VRO

Vrijdenkers Radio Omroep.

Het was een omroepvereniging die tussen 1928 en 1937 radio-uitzendingen verzorgde. In 1937 werd het recht op zendtijd ingetrokken. Dit laatste toont het ondemocratische, dictatoriale karakter van de christelijke en liberale partijen die de vrijheid van meningsuiting en (geen) godsdienst verafschuwden.

De Vrolijke Brigade

Kindertoneelgroep van de CP, die onder leiding van de echtgenote van Jef Last stond. Na het bedanken van Jef Last als CPN-lid, werd de Brigade door de CPN als een Trotskistische organisatie beschouwd.

Vrouwen Comité tegen Oorlog en Fascisme

Het Comité is voortgekomen uit het Internationaal Vrouwencongres tegen Oorlog en Fascisme dat in 1934 in Parijs werd gehouden. Vanuit Nederland namen afvaardigingen van de VVSU en de Algemene Nederlandsche Vrouwen Vredesbond mee. Het Comité werd door de CID als een mantelorganisatie van de CPN beschouwd.

Verbond van Internationale Communisten
Het Verbond was ontstaan doordat een groep CPN-leden niet meer bij de Comintern, die onder controle van Stalin stond, aangesloten wilde zijn.

VVSA

Landelijk Verbond van Sociaal-Anarchisten in Nederland

In 1931 werd de naam van het Landelijk Verbond van Groepen rond “De Vrije Socialist gewijzigd in Landelijk Verbond van Sociaal-Anarchisten in Nederland.

VVVC

Vereeniging Voor Volks Cultuur

De VVVC werd later omgezet in de VVSU

VVSU

Vereeniging van Vrienden der Sowjet Unie

De VVSU was nauw aan de CPN gelieerd en beoogde belangstelling en propaganda voor de Sovjet Unie te voeren. Er werden veel uit de Sovjet Unie afkomstige films vertoond. De bezoekers van filmavonden waren vaak ook nieuwsgierigen.

VVVO

Vereniging Voor Volks Ontwikkeling

De VVVO werd in 1930 opgericht als organisatie van de RSP, later RSAP. Het doel was volgens de CID: “het onderrichten in de geschiedenis der menschheid in het algemeen, maar dan gezien vanuit socialistischen gezichtskring; het bespreken van actuele vraagstukken, die ten nauwste verband houden met het leed en den strijd van het internationale proletariaat; het vermeerderen van kennis omtrent vreemde landen en volkeren en van hun strijd tegen de onderdrukkers. In het algemeen samengevat is het doel: den strijd aan te binden tegen deze menschenmaatschappij, die gebaseerd is op uitbuiting van mensch door mensch. Zij tracht dit doel te bereiken door het houden van Iezingen, excursies en vertooningen van films onder het devies: Vonnis, Kunst en Klassenstrijd.”

WA

Weerbaarheidsafdeling

De WA was de geüniformeerde ordedienst en knokploeg van de NSB. Voor de oorlog marcheerden de leden provocerend door de straten. Er ontstonden vaak vechtpartijen met vooral communisten. Tijdens de bezetting terroriseerde de WA Joden door ze met o.a. knuppels bewapend fysiek aan te vallen, ruiten in te slaan en de inboedel van Joodse winkels en zaken kort en klein te slaan.

WAC

Werkloozen Agitatie Comité

De WAC’s waren lokaal georganiseerde actiegroepen die voor de belangen van werklozen opkwamen. De WAC’s werden in de jaren twintig opgericht door de CPN. In Den Haag werd de WAC geïnfiltreerd door de politiespionnen Johannes Hubertus van Soolingen, die tijdens de oorlog communisten aan de Sicherheitsdienst verraadde, wat tot de dood van 130 communisten leidde, en Steven Pegels, die in 1926 bij de Haagse Politie Inlichtingendienst ging werken en 1943 chef van de beruchte Documentatiedienst werd. Vermoedelijk vonden in andere steden ook infiltraties plaats, maar dat is nooit uitgezocht.

WSC

Werkloozen Strijd Comité

Het WSC was een voortzetting van het WAC.

De Zaaier

Communistische jeugdvereniging.

In 1919 werd de naam van de jeugdorganisatie De Zaaier veranderd in Revolutionair Socialistische Jeugdbond (RSJB).

Zeven Provinciën Amnestie Comité

De Zeven Provinciën was een Nederlands marineschip waarop op 4 februari 1933 in de Indonesische wateren 1933 muiterij uitbrak. De reden was een salarisvermindering van zowel het Nederlandse als het inlandse personeel. De legerleiding liet met instemming van gouverneur-generaal De Jonge een bom op het schip gooien waardoor 23 doden vielen; daardoor werd de muiterij beëindigd. In Nederland werd de muiterij sterk veroordeeld door de rechtse confessionele en liberale partijen. De SDAP veroordeelde zowel het gooien van een bom als de muiterij. Alleen de communisten (in al zijn vormen) en de revolutionair socialisten steunden de muiterij. De linkse politici Jacques de Kadt en Henk Sneevliet steunden de muiterij in geschrifte en werden daarvoor tot drie en vijf maanden gevangenisstraf veroordeeld. Dit toont aan dat de vrijheden van meningsuiting en drukpers bij de confessionele en liberale partijen in groot gevaar kwamen. Minister-president Colijn (een kinder- en vrouwen moordenaar en oorlogsmisdadiger) vond dat het schip tot zinken had mogen gebracht, waardoor 190 doden zouden vallen, waarbij ook militairen die niet aan de muiterij hadden meegedaan. Ook dit toont de bloeddorstige moordlust van de confessionelen. Na de overgave van de muiters werden zij toot zeer langdurige gevangenisstraffen veroordeeld.